Ik: “Zo, hoe gaat het?” Zij: “Ja goed, lekker. Druk ook.”
“Ja, ik ook. Altijd wat.”
“Ga zitten, wil je een wijntje? Ik heb trouwens ook alcohol-vrij bier, deze is best lekker, van die biowinkel hier om de hoek, zag hem staan en ik dacht, die ken ik niet, maar hij is écht lekker.”
“Eh, neem jij die dan? … Want ik wil eigenlijk wel die wijn.”
“Hij staat wel al een week open, maar hij kan nog wel denk ik.”
“Doe dan maar bier.”
Er komen nog meer vrouwen binnen: ‘Die’ en ‘Deze’. Deze heeft gelukkig een fles wijn meegenomen. Dan blijkt er ook nog gewoon bier te zijn.
“Ja dat drink ik dus niet, maar het staat hier in de kast voor ‘Man’ (man mag het niet in koelkast leggen – geen plek), was ik helemaal vergeten”, zegt Zij.
Die en Deze tegen mij: “Hoi!” Allebei een grote glimlach. Ze beginnen lukraak met praten, waar zou het over gaan? Oh, over sporten. Ze hebben net gesport: echt lekker, even tijd voor hunzelf. Dan, school van de kinderen. Over de juf.
Zij: “Zag je die e-mail van haar waarin ze zei dat ze geen sprookjes meer wil vertellen omdat het te moralistisch is?” Iedereen kijkt naar elkaar.
“Ja, maar het is ook best erg, die oubollige sprookjes”, zegt Deze.
Alledrie: “Ja het is best erg.”
Zij: “Maar is het niet gewoon normaal, enge verhalen en zo die hoorden wij toch ook vroeger?”
“Ja, maar toen was de wereld wel even wat anders Zij, toen kon je gewoon alleen lopen naar school, dat risico neem ik met Mees en Toon nu echt niet meer”, zegt Die.
Deze: “Nee, ik ook niet. Je moet sowieso ook één lijn trekken vind ik, ik bedoel als mijn dochter later een beetje wil meedoen met de mannen, dan moet je haar ook geen Assepoester en dat soort seksistische verhaaltjes voorlezen, ja toch?”
Ik: “Ja het is best hypocriet allemaal, wel emancipatie, maar toch die sprookjes” (wat zeg ik nou?!)
Die: “Hey, hoe staat het met die ene vergadering die volgende week zou zijn? Ik had daarover een mail gestuurd naar de coördinator maar nog niets gehoord, ik vind het wel irritant als je dan niets hoort, ik bedoel wat is nou de moeite, ik heb vorige keer genotuleerd? Ik doe echt alles voor die school. Deze, jij was er toen niet bij toch? Trouwens, wel goed van je dat je de vorige keer, toen je er wel was, die cupcakes had meegenomen”.
Zij: “Ja super dat je die had meegenomen.”
“Houd op hoor, die waren gewoon nog over van de verjaardag van Charlotte”, zegt Deze.
Die: “Ja, maar je kunt ze ook thuis laten, toch? Toch leuk van je. … Leuk rokje trouwens (Die zit aan rokje van Deze), lekker stofje.”
Deze: “Gewoon van de markt!”
Zij kijkt naar mij: “Wil jij nog bier of eh?”
Ik: “Doe maar een biertje dan, die wijn is toch nog niet kou….”
Deze: “Aaaaah, wat heb JIJ nou??! Ik schrik en voel aan mijn gezicht. Er wordt gelukkig naar iemand anders gekeken.
“Ja, mijn wimpers laten verven. Vinden jullie het mooi? Eerlijk hoor!” zegt Zij. Ik zie er niets van, maar bestudeer het allemaal goed.
Iedereen: “Waaaah, stoer man!”
Die: “Ik weet niet hoor of ik dat zou durven, want ik hoorde dus dat bij een vrouw daarna al haar wimpers uitvielen. Maar bij jou gebeurt dat niet hoor.”
Zij, Die en Deze de hele tijd: Heftig he, alles. Ja heel heftig. Gezichten zeggen: fijn hè dit?
Er wordt nu geroddeld over een vriendin die weg is bij haar man. Die zit nu alleen met twee kinderen, zwanger. Maar ja, het zat er ook al een tijdje aan te komen. Ja, dat was zo. Dan gaat het over hoe zwaar het is met man. Iedereen heeft een glas wijn op en Deze gaat huilen, andere vrouwen strelen haar bovenarm. Het valt ook niet mee.
Ik weet niet wat er precies niet meevalt, want ik heb iets gemist, ze heeft niet verteld wat er was, maar toch begrijpen de vrouwen dat het erg is. Daarna vertellen Zij, Die en Deze dat je ook niet kunt werken én moeder, én leuke vriendin, én gezellige dochter, én leuk in bed kunt zijn. Dat kán gewoon niet, wordt er gezegd. Dat vindt iedereen. Ik vind het ook.
Het gaat nu over kinderlokkers (ik kies echt meestal leuke vrouwen uit om mee om te gaan maar toch gaat het vaak over kinderlokkers). Er was er een in de buurt laatst vertelt het verhaal. Maar ook mannen die vrouwen naroepen.
“Oh, wat eng”, zeg ik.
Die: “Ja, ik spreek altijd een code af met de kinderen, dat de kinderen weten dat ze bij een onbekende die lieve puppies wil laten zien moeten vragen: wat is de code, en ik las dat dat kinderlokkers sowieso afschrikt.”
Deze: “wat een slim idee.”
Dan wordt er gezegd dat er echt iets gedaan moet worden tegen het hek wat bij de ingang van de school altijd maar open staat. En sowieso, de gemeente doet dingen die gevaarlijk zijn voor kinderen en dieren ook, al die loslopende honden. Sowieso, je moet ook alles altijd maar zelf in de gaten houden hè. Je ziet steeds virtueel van alles met ze gebeuren, toch?
Zij: “Zullen we een lijst maken met onze namen over dat hek, dat dat altijd dicht moet, en dat dan bij de vergadering erin gooien, en dan met dat bericht over die kinderlokker erbij? En dat wij ook niet van sprookjes houden?” Er wordt niet gelachen.
Want iedereen was het eens toch over alles binnen het hek houden, die wimpers, de Man, de vergadering, de sprookjes, dat het -zucht- zo heftig is allemaal?
Vrouwen. Als ik buiten sta weet ik vaak niet meer welke lijst ik bij ze ondertekend heb. Ze zijn zo hypnotiserend.