Er zijn kinderen vermoord in Manchester, waar straks? Je kunt alleen maar wachten lijkt het. Zoals veel goed geïnformeerde, bezorgde mensen al jaren langs de kant van het zwembad met hun tenen het water staan te testen, tot de situatie veilig genoeg is om de duik der idealen en principes te nemen, om te benoemen waar het probleem zit. Die groeiende groep mensen zou nu moeten staan voor waar ze in gelooft. Staan voor de waarheid, welke dat ook moge zijn. Maar ‘er is veel gelukkig toeval en onberekenbaars voor nodig om een mens in wie de oplossing van een probleem sluimert nog op tijd in actie te laten komen, ‘tot uitbarsting’ zoals met het zou kunnen noemen’, schrijft Nietzsche in ‘Voorbij goed en kwaad’.
Je kunt bijvoorbeeld iets gaan zeggen als je eenmaal bent afgestudeerd en die baan hebt;
Je kunt iets gaan zeggen als je verhuisd bent naar die andere stad en nieuwe vrienden gaat maken – die over dingen denken zoals jij;
Je kunt iets gaan zeggen als je eindelijk die blog gaat schrijven over politiek, je favoriete schrijvers of schilders, of je persoonlijke ervaringen toen je die ene verstikkende carrière de rug toekeerde;
Je kunt iets gaan zeggen als je kinderen naar je toe komen en zich afvragen waarom kerst en pasen ineens anders moeten, als ze vragen of ze ook suikerfeest mogen vieren en vasten, of ze ook een hoofddoek mogen dragen;
Je kunt nog wel even wachten en écht iets gaan zeggen als je met pensioen bent, dat is bovendien wel zo verantwoordelijk jegens je gezin, dan kun je het erop wagen;
Je kunt iets gaan zeggen als je met je kleinkinderen op schoot zit en ze verhalen uit de oude doos vertelt, over hoe je vroeger alles kon zeggen en grappen kon maken over gelovigen omdat de liefde voor kennis en individuele verantwoordelijkheid uiteindelijk zwaarder woog.
Onze hersenen zullen in een sneller tempo dan wij momenten van uitstel kiezen, verleren wat die waarheid nou was, wat boven en onder is, er zal, als we niet het ‘juiste moment’ pakken – de kairos, een nieuw boven en onder komen, omdat daaraan hard gewerkt wordt, door mensen die niks geven om individuele verantwoordelijkheid en kennis, of liefde überhaupt. Er zijn er die ons willen laten geloven dat we niets voorstellen, dat we niet verbindend zijn, maar haatdragend, intolerant en islamofoob. Maar dat is hun taal, nog niet de onze.
Ik realiseer me pas echt sinds kort, omdat het eerst zo onwerkelijk leek, dat degenen die aan de Orwelliaanse newspeak werken nog liever hun politieke macht verliezen aan islamisten dan aan mensen die hun bedrog doorzien. De grote ontmaskering – die er in theorie al is – jaagt ze zulke vrees aan dat ze nog liever zichzelf verraden.
Wachten met beginnen over waar je in gelooft, iets gaan zeggen, zal steeds meer een vreemde uitwerking hebben, op jezelf en anderen. Want waar heeft die gepensioneerde ouwe zak het over? Over vroeger? ‘Ach laat hem, dat waren die laag bij de grondse types, die populisten, die dachten dat ze het beter wisten dan de moslims. Kijk wat ze hebben aangericht met hun verzet tegen verbinding en tolerantie!’
We zijn nu nog een soort ‘Rafaël zonder handen’ in het Westen, de kunstenaar die in een treurspel uit 1772 van Lessing werd opgevoerd zonder handen. Althans als hypothetische vraag: zou Rafaël ook een geniale schilder zijn geweest wanneer hij zonder handen was geboren? Ja, was de boodschap, maar aan ideeën alleen heb je niet genoeg, de hand is namelijk niet alleen een instrument dat gebruikt wordt door de hoofd van de kunstenaar, de activiteit van de hand is zelf productief. Met de beweging van de hand worden onverwachte ideeën aan de oppervlakte gebracht, er gebeuren tijdens het tekenen, tijdens ‘het iets gaan zeggen’, dingen die de geest niet had voorzien. Goede dingen.
Er zitten enorm veel mensen op hun handen te wachten, op de toestemming die niet zal komen.