Column

Het loopt vol met vetkleppen

25-02-2012 10:00

Alle media, ook de sociale media, worden vooral gebruikt (of misbruikt) om reclame te maken. Reclame voor zaken die we niet nodig hebben. Zoals grotere auto’s, vakanties naar nog verder gelegen exotische oorden en nog meer junkfood. Communicatie wordt te vaak alleen als marketingstool gezien en marketing is het terrein van de slimme jongens die het alleen communiceren met als doel mensen nog meer shit aan te smeren. De gretigheid die je bij reclamejongens ziet als ze op TV mogen uitleggen hoe ze al die rotzooi aan de man weten te brengen is angstaanjagend. Staat er weer een snelle jongen met schitterende oogjes te vertellen hoe hij een bepaalde doelgroep aan nóg een paar kilo overgewicht heeft geholpen. Als er nou één sector bestaat waarin de mensen die erin werken alleen zijn gefocust op rendement, is het wel de reclamewereld. De verkoop moet omhoog maar dat lukt natuurlijk niet met reclame alleen dus ook de beschikbaarheid van je, vol met suikers en vet gepropte troep, moet beter. Dus pleur je snoepautomaten in de bus naar school en op elke andere plek waar jongeren rondhangen. De gevolgen zie je op straat: het loopt vol met vetkleppen. En hoe jonger, hoe hoger het percentage dikkerds.

Eekhoornvoedsel
De regering neemt geen maatregelen om het eindeloze kauwen te bestrijden want gezond leren leven moet je maar van je ouders leren. Het is vooral een kwestie van opvoeding en eigen verantwoordelijkheid. Mark Rutte is toch ook niet dik, dus zie je wel dat het kan?  Dus wordt de fabrikanten van junkfood geen strobreed in de weg gelegd en mogen ze hun gang gaan met het overal plaatsen hun vetuitbrakende machinerieën. Je moet als jongere wel heel erg sterk in je schoenen staan als je de 300 meter verleiding op de treinstations voorbij kan lopen. De prullenbakken bij de scholen in mijn buurt puilen uit van de weggegooide boterhammen. Feest voor de meeuwen, die komen er massaal voor naar de stad migreren. En in de lokale Albert Heijn zie je in de schoolpauzes de jonkies rondrennen met hun armen vol zakken chips en ander eekhoornvoedsel. Zolang ze nog in de groei zijn valt het toch best mee met de gewichtstoename? Maar gewoontes aanleren is makkelijker dan ze weer afleren.

Mijn ouders deden vroeger hun stinkende best om mijn zusje en mij op te voeden met gezond voedsel, maar toen ik op mezelf ging wonen mocht ik eindelijk ‘echt’ gaan eten en kwamen binnen de kortste keren de  anderhalve literflessen cola, de grote zakken chips en de supersized McDonald’s menu’s op tafel. En werd ik dik? Niet meteen. Dat gebeurde pas toen ik gezond ging doen door met roken te stoppen. Je moet dat gemis toch ergens mee compenseren en het duurt lang voordat je de automatische beweging van hand naar mond af leert. Eerst zat er een sigaret in die hand, daarna zat er voedsel in mijn steeds dikker wordend knuistje. Van de verleiding van sigaretten naar de verleiding van voedsel. In zes maanden tijd kwam ik 25 kilo aan. Dat was zeven jaar geleden. Vijf jaar geleden besloot ik iets aan dat overgewicht te gaan doen en gisteren bereikte ik de magische grens van 87 kilo: het gewicht dat ik als einddoel van mijn afvalrace had gesteld. Om te ontdekken dat er eigenlijk nog wel vijf kilo meer af kan, maar ook dat varkentje ga ik wel wassen. Ik sport en lijn gewoon door want ik pak de trappen van mijn huis weer met vijf treden tegelijk, ga bij mijn optredens weer een uur los zonder naar adem te snakken en heb weer een vriendinnetje die regelmatig ‘stop, ik kan niet meer’ roept.

Dat alles na vijf fucking jaar strijd waarin ik dagelijks de verleiding moest weerstaan en er ondanks mijn goede voornemens regelmatig aan bezweek. Mensen blijven apen die aangetrokken worden door glimmende verlichting, zoete geuren en nog zoetere smaken. Had het me jaren strijd gescheeld als die verleidingen van hogerhand van mijn pad verwijderd waren? You betcha! Is dat gezonde voer dat ik nu eet minder lekker? Au contraire, het is heerlijk! Wat gebeurt er met mij als ik tegenwoordig een slok cola tot me neem? Om te kotsen zo zoet. Gadverdamme!

Leen Steen blogt zelf hier.