Eerst belde Femke Halsema. Aanvankelijk zei ik nee. Waarom zou ik in vredesnaam de persoonlijk woordvoerder van Bram van Ojik willen worden? Daarop gaf Femke een duidelijk antwoord: ‘Weet je, jij bent net zo’n hulporganisatie in oorlogsgebied: je denkt alleen aan jezelf!’ Daarna belde de Grote Leider zelf. Hij wist wel dat ik lid was van de PvdA, maar dat maakte niet uit. Sowieso vond hij dat zijn partij met de grote broer moest fuseren, ‘maar dat mag je natuurlijk niet zeggen.’
Het gaat ook niet om GroenLinks. ‘Het gaat om mij!’ Daarna liet hij een stilte vallen. Dat was hij niet gewend, dat hij zichzelf op de voorgrond duwde.
Ik moet dus ‘het merk’ Bram van Ojik ‘op de kaart zetten’. Vermarkten. Hatseflats. Die naam moet rondzingen als een gillende keukenmeid. ‘En jij kan dat.’ Bram gooide er nog een oneliner tegenaan: GroenLinks? O? Ik?’
‘Dat is Bram’, zei Femke zuchtend. Ze herhaalde kreunend de grap. Ojik. Oh? Ik! ‘Daarom moet je hem pimpen. Je moet hem omhoog duwen. Over een jaar zeggen al die ministers: we gaan eerst bij Bram langs.’
Denkend aan Bram, zie ik lieflijke krullen door oneindig laagland stromen. Bram is het hondje dat je vraagt of ie je een poot wil geven. En dan zeg je: ‘goed zo. Braaf.’ Het wordt nog een hele tour om van Bram van Ojik een sexy modderfokker te maken. Maar dat hoeft ook niet. Daar hebben ze Jesse Klaver voor, de Jim Morrison van het milieu. ‘Die is voor de meisjes.’
Ik belde Femke nog een keer. Moet ik dat wel willen? Ik had ooit Robbie O. gepimpt. Die had ook een saai imago. Dat is slecht afgelopen. Ik was ook een tijdje de persoonlijk stylist van Marriette Hamer. Dat werd ook niks. Femke wilde echter geen nee horen. Toen noemde ze mijn salaris. Daar werd ik stil van. Daar kun je een vluchtelingenkamp vol kiezers drie jaar van te eten geven. Zeker die van GroenLinks.
Marcel Duyvestijn hoopt dat hij desondanks ook zijn lucratieve baantje bij ThePostOnline mag houden. www.liefdevollid.nl