Het is heerlijk correct om geen oordeel te vellen over een burgemeester van 52 jaar die buitenechtelijk tongzoent met een 24-jarige jongen, maar het is ook naïef: privézaken zijn soms domweg politiek. Hoes-gate noopt tot een paar kanttekeningen bij het principe dat slaapkamergedragingen géén invloed hebben op het functioneren van een gezagsdrager.
Soms zeggen uitgelekte seksfeiten meer over de betrouwbaarheid van een politicus dan de manier waarop hij zijn beleid uitdraagt. Het argument dat Onno Hoes de wet niet heeft overtreden is een strikt strafrechtelijke benadering die niet meeweegt hoe er krachten kunnen vrijkomen bij openbaarmaking van de seksfeiten.
Bill Clinton overtrad geen enkele staatswet toen hij een presidentiële sigaar inbracht bij stagiaire Monica Lewinsky. Ook burgemeester Smallenbroek van Smallingerland deed niets illegaals toen hij in 1988 tijdens een avondje stappen in Zwolle in dronken toestand in een handgemeen terechtkwam. De burgemeester was samen met CDA-vriend Sytze Faber op zoek naar een seksclub.
En ook de Amsterdamse wethouder Rob Oudkerk was eerder zinloos stoer dan levensgevaarlijk crimineel toen hij opbiechtte dat hij prostituees bezocht en wel eens een snuifje coke nam. Dat doen wel meer mannen.
Toch moesten de burgemeesters aftreden. Waarom? Omdat ze huichelden over hun daden. Daar zit ook de pijn bij Hoes. Het probleem is niet het vergrijp zelf – met die zoen kan Hoes makkelijk wegkomen – het probleem is de manier waarop hij de amourette probeert te verdoezelen.
Hoes had meteen openheid van zaken moeten geven over zijn zoenvriend en moeten inzien dat hij Maastricht in diskrediet had gebracht. Maar dat deed Hoes niet. Hij bagatelliseerde de zaak en probeerde zijn jeugdige kusmaatje tot toyboy van het huis te degraderen.
Daarmee maakte Hoes een politieke denkfout, omdat hij vergat dat de gekrenkte jongen het ware verhaal over het lobby-rendezvous wel eens zou kunnen vertellen. En dat verhaal week af van dat van Hoes. De onschuldige tongtwist bleek meer te zijn dan een door eenzaamheid ingegeven dronkemansmomentje van Hoes.
De jongen en Hoes waren al een jaar om elkaar heen aan het draaien. Ook bleek Hoes over een account te beschikken van Grindr, een homo-ontmoetingsite voor anonieme instantseks, waarbij het gevaar schuilt dat hij daarmee gechanteerd zou kunnen worden, meenden kenners.
Hoes vindt het gegraaf in zijn privé-leven echter allemaal onzin en ziet geen aanleiding om van deze privé-zaak een politieke kwestie te maken. Dat is zijn goed recht, maar uiteindelijk bepaalt het electoraat wat privé is, en niet hij.
Bill Clinton’s gevinger met een bolknak kon leiden tot een strafrechtelijk onderzoek, nadat hij in het openbaar loog over zijn relatie en de historische woorden sprak: ‘I did not have sexual relations with that woman.’ Bert Smallenbroek moest weg omdat hij niet ruiterlijk was over het Zwolse handgemeen.
Onno Hoes had de lessen van Pim Fortuyn tot zich moeten nemen. De vermoordde politicus buitte zijn privé-leven uit voor politiek gewin. Nadat de islam-kritische Fortuyn werd beschuldigd dat hij geen notie had van de bevolkingsgroep die hij zo aanpakte, schaterde hij: ’Of ik Marokkanen ken, mevrouw? Ik neuk met ze.’
Ook zijn visites aan darkrooms werden tot in meeste plastische detail besproken in talkshows, maar brachten geen schade aan zijn populariteit toe. Sterker nog: tijdens de ontboezemingen kwam Profesor Pim Rim Rim naar voren als een geëngageerd mensch.
Fortuyn maakte tijdens een interview met Theo Van Gogh zelfs goede sier door te vertellen dat hij weliswaar een frequente donkere kamerbezoeker was, maar ook een orthodoxe condoomgebruiker: ’Omdat je in de openbaarheid functioneert, heb je een verantwoordelijkheid – en dat is ook heel mooi – die iets verder draagt dan jezelf.’
Zulke teksten hebben we Onno Hoes nog niet horen zeggen. De tijdbom tikt door. D’r zullen meer geheimen naar buiten komen over Hoes en dan is de burgemeesterscarrière voorbij. Onno Hoes zal aftreden niet omdat hij vreemdgaat, maar omdat hij de Maastrichtenaren heeft voorgelogen.