Column

Hoe je weet dat je ontzettend gestresst was

07-12-2011 09:00

Na een maandenlange non-stop loopgravenoorlog met mijn buurman, zoals beschreven in mijn stukkie van vorige week woensdag, heb ik jullie wijze raad opgevolgd en ben vertrokken. Gevlucht eigenlijk. Vandaag wordt-ie ontruimd. Vanavond kan ik als het goed is weer terug naar mijn huisje. Fijn is dat. Het gekke van stress is, dat je er geen idee van hebt hoe ernstig het eigenlijk is, tot het voorbij is. Ik dacht dat ik het allemaal prima aan kon. Kom kom, wat is nu een beetje lawaai? Hoe erg is het nu, af en toe midden in de nacht wakker geschreeuwd te worden? Maar ik blijk te voldoen aan alle symptomen van structurele stress, ik ben een wandelend cliché:

  • Ik lijd aan uitputting, die niet kan worden opgelost met een of twee keer uitslapen. Resultaat van cumulatief slaapgebrek, opgebouwd over een aantal maanden. Raakt je uiteindelijk als een tientonner. Ik heb afgelopen dagen doorlopend zitten gapen, het klokje rond geslapen en ben zelfs een paar keer ‘s middags mijn bed in gedoken.
  • Ziek worden. Ik loop de hele tijd te rochelen en groene stresskwatten op te geven.
  • Prikkelbaarheid. Alles irriteert me, van Sinterklaas tot aan goedbedoelende belletjes en mailtjes van vrienden. Dat gele klotenetje om die gouden munten! Aaargh! Dat geritsel van die taaipoppenzak! Aaargh! Waarom kun je nergens chocoladesigaretten kopen? Aaargh! En ja, het gaat goed hoor. Ja! En nou opzouten! Godver, laat me met rust!
  • Geen veerkracht.  De minste kritiek op een stuk waar ik weken aan gewerkt heb, bijna klaar voor publicatie, en ik val uit elkaar, wil het snikkend naar de prullenbak slepen.
  • Drank. Ik merk dat ik ontzettend zin heb in alcohol. Ik blijf binnen de bocht, maar puur op wilskracht, gewoon omdat ik geen zin heb om het ene probleem door het andere te vervangen.
  • Geheugenverlies. Dingen die ik normaal gesproken moeiteloos ophoest, weet ik niet meer. Ik heb geen idee waar ik mijn spullen laat. Zeker de eerste dagen was ik alles kwijt. Stapte ik uit bij verkeerde tramhaltes. Wist ik huisnummers niet meer. Angstaanjagend. Alsof je plotseling dement geworden bent. Gelukkig begint alles langzaam terug te komen.
  • Totale futloosheid. Ik zit al uren aan te hikken tegen het idee dat ik dit stukje moet typen.
  • Negatief denken. Straks krijg ik vast wéér zo’n buurman. Dit was een regelrechte ramp, en we hebben ons gek geklaagd, maar ze beslissen bij de woningbouwvereniging tóch over onze hoofden heen, dus de volgende zal ook wel weer rampzalig worden…
  • De blues. Ik voel me op het moment redelijk uitgerust en ontspannen, maar ik heb al twee keer gehoord, van verschillende mensen, dat ik ‘somber’ ben. Dus het zal wel zo zijn. Op het moment dat ik mijn woedende stukje schreef was ik nog veel verder heen. Betrapte ik mezelf op “ik kan er natuurlijk ook gewoon uit stappen”-gedachten. “Wie gaat me missen.” Enzovoorts.


Opleiding en levenservaring
Let wel: dit stukje is geschreven door een hoog opgeleide, volwassen man, die ‘alleen maar’ mot heeft met zijn asociale buurman. Stel je nu eens voor dat je die opleiding en levenservaring niet hebt. En dat het water kniehoog in je huis staat. Elke dag, al wekenlang.  Zoals in Bangkok. Dan is die hond die in slaap sukkelt en voorover in het water kukelt ineens een stuk minder grappig. Of stel je voor dat het dak van je huis in je huis stort, dat je geliefden er onder begraven raken. Of dat een mafkees van een buurman met een halfautomatisch geweer je huis binnendringt en je alles afneemt, en je genoodzaakt bent te vluchten. Dakloos.

We hebben in Nederland al te makkelijk ons oordeel klaar over het gebrek aan initiatief en oplossend vermogen van mensen in derde wereldlanden. “Die lui gaan na een ramp gewoon bij de pakken neerzitten! Waarom zouden we ze een zak geld sturen? Je moet ze geen noodhulp geven, daar worden ze alleen maar afhankelijk van.”

Dood gewicht
Wat we vergeten, wat niet direct zichtbaar is, is de enorme stress die het verliezen van je huis, je geliefden en je levensbehoeften met zich meebrengt. Nu ik gezien heb wat stress met mijn functioneren doet, snap ik veel beter dat mensen die alles kwijt zijn, alle noodhulp die ze kunnen krijgen met beide handen aanpakken. Ik denk  dat structurele stress een reusachtig dood gewicht is, dat aan de bevolking van veel ‘achterlijke’ landen hangt en er mede voor zorgt dat ze achterlijk blijven.

Mensen in nood hebben alle hulp nodig die ze kunnen krijgen. Want ze zijn al druk zat met niet gillend gek worden. Zo simpel is het.