‘Elk kamp zwelgt in zijn eigen gelijk, er is geen redelijk gesprek meer mogelijk’, zegt de Belgische filosoof en schrijver Patrick Loobuyck dit weekeind in een lang interview de Volkskrant. Hij pleit voor ‘rust, redelijkheid en een vaste plek voor burgerschap’. Hij is verbaasd, zegt hij, dat de kerken niet met hem willen praten. Hij is dan wel atheïst, maar zijn ‘boodschap zou kerken ook moeten interesseren’. Hij wil mensen ‘handvatten aanreiken om op een redelijke manier over diversiteit te discussiëren’. Dat betekent voor de schrijver bijvoorbeeld dat ritueel slachten moreel niet juist is, maar dat halal eten in de bedrijfskantine dat wel is, want gewoon ‘iets praktisch’. En: ‘je mag hier best salafist zijn, maar je mag geen salafistische ideeën verspreiden in het onderwijs’. Filosofie voor moraal-autisten dus. Hij noemt het zelf ‘redelijke accomodatie’. Je mag een verkrachter zijn, maar niet als je anderen aansteekt, dat idee. Algemener: laten we niemand veroordelen want wie weet draaien ze bij. Van dezelfde school als David van Reybrouck’s ‘een terroristische aanslag is zelfmoord’.
Ik ben overigens ook verbaasd dat de kerken Loobuyck niet moeten, want hij is helemaal uit het juiste kansel-hout gesneden. Ontsnapt uit religieuze dogma’s en op de tast verder gegaan met hinderlijk moraliseren en liefde prediken waar oordelen en simpele grenzen stellen wel zin hebben. Het is de zoveelste keer dat ik in de krant het linkse orgel boven de sowieso al semantisch geïnfiltreerde woorden (klinkt als vroeger – maar is vijandig) hoor uitgalmen, tot wat inmiddels het nieuwe ‘psalm 100′ is geworden: ‘er is morele paniek omdat mensen het idee van diversiteit niet begrijpen – lange uithaal en refrein – er is geen onderwerping aan islam maar vrijheid en gelijkheid – lange galm – als je dingen goed uitlegt, beschikken de meeste mensen over gezond verstand. Amen’.
Meneer Loobuyck denkt dat mensen snakken naar redelijkheid, een morele pamper, en als je maar redelijk genoeg bent ‘dat progressieven en conservatieven dan naast elkaar kunnen leven’. Dat is cultpraat, want het idee heeft geen contact met de aarde. Wat Loobuyck bedoelt is inschikkelijk zijn om zo bij elkaar te komen – socioloog Ruud Koopmans zou zeggen ‘rekkelijk’. Een wijk vol halal slagers, gescheiden zwemmen, islamitisch onderwijs, bidruimtes. Allemaal ‘redelijk’ omdat het ‘niet moreel onjuist’ zou zijn. Maar feit is dat die inschikkelijkheid maar een kant op gaat, richting de hardste schreeuwers. En redelijkheid is altijd een intellectuele ‘nosedive‘, alles was in de geschiedenis altijd eerst redelijk totdat iemand ineens zei: en nu bepaal ik wat er gebeurt.
En zoals dat gaat is daar ook die ‘twee morele kampen’ retoriek. Ik zag laatst ook al een lijstje over ‘regressief links’ en ‘regressief rechts’ voorbijkomen. Leuk geprobeerd, maar het klopt niet. Loobuyck zegt: ‘er zijn in het integratiedebat twee morele kampen ontstaan.’ Ja, inderdaad er zijn mensen die volharden in hun eigen gelijk (vooral bij links), en anderzijds zijn er mensen die best willen benoemen, redeneren, discussiëren en onderhandelen, maar die weggehoond worden of (nog erger) stilletjes buitengesloten. Dát zijn de twee kampen, die een veel groter probleem zijn dan het oude verschil tussen liberaal en conservatief. Juist de mensen die niet volharden staan apart, waar ze worden geframed als een groep die ‘ook vast zit in hun gelijk’. De ‘twee kampen’ werkelijkheid wordt bewust in stand gehouden door media en politiek, om kritiek op afstand te houden.
Het ‘twee kampen mantra’ is gewoon onderdeel van de links progressieve ‘groupthink‘ die buiten zichzelf om niets meer heeft om te benoemen, redeneren, discussiëren en onderhandelen. De karakterloze politici, de politiek correcte media als verlengstuk van de macht – en alle mensen die erachteraan hobbelen – zijn één zo’n kamp, een ondoordringbaar verzorgingstehuis waar het oude links of het nieuwe liberale rechts al lang niet meer wonen of willen wonen.
Dit kamp heeft zichzelf opgesloten. Vroeger ging het verschil tussen liberaal en conservatief (die Loobuyck bij elkaar wil brengen) over waar je economisch stond. Nu is de politiek geclaimd door identiteit, en nemen mensen en groepen niet-onderhandelbare posities in (ik ben moslim! ik ben zwart! ik ben vrouw! ik ben transgender! ik ben nationalist! ik ben klimaatactivist! Maar ook: ‘samen zijn we allemaal één!). Het maakt het sluiten van noodzakelijke compromissen onmogelijk, identity politics zijn een zero-sum game, zoals we overal om ons heen kunnen zien. Het probleem is dus niet twee kampen, maar de afwezigheid van echte kampen met wat tussenruimte.
De oproep van Loobuyck om ‘redelijke accomodatie’ – is uit armoede, uit gebrek aan een redelijke positie. Identiteit bepaalt tegenwoordig – niet het beste idee, of wat moreel juist is, of in het belang van zo veel mogelijk andere mensen. Om het verlies aan positie te compenseren wordt daarom gewichtloos gepredikt over diversiteit en nuance. En moeten er hoofddoekjes in het NOS-journaal (terwijl maar 1,5 procent van Nederland een hoofddoek draagt), moet er iftar gevierd worden bij de politie en we moeten ons maar ‘redelijk accomoderen’ als we miljoenen vreemdelingen in slechts twee kampen moeten opnemen.