Omdat ik mezelf niet op Joost Eerdmans’ torenhoge berg van mislukte PVV-duiders wil plaatsen, u weet wel: Eerdmans die in de Volkskrant van 6 juli schreef dat Geert Wilders hoe dan ook overeind blijft, ongeacht de voorspellingen van ‘grote denkers als Guy Verhofstadt’, wil ik voor de verandering het tegenovergestelde doen. Ik wil een poging doen om niet de ondergang maar het hardnekkige succes van Geert Wilders te verklaren. Eerdmans heeft dat namelijk in zijn bijdrage nagelaten.
Hij schrijft wel dat ‘ook dit onweer over hem heen [zal] waaien’, waarmee hij het vertrek van de fractieleden Kortenoeven en Hernadez bedoelt, maar uitleggen waarom hij denkt dat ook dit onweer over hem heen zal waaien, blijft in het vage. Daarmee is hij net zo goed een wensdenker als al die anderen die reppen van Wilders’ nakende ondergang. Het is evenwel onthullend dat Eerdmans niet over een groep mensen spreekt, die tezamen de PVV vormen, maar slechts over hem, ‘de blonde Terminator’ Geert Wilders. Andere PVV’ers hebben zo goed als geen betekenis. Het verklaart waarom geen enkel schandaal binnen de PVV de PVV deert. De PVV ís Geert Wilders.
Maar ik ben het dus met Eerdmans eens dat het einde van Wilders nog niet in zicht is. Ik zal uitleggen waarom ik dat denk.
Handelaar in angst
Geert Wilders wordt een handelaar in angst genoemd. Dat is hij ook. Maar de angst waarin hij handelt is, anders dan velen misschien denken, niet de islam of de Europese Unie. Dat zijn slechts fenomenen van een en dezelfde angstwekkende en o zo fascinerende mythe. Van een oerangst die met geen enkele politiek kan worden weggenomen, en zeker niet met de manier waarop Wilders het doet. Het is een succesformule, waarmee de zittende macht onder druk wordt gezet, tot bewegen wordt gemaand. Tegelijkertijd geeft het Wilders alle bewegingsruimte die hij nodig heeft om van thema’s te kunnen veranderen, zolang hij maar niet vergeet wat zijn kiezers willen: gekieteld worden in de verwachting dat de wereld vergaat. Dat Wilders relatief goed blijft scoren, heeft dus niets met concrete maatschappelijke ontwikkelingen te maken, maar des te meer met de hopeloze verwachting dat de wereld keihard op weg is naar de klote te gaan.
We leven in een tijd waarin deze verwachting meer dan normaal in de gemoederen van mensen leeft. Dat komt niet alleen door het jaar 2012, het vermeende rampjaar waarin de wereld ‘as we know it’ zou moeten vergaan, maar omdat het astrologische tijdperk Vissen overgaat in het tijdperk Waterman. Het heeft met de verschuiving van het lentepunt te maken, wat onderdeel is van de cyclus van het groot kosmisch jaar. Elk groot kosmisch jaar duurt ongeveer 2000 tot 2100 jaar. Het knappe van Wilders is dat hij deze kosmische verschuiving, en dan vooral de mondiale onzekerheid waarmee deze gepaard gaat, politiek weet te verzilveren. Hoe doet hij dat?
Apocalyptische proporties
Al te vaak wordt gesteld dat Wilders als geen ander de maatschappelijke onvrede weet te adresseren. Maatschappelijke onvrede, waarover? Nou, bijvoorbeeld de tsunami van de massa-immigratie, of de nietsontziende onveiligheid op straat in de grote steden, en niet te vergeten de monsterlijke macht van Brussel die ons van alle eigenheid en identiteit ontneemt. Ja, dat zou je bijna denken. Per slot van rekening zijn het de onderwerpen die Wilders noemt. En als hij ermee scoort, dan is het logisch te veronderstellen dat zijn anderhalf miljoen kiezers daar ontevreden over zijn. Het is cynisch en niet constructief om te denken dat het niet zo is. Maar wie goed luistert, ziet dat deze thema’s niet op zichzelf staan. In de hoofden van de mensen spelen zij een mythische rol en hebben weinig met politieke werkelijkheid te maken. Waarmee niet gezegd is dat ze helemaal niet bestaan, alleen niet in de apocalyptische proporties die Geert Wilders en zijn kiezers veronderstellen.
Als er iets is wat Wilders consequent doet, is het inspelen op het gevoel dat het zo niet verder kan. Daarmee adresseert hij niet zozeer de werkelijke problemen, maar de onheilsverwachting die erachter steekt. Niet voor niets zijn ‘s mans oplossingen geen werkelijke oplossingen, maar bevestigen zij slechts de onheilsverwachting. Marokkaanse straatschoffies? Schiet ze maar door hun knieën! Antillen? Geen cent meer naar die boevenbende! Euro? Terug naar de gulden! Europese Unie? Eruit! Moskeeën? Een bouwstop op die haatkazernes! De Koran? Verbieden! Midden-Oosten? De Palestijnen naar Jordanië en bommen op Iran! Democratie binnen de PVV? LPF-toestanden! Het is een wanhoopstactiek van alles-of-niets. Wilders is er niet zelden om gewaarschuwd. Dat hij moest ophouden met te doen alsof de eindtijd op uitbreken staat, omdat het problemen buiten de politiek plaatst en mensen op gewelddadige ideeën kan brengen. Maar Wilders is niet opgehouden. En dat is hem geraden ook. Doet hij dat wel, dan is het, ongeacht het geloof van Eerdmans, afgelopen met de blonde Terminator.
Wilders’ vorige verkiezingsprogramma heette “Agenda voor hoop en optimisme”. Maar zijn enige hoop en optimisme liggen hierin, dat het einde van de wereld lang op zich laat wachten.