We zijn weer terug bij af. Was de Nederlandse politiek er eindelijk over uit dat het toch niet rendabel zou zijn om zo’n prestigieus evenement te organiseren in crisistijden van de huidige economische omvang, doet één lieftallig schouderklopje van Willem-Alexander op Ranomi’s rug alle geluiden weer verstommen. “Dank je wel meissie, dit is precies wat ik nodig had om mijn periode als koning onvergetelijk te maken.” Willem-Alexander ziet zichzelf al abseilen van de Euromast om vervolgens een triathlon over land, zee en in de lucht te voltooien teneinde uitgeblust de Olympische vlam in Amsterdam aan te steken, zijn goudblonde haardos heroïsch oplichtend in het allesverzengende vuur. In Londen werd weer ontdekt wat op elk sportevenement met successen van eigen bodem te merken is: naast Brood wordt het Nederlandse volk ook dolgelukkig van Spelen.
Opmaat voor de revolutie
Toen enkele jaren geleden de plannen over een hereniging van Amsterdam en de Olympische Spelen werden ontvouwd, waren euforische geluiden te horen. Nederland zou weer een rol van betekenis gaan spelen op het mondiale medailletoneel. Miljarden zouden geïnvesteerd worden om de allesoverheersende obesitas voor eens en voor altijd uit te bannen. We zouden de wereld eens laten zien wat het werkwoord ‘innoveren’ volgens Nederlands maatstaven betekende.
Toen diezelfde plannen echter werden uitgewerkt deinsden politici geschrokken terug van hun eigen poeha. De investeringen zouden onverantwoord zijn, Amsterdam te klein en de kosten konden nooit worden terugverdiend. Totdat bleek dat een stel ouderwetse eilandbewoners op eigen kracht een derde plek wisten te behalen op het enige podium dat er mondiaal toe doet, de medaillespiegel van de Olympische Spelen.
Hoe hadden die Engelsen dat toch voor elkaar gekregen? Een eerste aanzet tot het antwoord werd gegeven door een oud-wielercoach die er samen met zijn pupil Chris Boardman voor had gezorgd dat Engeland in 1992 uit het niets een gouden medaille won op de wielerbaan. Deze man, beter bekend als Peter Keen, was de opmaat voor de revolutie die in Engeland plaatsvond, nadat bekend was geworden dat Londen in de zomer van 2012 de hoofdrol mocht vertolken op het Olympische toneel.
Elk succes begint met dromen
Peter Keen werd in 2004 aangesteld als Prestatiemanager UK Sport, de Britse equivalent van het Nederlandse NOC*NSF. De eerste vraag die hij zichzelf stelde was: “Waarom winnen wij dat niet?” In een artikel in de Volkskrant van afgelopen zaterdag gaat Keen nader op deze visie in. Hij zegt: “De grote successen in het leven beginnen met dagdromen. Mensen die het echt willen, gaan verder dan dat. Ze laten hun dromen uitkristalliseren tot een krachtige visie. Tot ze op het punt komen waar ze kunnen zien wat de volgende stap is. Dan beginnen ze die te plannen.”
En aldus geschiedde. Met geld uit de nationale loterij werd in Groot-Brittannië voortdurend gestreefd naar perfectie, om toeval op het moment van presteren zelf zoveel mogelijk uit te sluiten. De gedachte erachter was dat wanneer alle kleine voordelen bij elkaar zouden worden opgeteld, dit zou resulteren in een significant verschil met de concurrentie. Zo kregen Britse wielrenners op maat gemaakte kussens om op te slapen en dienden zij de nachten door te brengen onder hypoallergene lakens en op matrassen van gelaagde schuimmaterialen. Ook het licht en de luchtkwaliteit werden in het Olympische dorp van de Britten scherp gecontroleerd. Met als leidende gedachte: ook wanneer sporters slapen, slapen zij om te winnen.
Ook de roeiers en de zeilers ontkwamen niet aan de opgelaaide innovatieve geest van de beste performance managers die UK Sport op deze wereld kon vinden. De boten en al het bijborende materiaal werden voorzien van een onzichtbaar laagje polymeer, dat waterafstotend en gewichtverlagend werkte. Het team dat achter de schermen de mountainbikers ondersteunde, berekende zelfs dat het polymeer zoveel water en modder kon afstoten, dat daarmee in een race tot 15 seconden kon worden gewonnen.
De resultaten mochten er zijn. Alleen het zeilen (zes medailles in totaal) en het roeien (negen medailles) verdienden respectievelijk al één en vier gouden medailles. Het wielrennen werd voor de Britten al helemaal een succesverhaal: acht gouden, twee zilveren en twee bronzen medailles.
Toeval bestaat niet
Deze scores duiden er bijna op dat toeval niet bestaat. In Olympische termen wordt dit tegenwoordig genoemd dat de sport het toevalsmodel is ontgroeid. Succes is tegenwoordig zo maakbaar als de dromen die je durft uit te spreken. Het moet daarom maar eens afgelopen zijn met alle politieke bespiegelingen die pas gaan waaien als er verkiezingen naderen. Na de huldiging met bijbehorende lintjesregen op dinsdag beloofden de VVD en de PvdA in het Algemeen Dagblad van woensdag opeens “tientallen miljoenen aan de sport”. Laatstgenoemde partij had het zelfs over “het opleiden van Ranomi’s van de toekomst” door een “actieplan” te presenteren.
Spijtig genoeg weet de parlementaire politiek de begrippen lange termijn, durf en dromen niet met elkaar te verenigen. De enige instantie die het Nederlandse volk tegenwoordig nog bindt is het Huis Oranje-Nassau. Toevallig zetelt in ditzelfde Huis ook het enige IOC-lid dat Nederland rijk. Aan de borreltafel met Mart Smeets deed hij anderhalve week geleden een halfslachtige oproep om het heft voor 2028 weer in handen te nemen. Zo sprak hij onder meer de legendarische woorden: “Ik zeg: ga door.”
Het moet nu maar eens klaar zijn. Het wordt tijd dat de visie die onze Koning in spe vertegenwoordigt (“Het is voor Nederland heel belangrijk om weer een visie te hebben, om te kijken waar we op langere termijn naartoe willen met ons land”) ook daadwerkelijk vorm vindt in zijn presentatie. In plaats van Ranomi in haar oor te fluisteren en Mart van keurige repliek te dienen, dient ons opperhoofd het hongerige volk luidkeels bergen gouden medailles te beloven.
De Olympische Spelen in Londen hebben ons geleerd dat geluk maakbaar is, geef het Nederlandse volk dan geluk! Het is slechts aan Willem-Alexander zelf om zijn woorden daadwerkelijk waar te maken. Hij hoeft maar het balkon van zijn paleis op te rennen, een versterkte toeter te grijpen en uit volle borst te bulderen: “Landgenoten! Ik heb een droom! Laten wij ons verenigen! Ik ben uw man!”
Matthijs Kruk is sportpsycholoog VSPN® bij Sportgeest, waarvoor hij individuele sporters en teams mentaal traint en begeleidt. Kruk publiceerde eerder wetenschappelijke artikelen en columns in diverse sportmedia.