Heel schattig. Politieke jongerenorganisaties willen graag dat politici stoppen met nucleaire wapens. Want nucleaire wapens zijn fout, daar krijg je kindjes met 12 hoofden van, en een dieet van blikvoer is echt zóóó niet chill, dus dat moeten wij niet willen met zijn allen. Dergelijke hemeltergende “Als ik het baas zou zijn van het jourrrjnaal was iederrreen lievurrrj en positievurrrj” Kinderen-voor-Kinderen-pleidooien zijn naïef op het domme af.
Heel lief en aardig hoor, een kernwapenvrije wereld. Maar wie gaat een verbod op nucleaire wapens handhaven? Een nieuwe wereldregering? Nee, natuurlijk niet. De realiteit, iets waar idealisten wel vaker moeite mee hebben, laat zien dat ook de landen die wij zien als lichtend voorbeeld van kernwapenontmanteling nog wel eens over de schreef van hun eigen ontmantel-afspraken gaan. Zo raken post-Sovjet staten soms hier en daar grondstoffen voor nucleaire dirty bombs ‘kwijt‘. Logisch, waarom zou een land als Kazachstan niet aan de ene zijde netjes voldoen aan de eisen van de internationale gemeenschap (in ruil voor toegang tot de mieterse IMF-fondsen) en tegelijkertijd via een achterdeurtje nog hier en daar wat leuk spul verhandelen? Het een sluit het ander immers niet uit in de politiek. De praktische onuitvoerbaarheid van bloemetjesjurk-brieven van jongeren die iets te vaak een aai over de bol hebben gekregen als ze vertellen dat ze het verschil gaan maken in de wereld, laat tegelijkertijd een gigantisch gebrek aan besef zien op het gebied van internationale politiek. Kennis die je toch wel hoopt te vinden bij een aankomende generatie nieuwe politici.
Het hele principe van kernwapens bestaat vooral uit het hebben van wapens, niet zozeer de inzet ervan. Kernwapens zorgen ook voor een belangrijke onderhandelingspositie wanneer het gaat om het opleggen van economische of diplomatieke sancties. Zodra het kernarsenaal wordt ontmanteld, kunnen staten niet langer terugvallen op afschrikking als verdedigingsmiddel. Er is een reden waarom nucleaire wapens de afgelopen 60 jaar vooral stof staan te vergaren: de kracht van het nucleaire wapen zit hem vooral in het idee. De toepassingen op het slagveld (qua mate van destructie) is namelijk ook prima te bereiken met de huidige conventionele middelen. Daar heb je geen atoombom voor nodig.
Tegelijkertijd wordt door het bestaan van nucleaire wapens wel een precaire balans in stand gehouden. Soms helpt het, zoals Kenneth Waltz enige tijd geleden in Foreign Affairs betoogde, om kleinere landen zoals Iran wél toe te staan zich nucleair te bewapenen. Op deze manier wordt de militair-strategische balans in een regio hersteld en wordt voorkomen dat Iran zich teveel een ‘underdog’ gaat voelen. Een van de belangrijkste inzichten van het nucleaire realisme is dat staten vooral (interstatelijke) oorlogen beginnen uit angst voor hun voortbestaan Zij zetten namelijk de overleving van hun staat op het spel door een oorlog te beginnen. Waltz wees ook terecht op het feit dat zodra landen nucleaire capaciteiten ontwikkelen, deze landen ook stabielere factoren worden op het internationale toneel.
Tot slot, en voor de jonge aspirant-politici wellicht vooral belangrijk om te weten, is dat zodra politici zich gaan bemoeien met ontwapening, het proces hopeloos wordt vertraagd. Het unilateraal naar beneden brengen van het eigen arsenaal, zoals Frankrijk bijvoorbeeld heeft gedaan, maar ook de Sovjet-Unie in 1991, in navolging van de VS, is vele malen effectiever. Zodra grote nucleaire machten zoals Amerika andere landen gaan vertellen dat ze even kassie-an moeten gaan doen met hun wapens, zal het worden opgevat als ‘de grote wereldmacht die de boel weer even komt feuten’.
De grootste internationale samenwerkingsinitiatieven (zoals de NAVO of de EU) zijn tot stand gekomen tijdens een magische stand van de maan en sterren, op een moment waarop de belangen van de deelnemende landen op één lijn stonden. Zolang dit niet het geval is bij nucleaire ontmantelingsverdragen, zal idealistisch gedram alleen maar averechts werken. Met deze kennis alsnog doordrammen werpt de vraagt op: gaat het de politieke jongerenclubs daadwerkelijk om een veiligere wereld, of om een aai over hun bol die je verwacht te krijgen als je braaf verklaart ‘tegen nucleaire wapens’ te zijn?