Het Wouter Bosje

26-08-2013 12:53

“Wat zit er veel woede in jou,” schreef iemand me laatst. Ik schoot in de lach. Woede? Moi? Ik word zelden kwaad op mensen, kan slecht tegen ruzie en krijg al buikpijn als iemand op straat iets te hard “Boe!” tegen me roept. Toch snap ik waar de opmerking vandaan komt. Wie mijn columns leest, zou kunnen denken dat ik in permanente staat van verontwaardiging achter mijn bureautje zit. 

Dat valt enorm mee. Ik wind me snel op, maar het is ook vlug over. Als ik plotseling opsta van de ontbijttafel en “Noujazeg noujazeg noujazeg” mompelend met grote passen de trap afbeen naar mijn kantoor, zegt mijn man tegenwoordig meteen al: “Succes met je column, schat.”

Enige tijd later sta ik weer vrolijk voor hem. Zo, dat luchtte op. Nu kunnen we verder met de dag. Een dag waarop ik madeliefjes pluk in het park. Of een dag die ik zachtjes dobberend op mijn grachtenbootje doorbreng terwijl ik in mijn hoofd een hymne zing op al het moois wat de natuur ons brengt. Of een dag waarop ik de geur van zonnebrand opsnuif uit de nekkies van mijn kinderen en terstond een plasje van ontroering word.

Zojuist maakte ik de fatale fout om dat laatste te doen nog voor ik deze column schreef, dus excuus, de gesel der mildheid zoals Theo van Gogh het altijd zo mooi omschreef, is over me gekomen.

Pure diefstal

Ik wil me goed kwaad maken maar het lukt niet. En dat terwijl er heus voldoende aanleiding is. Zo had ik me kunnen opwinden over Coen van Veenendaal, de Alpe d’Huzesman die zichzelf een onkostenvergoeding van 1,6 ton toebedeelde en vandaag in de Volkskrant mag vertellen dat ie het echt niet zo bedoeld had.

Verwarrend noemt de krant het. “Drieduizend vrijwilligers door het hele land en hij een management fee van 1,6 ton – dat gaat dus helemaal niet, maar dat had hij in al zijn naïviteit over het hoofd gezien.” Het staat er echt. Verwarrend. Naïef. Dat zijn nou net de woorden die ik niet helemaal vind passen bij pure diefstal.

Maar jongens, ik ben de mildheid zelve vandaag, dus ik zeg er niets over.

Nou ja, nog één dingetje dan: dat mensen roepen dat hij “toch ook heel veel goeds gedaan heeft” zat er in. Dat is overigens ook zo, maar dat is niet aan de orde. Veel goeds doen geeft je geen aflaat en reden om vervolgens maar te jatten. Dat mogen de Katholieken geloven, maar in de praktijk blijkt het niet helemaal zo te werken.

Oogknijpje

Over geloven gesproken: dat blijkt een extreem intieme kwestie te zijn, aldus Wouter Bos. Ik had nu ook al mijn agressie kunnen richten op diezelfde Wouter die almaar lachend tegenover Zomgergastenpresentator Wilfried de Jong bleef zitten en op weinig vragen echt antwoord gaf. Ze zeggen dat Teflon-Rutte alles weg grijnst, maar binnenpretje-Bos kan er ook wat van.

En met diezelfde grijns zei Wouter dat hij Wilfrieds vraag nét iets te intiem vond voor een Zomergastenuitzending. Ik dacht even dat ik was weggedoezeld en dat De Jong aan Bos had gevraagd of hij een ochtend-, middag- of avondsekser is. Of dat hij hem de keuze had voorgelegd: “Wat zou je liever doen: een hondendrol eten of een week naakt met Jan Peter op een onbewoond eiland zitten rummikuppen?”. Maar nee. Hij wilde gewoon weten of Wouter in God gelooft.

Wouter grijnsde. Wouter deed een oogknijpje. Wouter gaf Wilfried de joviale ‘wij-jonge-honden-onder-elkaar-blik’ en zei: “Dat moet God maar uitmaken.”

Woedend zou ik er om kunnen worden, maar het lukt me vandaag niet. Ik ben namelijk zo blij met Wouters antwoord. Ik ga het voortaan gebruiken bij iedere lastige vraag die me gesteld wordt, inclusief datzelfde scheve lachje.

“Moet je poepen?” “Dat moet God maar uitmaken”

“Zullen we neuken?” “Dat moet God maar uitmaken”

“Sambal bij?” “Dat moet God maar uitmaken”

“Is 1,6 ton in eigen zak steken veel?” “Dat moet God maar uitmaken.”

Je kunt je er kwaad om maken, maar ik doe vandaag een Wouter Bosje en lach alles weg. Eens kijken hoe lang ik het volhoud.

Meer van Roos Schlikker? Neem een abonnement!