Ja. De Franse schrijver Michel Houellebecq is een moralist. Hem wordt vaak verweten geen romans te schrijven, maar pamfletten, waarin hij zijn maatschappijvisie nogal hardvochtig aan de lezer opdringt. Zo’n kwalificatie als pamflettist is natuurlijk bedoeld om hem als schrijver te diskwalificeren, hem bij de canon van de literatuur vandaan te houden, want daar zou alleen plek zijn voor multi-dimensionale romans waar literatuurstudenten en –docenten eindeloos aan kunnen frutselen om er hun scripties, theses en dissertaties mee te kunnen vullen. Inderdaad, dat lukt je niet zo snel met de romans van Houellebecq. Bij hem is een omhoog gevallen ambtenaar op het Ministerie van Landbouw precies de ijdele en standbewuste nietsnut, die je verwacht dat hij is (en, in het echt, misschien vaak ook is). En zijn feministen door seks geobsedeerde lelijkerds, die in de onderdanigheid van hoeren in laatste instantie, om zichzelf te bevredigen, een overwinning wensen te zien van de vrouwelijke brutaliteit op de machocultuur, die de bewegingsvrijheid van vrouwen het liefst beperkt tot enkele meters rond het aanrecht. Houellebecq stereotypeert dus naar hartenlust!
Maar hij doet dat (a) ontzettend geestig, subtiel en venijnig, (b) hij doet dat met een scherpe blik op zijn einddoel (het in zijn hemd zetten van de liberale samenleving) en (c) het publiek stormt er door naar de boekwinkels omdat het een pervers genoegen schept in het volgen van een schrijver die zijn fileermes nooit terugtrekt, maar ‘m dwars door de samenleving, en de luie consumenten die ‘m bevolken, heen steekt. Dat Houellebecq’s boeken consequent bestsellers worden en hijzelf meestal niet te beroerd is om aan zijn persoonlijkheidscultus mee te werken, is dan ook de ironie ten top. Haha! De bittere (boeken)pil als populaire drug. En Houellebecq als rockster van de mensenhaat.
Wie het werk van Houellebecq een beetje kent, zou dan ook niet verbaasd hoeven zijn dat de Franse, politieke elite zich in zijn nieuwste roman, ‘Soumission’, zonder veel kabaal neerlegt bij de groeiende invloed van de islam en in 2022 een presidentskandidaat van moslimhuize naar voren schuift. En dat de schrijver daar, ogenschijnlijk, niet eens zijn afkeuring over laat blijken. In de ogen van Houellebecq zou alles wel eens verkieslijker kunnen zijn dan ‘de wereld als markt en strijd’, de ultra liberale hel, zelfs als het alternatief een Frankrijk onder de ‘sharia light’ is. Het handelsmerk van Houellebecq is immers dat hij met zijn vinger op de pijnlijke, zwakke plekken van onze maatschappij wenst te drukken? Welnu! In ‘Soumission’ is onze goedkope lippendienst aan het vrije woord en de vrouwenemancipatie aan de beurt en zien we een Frankrijk verrijzen zoals EP-parlementsvoorzitter en SPD-kopstuk Martin Schulz dat graag ziet: een stille uitverkoop van verlichtingsidealen ter wille van de sociale en economische vrede. En dat Houellebecq de ‘sharia light’, bekeken vanuit Coca Cola-ogen, presenteert als best wel een ‘pakket’ met aantrekkelijke kanten, onder andere polygamie, is natuurlijk een wending waar hij achter zijn schrijftafel, hoestend van het lachen, menigmaal bij naar de grond is gegaan. De ‘sharia light’ als het overdrachtelijke zelfhulpboek ‘Hoe word ik gelukkig?’, is een vondst om je vingers bij af te likken. Om nog maar te zwijgen van zijn uitspraak dat hij bij lezing van de koran ontdekte dat die inhoudelijk ‘best meeviel’.
Het allerleukste van een Houellebecq-roman is de haat, die hem stelselmatig uit progressieve hoek ten deel valt. In die kringen is het stereotyperen al bij voorbaat een schande en het wordt helemaal grappig nu hij naar zijn kop krijgt geslingerd dat ‘Soumission’ zou kabbelen, niet spannend is, waarmee links nog maar eens bevestigt dat het de verheffingsgedachte volledig los heeft gelaten en zich alleen nog druk maakt of ‘we’ door een boek wel worden vermaakt en meegesleept. Verdoofd. Het verwijt dat de geschetste situatie – een islamitisch georiënteerd Frankrijk – onwaarschijnlijk is, of in 2022 zeker nog niet tot stand is gekomen, lijkt me dan ook niet meer dan het gedreutel van wat linkse kruideniers, die een uitweg zoeken. Die de confrontatie met westerse, liberale paradoxen graag uitstellen. Liefst voorgoed.
Het is, tot slot, té verleidelijk om de grimlach te duiden, waar Houellebecq na de gebeurtenissen bij Charlie Hebdo ongetwijfeld door overmand moet zijn, vermoedelijk de donkerste grimlach uit zijn leven. Bijna zeker is dat hij in die nasleep, in die solidariteit betuigende horden, bevestigd ziet, dat de westerse samenleving liever in ontkenning blijft verkeren, de radicale islam met een zee aan ‘Je Suis Charlie’-borden op naïeve wijze onschadelijk poogt te maken en de gedachte niet wil toelaten dat liefde voor of overgave aan het martelaarschap in die zin superieur is, dat het tenminste nog liefde dan wel overgave is, terwijl de consumptiemaatschappij langzaam maar zeker wordt uitgevreten door marketing, rendementsfetisjisme en liefdeloosheid.
Dank Michel Houellebecq, dat jij die onmisbare schrijver wilt zijn die ons in die onaangename spiegel van het westerse liberalisme laat kijken. Dank dat jij niet klaar stond om met een ‘Je Suis Charlie’-bord de verdoving meteen alweer aan te moedigen. De ‘ware’ schrijver durft alleen te staan!
In jouw geval ben je hopelijk alweer onderweg naar een volgende pijnplek om je vinger op te leggen.