Als je een sprekend voorbeeld zoekt van een falende politicus, die zijn geloofwaardigheid in recordtijd aan de wilgen heeft gehangen, is de Franse president Francois Hollande een bijna niet te missen voorbeeld. In de aanloop naar zijn verkiezing – wie herinnert zich dat nog? – trok de kleine brildrager supergrote laarzen aan en sprak hij heldhaftige taal over het te lijf gaan en verregaand indammen van de financiële sector. De socialist Hollande wekte op zijn minst de suggestie dat wanneer hij het voor het zeggen zou krijgen, de ‘politiek’ weer aan zet zou zijn. En de normen en gebruiken van de financiële sector en die van de markt een paar toontjes lager moesten gaan zingen. Zijn retoriek paste perfect in de antikapitalistische traditie die in Frankrijk springlevend is en dankzij Thomas Piketty weer aan zichtbaarheid en gezag heeft gewonnen.
Een hele studentengeneratie zag zijn weerzin tegen graaiende bankiers en bluffende managers beantwoordt worden door een presidentskandidaat, die weliswaar geen enkel idee aandroeg over de verdienkracht van het vaderland, maar wel, tot hun grote vreugde, dezelfde schuldigen aanwees. Op de naschokken van de financiële crisis koos Frankrijk op 6 mei 2012 voor de ideeënloze ambtenaar Hollande, die, eenmaal ingetrokken in het Elysée, van de ene op de andere dag de gammele boekhouding van de Franse staat onder ogen kreeg en… sindsdien als een non-entiteit door de politieke wandelgangen dwaalt. De mantel en de mijter waarmee hij zijn gedroomde rol van staats-Sinterklaas had willen spelen (‘breng de pensioenleeftijd nog wat verder omlaag’ was één van zijn luilekkervoorstellen), moest hij, onder druk van de cijfers, onmiddellijk in een kluis stoppen. Het grijze pak dat ervoor in de plaats kwam, is hèt ultieme symbool van zijn non-entiteit.
Het zou flauw zijn de precaire financiën van Frankrijk enkel en alleen op het conto van de persoon Francois Hollande te schrijven (al is zijn partij, de PS, er nauw mee verweven). Hoewel president en binnen zijn eigen landsgrenzen getooid met een flinke hoeveelheid macht, trof hij een redelijke failliete boedel aan en gaat het grootste deel van zijn tijd nu op aan het kredietwaardig houden van zijn land en aan het ontvangen van (soms dubieuze) staatshoofden, die de Franse industrie (of wat daar van over is) nog een paar lucratieve orders gunnen. Van een brullende criticaster van het kapitalisme is hij als bij toverslag verandert in het nederige loopjongetje van datzelfde kapitalisme. En erger nog: als hij zijn ‘klanten’ bij de vakbond en de gevestigde industrie (zeg maar, politieke vriendjes) wat al te royale regelingen en voordeeltjes aanbiedt (wat een lokale gewoonte is), grijpt zijn oudere zus, ‘Frau Merkel’, in, die het helemaal gehad heeft met haar potverterende buren. Onder druk van Brussel (lees: Duitsland) moet de Franse staat nu beloven 50 miljard euro minder rond te gaan strooien: een verzoek dat rechtstreeks ingaat tegen alle reflexen die in Hollande en ‘zijn’ PS springlevend zijn! Niet voor niets willen er op het Excel-sheet van premier Valls, maar geen substantiële bezuinigingsposten verschijnen. Hollande c.s. komen uit de ideologische school van de Immer Groeiende En Allesbepalende Staat. Ze worden nu gedwongen aan publiekelijke zelfkastijding te gaan doen. En de grote vraag is thans: zijn ze daar mentaal al klaar voor?
In deze context wordt het opeens begrijpelijk waarom Marine Le Pen en Front National zo succesvol konden zijn bij de laatste verkiezingen. Met zijn grote mond (vooraf) en piepkleine daden (achteraf) heeft Francois Hollande de linkse kiezer in volstrekt gedesillusioneerde toestand in een niemandsland achtergelaten. Zijn stijl van socialisme vertoont de trekken van een ineenstortend bouwwerk dat niet gebaseerd is op de solidariteitszin en het aanwezige talent in zijn eigen achterban, maar – o! stukgeslagen droom – op een cliëntelistisch complex van bedrijven, banken en instellingen, die zèlf aan het infuus liggen van de financiële sector, waar Hollande in zijn verkiezingscampagne zo tegen fulmineerde. Ik zal nooit zeggen dat populariteitspolls de waarheid spreken, maar in het geval van Francois Hollande valt niet te ontkennen dat zijn dubbelhartige, incompetente en van visie gespeende beleid herkend wordt door de Franse kiezer en met dienovereenkomstige afkeuringscijfers ‘beloond’.
Wie nog een toekomst ziet voor progressieve politiek, zou zich – wat mij betreft – moeten verdiepen in het echec van Francois Hollande. Hij is de machteloze opeenhoping van alle kwalen waar linkse politiek anno 2014 onder gebukt gaat: bestuurlijke arrogantie, doorgeschoten maakbaarheidgeloof en voorgoed ingesleten subsidiestromen.
Benieuwd wie zich in Nederland van dit type cliëntelistisch links het snelste afkeert en de hang naar ‘een betere wereld’, die onder het linkse kiezerspotentieel onverwoestbaar is, weet aan te boren.
De PvdA of de SP?