Satyajit Das is een interessante vent. Hij werkte meer dan dertig jaar in de financieringsindustrie als bankier, consultant en bedrijfsaccountant en stond samen met andere financiële experts aan de wieg van, laat ik het maar simpel zeggen, onze huidige sores. Hij schreef er een boek over: Extreme Money: Masters of the Universe and the Cult of Risk. In dat boek laat hij zien hoe geld in de laatste dertig, veertig jaar ingrijpend veranderde. Das begon in 1977 als hoofdaccountant bij een luchtvaartmaatschappij. De directie vroeg hem hoe het bedrijf winstgevender kon worden gemaakt. Hij legde uit dat dat er twee manieren waren. De moeilijke: harder werken en meer klanten aantrekken. De makkelijke: prutsen aan de cijfers.
Het geld dat klanten betaalden voor hun vlucht was niet gekoppeld aan een vluchtdatum, het werd zestig dagen later ineens als winst afgeboekt. Door de vluchtdatum virtueel te vervroegen, creëerde Das met één pennenstreek meer directe winst. Daarna verlengde hij de levensduur van de vliegtuigen virtueel met acht jaar. Plotseling waren de cijfers van de luchtvaartmaatschappij een stuk gunstiger. Er was niets veranderd op de werkvloer, er waren geen betere vliegtuigen, er werd geen betere service geleverd, maar door de gemanipuleerde cijfers was Das’ bedrijf ineens sexy en kon hij veel geld binnenhalen op de aandelenmarkt. Dat soort trucs zijn natuurlijk al zo oud als het boekhouden, maar tot zeg midden jaren ’60 haalde je het niet in je hoofd om zo aan de boekhouding van grote bedrijven te sleutelen.
Hedgen
Een tweede ding dat Das ging doen, en met hem steeds meer penningmeesters van grote bedrijven, was bankiertje spelen. Bij Das ging het min of meer vanzelf. Omdat de brandstofprijs bepalend is voor de vliegticketprijs en klanten vluchten in de nabije toekomst kopen, lopen luchtvaartmaatschappijen een groot financieel risico. Als brandstof plotseling duurder wordt, zijn de eerder verkochte tickets te goedkoop en lijden ze flinke verliezen. Daarom legde Das de kerosineprijs in overleg met de leverancier vast voor zes maanden. ‘Hedgen‘ noemden ze dat.
Maar Das ontdekte dat hij de ‘hegde’ kon gebruiken om te speculeren. Als de kerosineprijs plotseling extreem steeg, bijvoorbeeld door een conflict in het Midden-Oosten, speelde hij zijn troefkaart, kocht grote hoeveelheden kerosine in voor weinig en verkocht ze met flinke winst. Hij verspeelde daarmee weliswaar zijn ‘hedge’, maar hij kende de markt goed genoeg om alleen te cashen op prijsstijgingen die snel zouden wegebben. Soms maakte Das met gokken op de kerosineprijzen meer winst dan de hele luchtvaartonderneming bij elkaar. En de spelletjes die hij met kerosine speelde, kon je ook met vreemde valuta doen. Zo werd zijn afdeling van dertien man, in plaats van ondersteuner, de melkkoe van een onderneming met duizenden werknemers.
Goudkoorts
Satyajit Das was niet alleen. Spelletjes doen met grote hoeveelheden geld werd een hype, net als de tulpenbollenmanie, net als goudkoorts. Plotseling waren boekhouders en accountants, tot dan toe saaie nerds in stoffige kantoortjes, de sterren van het bal. De financiële wonderboys en wondergirls begonnen te geloven in hun eigen trucs, niet in het minst omdat ze er idioot veel voor betaald kregen. Ze dachten dat ze werkelijk iets gecreëerd hadden. En hun voorbeeld vond massaal navolging. Master of Business Administration-opleidingen schoten als paddestoelen uit de grond. Zelfs soevereine staten gingen spelletjes doen met hun nationaal vermogen. En in het midden van die groothandelsstorm zaten de banken en financiële instellingen.
Maar helaas, net als met alle hypes, er komt een moment dat je de werkelijke waarde van wat je aan het doen bent inziet. Het vervelende is, volgens Das, dat het inzicht maar langzaam daagt. De hype duurt al bijna een kwart eeuw en is nog lang niet voorbij. Erger nog: de financiële sector lokt al decennia de meest veelbelovende jonge mensen weg van meer zinvolle beroepen, die wel blijvende waarde creëren. Het meest serieuze nadelige effect is, dat ons huidige wereldwijde financiële systeem rust op een fundament van risico en kunstmatig opgekrikte waarde, oftewel schuld. Veel van de waarde in de markt is “een pakketje schroot met een dun laagje chroom”, zoals Het Goede Doel ooit zong. Door schuld en risico anders te verpakken neem je ze niet weg. Het meest vervelende voor u is natuurlijk dat uw pensioen aan die rare, steeds holler klinkende kermis gekoppeld is.