The painted bird is gevlogen en daarmee zijn we als maatschappij een echte dokter verloren. Professor Bob Smalhout vergeleek zichzelf met een geverfde vogel: spreeuwen die een geel geverfde soortgenoot niet herkennen pikken hem dood. Het overkwam Smalhout nadat hij in 1972 in zijn inaugurele rede ‘de dood op tafel’ had aangegeven dat er jaarlijks minstens 200 patiënten stierven door medische fouten bij operaties.
Door deze, voor die tijd gedurfde, hand in eigen boezem werd hij door vakgenoten gemeden en beschouwd als een verrader, vaak met het dubieuze maar altijd effectieve argument dat de inhoud niet zozeer het probleem was, ‘maar de manier waarop’. Het gevolg van zijn confronterende rede was gelukkig wel dat er meer aandacht kwam voor medische fouten en concrete verbeteringen op het gebied van anesthesiologie.
De Telegraaf verwoordde mooi waarom we deze collega zo gaan missen: Nederland verliest een superieure analyticus, een sociaal geweten, een bevechter van onrecht en tegelijk hoeder van de goede waarden die hij ook wist te duiden, een gedreven wetenschapper en bovenal een man die voor niemand bang was.
In een tijd waarin iedereen krampachtig probeert om binnen de lijntjes te kleuren uit angst om “het systeem” te ontregelen, is lef net zo onontbeerlijk als zuurstof.
Ook nu, ruim dertig jaar later, zijn er weinigen die hun mond open doen om misstanden aan de kaak te stellen. Natuurlijk, uitzonderingen daargelaten: bijvoorbeeld longartsen Wanda de Kanter en Pauline Dekker die de tabakslobby bij de ballen hebben gegrepen omdat roken longkanker veroorzaakt. Of psychiater Kaspar Mengelberg, die zich al jaren met hand en tand verzet tegen het feit dat het DBC-systeem vereist dat artsen diagnosegegevens moeten leveren aan zorgverzekeraars en databanken. Maar over het algemeen blijven we als medische beroepsgroep angstvallig stil. De vraag is tot waar onze verantwoordelijkheid reikt: tot de muren van de spreekkamer of misschien ook daarbuiten?
Professor Smalhout werd de professor van het volk genoemd. Hij was geliefd omdat hij als zich als arts oprecht bekommerde over maatschappelijke “aandoeningen” en ze in zijn columns met scherpe pen aan de kaak stelde. De verloedering van het onderwijs en het verdwijnen van historisch besef: ’de jeugd wordt opgeleid zoals je honden en katten opleidt: geen heden, geen verleden, geen toekomst. Alleen hier en nu’. Over managers: ’heren die met gigantische bonussen naar huis gaan, nadat ze met fusies en reorganisaties rampen hebben aangericht’. Of het verplichte pensioen: “het is een basaal recht van de mens om zinvolle arbeid te verrichten. Dat mensen worden beoordeeld naar hun geboortedatum en niet naar hun capaciteiten is te krankzinnig voor woorden.” Ook stond hij zeer kritisch tegenover de actuele medische opleiding, met name de protocolgeneeskunde daarin en legde juist de nadruk op persoonlijke verantwoordelijkheid, engagement van de dokter, kleinschaligheid, eenvoud.
Hij had terecht een grote afkeer van moderne lariekoek waarmee we onszelf tegenwoordig zo makkelijk voor de gek houden Neem concepten zoals patiëntenparticipatie en shared decision making, waarmee beleidsmakers de blits maken. Smalhout gebruikte vaak de metafoor van een piloot die de expertise en de daaruit voortvloeiende verantwoordelijkheid heeft om zijn passagiers veilig van A naar Beter te brengen. Goddank wordt er vanuit de cockpit geen enkel besluit in overleg met de cabine genomen. Als artsen hebben we de verantwoordelijkheid om op te komen voor de kwetsbaren en om misstanden, voorkomend uit falend beleid, te signaleren. Wij zien namelijk vaak als eerste waar de maatschappij begint te rafelen. Misschien moeten we als medische beroepsgroep ook de hand in eigen boezem steken: we hebben de bal te lang laten liggen, waardoor managers, politieke nitwits en andere gelukszoekers nu bepalen wat gezond is en wat niet. “Ik zal geen handelingen uitvoeren, die niet tot mijn competentie behoren, maar zo nodig plaats maken voor hen, die wel ter zake kundig zijn”, aldus de eed van Hippocrates, die bij mijn weten nooit door zorgverzekeraar wordt afgelegd.
Een collega schreef: “ik denk dat Smalhouts intellectuele nalatenschap inzake medische ethiek en medisch denken onontgonnen en groot is”. Hij heeft gelijk.
We moeten onze witte jas weer aantrekken en de mensen die aan onze zorg zijn toevertrouwd beschermen tegen de spreeuwen.
Rust zacht Dokter Smalhout, ik zal u missen!