Van alle administraties die de overheid voert is de Gemeentelijke Basis Administratie wel de belangrijkste. Daar staat of je in dit land thuis hoort en als dat misgaat dan kun je het land worden uitgezet, ook al ben je hier geboren. Het systeem wordt fors veranderd, omdat er nu een landelijk systeem komt. Op het eerste gezicht lijkt de overheid dat netjes te doen. Minister van Binnenlandse Zaken Ronald Plasterk (PvdA) heeft gekozen voor open-sourcesoftware en wil graag meer ogen naar de code laten kijken. Daar wordt de programmatuur veiliger van. Daarnaast is het een perfecte bescherming tegen spionage van het kaliber NSA.
Een logische keuze, want al jaren is bekend dat die manier van ontwikkeling de veiligheid ten goede komt. Ook is het goed om vertrouwen op te bouwen dat er fatsoenlijk met persoonsgegevens wordt omgesprongen. En geen grote fouten worden gemaakt, want als het misgaat dan zijn de gevolgen heel merkbaar voor de burger.
Maar wat Plasterk in de Tweede Kamer heeft beloofd, blijkt in de praktijk toch wel ingewikkelder te zijn. Een ICT-bedrijf, de Ockham Groep, vroeg om de broncode en legde dat in een brief goed uit. In plaats van het overleg te zoeken wat gebruikelijk is, behandelden de ambtenaren van de minister het als een Wob-verzoek. Na lang wachten werd dat afgewezen.
De belangrijkste reden om de broncode niet openbaar te maken? De beveiliging van de software. Het ministerie van Binnenlandse Zaken is namelijk bang dat er onbevoegden aan de persoonsgegevens komen door allerhande fouten. Een vreemde cirkelredenering, want juist het publiek maken van de software voor peerreview was het doel.
Het bizarre is ook dat je toch mag verwachten dat de broncode niet de enige beveiligingsmaatregel is. Wat je verwacht is software waar veel misbruik wordt uitgesloten. Denk niet alleen aan hacking, maar ook aan selecties op etniciteit, teveel informatie die verzekeraars of banken opvragen of administratieve fouten.
Natuurlijk is deze redenering gemakkelijk onderuit te schoffelen door beveiligingsbedrijven, maar dat is nog niet het ergste. De software is nog niet in gebruik. Dus de vrees voor misbruik kan nog niet materialiseren. Pas als de software wel in gebruik is, komt ook de broncode beschikbaar. Dus dan mag de wereld gaan vlooien naar fouten.
Ondertussen is wel bepaald om op basis van de broncode verder te gaan met het project. De afwijzing en de redenering daarachter lijkt eerder te zijn ingegeven door iets anders. Er loopt een onderzoek naar falende ICT-projecten in de Tweede Kamer. Door het vrijgeven een jaar te rekken, wordt eventueel nieuws uitgesteld en dus ook de aandacht van de commissie.
Je ziet het vaker dat informatie wordt geweigerd om politieke redenen. Daarvoor wordt dan de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) misbruikt. Want bezwaar en beroep duren bij elkaar al snel een jaar. En dat is nu net jaar dat Plasterk goed kan gebruiken. En over dat misbruik hoor je Manon Fokke, die zegt te strijden tegen misbruik van de Wob, nou nooit.
Gek he?