Kwetshuilies houden er van om ‘kritiek’ in hun Safe Space newspeak-0-lizers om te dopen tot ‘fobie’. Bijvoorbeeld islamofobie. En nu ligt er een nieuwe hate crime op de loer: FatFobia. Dat moet in het Engels anders telt het niet maar laten we het gewoon vetfobie noemen. Vetfobie, is dat een overmatig gezonde levensstijl waarbij de lijder aan deze fobie sidderend achter een wortel wegduikt als hij ergens een plakje kaas of een klodder mayonaise ontwaart? Nee, natuurlijk niet, vetfobie is de zoveelste constructie om verantwoordelijke volwassenen zo snel mogelijk in de slachtofferrol te krijgen.
Vetfobie is ‘kritiek op overgewicht.’
En dat mág helemaal niet, van Noortje van Amsterdam (1980). (Noortje studeerde Culturele Antropologie en Sociale Psychologie aan de Universiteit van Amsterdam, uiteraard, het zal ook eens geen vrouwelijke fopwetenschapper van de UvA zijn die slachtofferdingetjes uitbroedt.) Volgens haar is het gemeen om te waarschuwen voor overgewicht, en om dik-zijn als ongezond en eigen schuld te bestempelen.
In overheidscampagnes bijvoorbeeld:
“Dik zijn wordt als slecht en gevaarlijk bestempeld, en dat dikke mensen worden zelf verantwoordelijk gehouden voor hun omvang en de negatieve consequenties die daarmee in verband worden gebracht.”
Nou. Jaaa. Zeg. Gewoon zomaar medische feiten benoemen! En mensen zelf verantwoordelijk houden voor hoe veel ze eten en bewegen! Schande! Kwetsend! Vetfobisch! Laat ik heel duidelijk maken dat ik in dit betoogje niet doel op mensen die door een fysieke afwijking dik zijn. Zulke mensen bestaan, zij maken een miniem deel uit van de populatie obesen (ondanks het feit dat vrijwel iedere dikzak liegt over schildklier, aanleg, medicijngebruik en noem maar op) en zij hebben de pech dat zij buiten hun schuld dik zijn. Maar het overgrote deel der vetzuchtigen eet te veel en beweegt te weinig. Zo simpel is het.
De wereld kent meer mensen met over- dan met ondergewicht. Overgewicht brengt vele gezondheidsrisico’s en -complicaties met zich mee op velerlei terreinen. Diabetes, gewrichtsklachten, ademhalings- en hartproblemen, verminderde vruchtbaarheid, noem maar op. Overgewicht en bijkomende complicaties zijn een epidemie. Of overgewicht lelijk is, daar valt over te twisten. Dat hangt af van het formaat en de verdeling van de vetrollen en van de smaak van de beschouwer. Maar het schoonheidsideaal is, terecht, dun.
En wat doet de antropoloogpsycholoogmevrouw? Kwistig met slachtofferlabeltjes strooien. Zwakke zitzakken voorzien van excuusjes om zich niet al te rot te voelen over hun zelfveroorzaakte afwijking en van de maatschappij eisen dat wij geen waarheden meer verkondigen over een levensgevaarlijke conditie.
Ik durf te wedden dat IEDER dik persoon die zich zonder sjoemelen onderwerpt aan een door trainers en diëtisten samengesteld programma, zal afvallen en ook op gewicht kan blijven. Dat is saai, vermoeiend, niet leuk, kost tijd, maakt hongerig. Dus hee, het hóéft niet. Dikke mensen mogen best dik blijven. Maar het toont aan: dik zijn is een keuze. Ik heb ook geen zin in sla vreten en rondjes rennen, ik leef nu, ik ben vooralsnog klachtenvrij en zie er verdomd lekker uit al zeg ik het zelf dus het zal allemaal wel.
Maar de dag dat mijn knie *krak* zegt of mijn spiegelbeeld me tegenstaat, is de dag dat de realiteit aan mijn deur komt kloppen. Dan kan ik twee dingen doen: sla vreten en rondjes rennen, of snikkend mij voegen bij de slachtofferhorden die door types als Van Amsterdam de hand boven het bolle hoofd gehouden wordt. Het eerste kost moeite en discipline, maar daar word ik gezonder van. Het tweede voelt lekker en ontslaat mij van mijn verantwoordelijkheid, maar zorgt er voor dat ik mijn dagen lelijk, kwakkelend en verongelijkt slijt.
Types als Noortje van Amsterdam willen de wereld redden door iedereen slachtoffer te maken, ook als ze daarvoor selectieve informatie moeten verspreiden (“Uit ander onderzoek blijkt bovendien dat langdurig gewicht verliezen voor de meeste mensen onmogelijk is”) of anderen de mond moeten snoeren (“Dus laten we stoppen met het veroordelen van zwaarlijvigheid, in de media, in gezondheidscampagnes en in persoonlijke interacties.”).
Dik zijn is op de lange termijn altijd ongezond.
Dik zijn is bijna altijd eigen schuld.
Dik zijn is een keuze.
Laten we obesitas dus vooral wél blijven veroordelen en blijven framen voor wat het is: ongezond en onwenselijk. Wie desondanks te zwaar wil blijven en alsmaar moet huilen om deze waarheden, dient juist op een strategische plek nog dikker te worden: kweek er een dikke huid bij.