Vrijdag zal een Saoedische judoka met een hoofddoek debuteren op het Olympische podium. Eigenlijk vond de judobond het niet kunnen. Die vond dat de hoofddoek tot gevaar kon leiden. Maar het IOC wilde het te graag. En dus ging het door. Rob Vreeken schrijft in het hoofdredactionele commentaar van De Volkskrant: ‘Zij kan in eigen land een rolmodel zijn en een breekijzer zetten in de vastgeroeste ideeën over sport en vrouwelijkheid.’ Hij besluit: ‘Elke geslaagde worp is er één.’
Dat is waar. In een land waar vrouwen niet eens auto mogen rijden, is dit een overwinning. En toch. Er wringt iets. Uiteindelijk geeft het IOC toe aan de eisen van een vader, die niet wil dat zijn dochter blootshoofds judoot. Dat is toch het signaal dat je aan de rest van de wereld afgeeft. Wat zullen officials uit andere islamitische landen nu denken?
Een dilemma. Moet je toeschietelijk zijn of juist strikt?
Jaren geleden had ik hierover een discussie met Ahmed Marcouch. Het Tweede Kamerlid leek het een goed plan om bij bibliotheken voor jongens en meisjes gescheiden ingangen te creëren. Dat zou volgens hem goed zijn voor de meisjes, want die zouden dan ook van hun (orthodoxe) ouders naar de bibliotheek mogen. ‘En dan gaan ze lezen. Niet alleen in de Koran. Maar ook in andere boeken.’ En dan zouden die meisjes sneller emanciperen.
Hetzelfde gold voor gescheiden schoolzwemmen voor jongens en meisjes. Als dat mogelijk is, laten islamitische ouders hun kinderen zwemmen. Anders blijven ze binnen. Daar zit wat in. Maar wat voor teken geef je af als je aan orthodoxe eisen toegeeft? Waar ligt de grens?
Toen Lodewijk Asscher een islamitische school sloot omdat deze niet functioneerde, stonden honderden kinderen op straat. Diverse scholen wilden de kinderen wel opvangen. Maar ook hier werden eisen gesteld. Gescheiden gymen. Een aparte locatie om te bidden. En een kantine vol halalvoedsel die tijdens de Ramadan gesloten werd. Een aantal scholen wilden een heel eind gaan. Dat waren scholen met een krimpend leerlingaantal. Maar hoe ver moet je gaan?
Ik denk dat het belangrijk is dat je aangeeft wat voor land je bent. Open en eerlijk. Hier zijn mannen en vrouwen gelijk. Homoseksualiteit is geen ziekte en religieuze eisen moeten niet zomaar ingewilligd worden. Dat zijn onze waarden. En daar gaan we niet mee marchanderen. Punt.
Terug naar de Saoedische judoka. Dat ze daar staat, is al een revolutie. Maar wat zou het mooi zijn, als ze vlak voor de wedstrijd haar hoofddoek afdoet en tegen haar vader zegt: ik ben een vrije vrouw. Als de regels van het judo voorschrijven dat ik geen hoofddoek draag, dan hou ik me daar aan. Punt. Vol punt. Ipon.