“Wij willen eraan bijdragen dat verantwoord drinken cool wordt (Heineken).” “Om u beter van dienst te kunnen zijn, rijden de treinen op dit traject vanaf heden niet vier maar twee keer in het uur.” “Om een productieve werksfeer te realiseren krijgen jullie straks allemaal een flex-werkplek en verdwijnen de eigen kantoorruimtes.” “Kijken om te beleven (Netflix).” “Je hebt het niet goed verstaan/begrepen/jij moet niet zoveel nadenken.” “Make America Great Again (Trump).” Alles wat Arnon Grunberg en Hanina Ajarai in columns schrijven. Bijna alles wat SJW’ers zeggen. “Religie van de vrede.” “Islamofobie.”
Dit is maar een greep uit de talloze voorbeelden van gaslighting, een vorm van psychologisch misbruik waarbij een slachtoffer, op kleine of grote schaal, aan het twijfelen wordt gebracht over zijn eigen perceptie, geheugen en psychische gezondheid. Bijna niemand ontkomt er nog aan. Gaslighters varen er wel bij om ons in die toestand van chronische twijfel te brengen, want als we waarheid niet meer van leugen kunnen onderscheiden, dan gaat álles erin als zoete koek. Het doel is dus desoriëntatie en dan ondermijning en het vindt tegenwoordig op grote schaal plaats. Vanuit grote bedrijven, de politiek en media, bijna uitsluitend uit links progressieve hoek. Het is tijd voor awareness.
Gaslighting wordt steeds meer als norm voor communicatie van bovenaf ingezet, om zo een heel leger van zombies op de been te brengen: mensen die niet rebelleren, niet afwijken en overal rustig onder blijven. Ik heb het over een groot deel van de samenleving dat door gaslighters uitsluitend nog snoepjes in de smaken ‘fatsoen’, ‘verantwoord’ of ‘saamhorigheid’ wordt verkocht in ruil voor echte kwaliteiten, zoals zelfstandig nadenken, ondernemerschap of moed. Zij bepalen de map of reality, niet wij. In discussie gaan met gaslighters of hun zombies is dan ook -zoals ik ergens las- ‘like feeding blood to the sharks’. Aan het eind ben jij de lul.
Misschien even een korte toelichting bij de mooie term gaslighting. Deze werd -pas- eind jaren zestig gangbaar in de psychische gezondheidszorg (sociopaten en narcisten zijn er grote liefhebbers van) en verwijst naar de film Gaslight uit 1944 met Ingrid Bergman. In de film wordt Bergman door haar controlfreak van een echtgenoot steeds op het verkeerde been gezet. Hij maakt haar wijs dat een plotseling verdwenen schilderij aan de muur door haar moet zijn weggehaald. Ze gaat dichtbij de muur staan, daar waar de contouren van de lijst nog goed zichtbaar zijn op het behang, en denkt na. Hoewel ze zeker weet dat zij het niet was en het zelfs zweert op de Bijbel, gaat ze twijfelen aan zichzelf.
Haar man dimt ook de (gas)lichten in huis. Als zij er iets van zegt reageert hij verbaast en gekwetst. Ze heeft het vast niet goed gezien! Het gevolg is dat ze mentaal gedesoriënteerd raakt, gek dus. Al gauw wantrouwt ze al haar eigen waarnemingen, in plaats van haar man, die ze in al haar naïviteit niet als oorzaak meer kan zien. Het is te vergelijken met het fenomeen waarbij verdachten, hoewel onschuldig, toch misdrijven bekennen. “Als die keurige agenten nu al dagen zeggen dat ik het was, dan zal dat wel!” “Als ik word verkracht door een vluchteling, en iedereen zegt dat vluchtelingen zielig zijn, dan is het dus mijn schuld.”
Het gebeurt.
De ‘met lampjes in de weer’-subtiele, op het oog weinig agressieve methode maakt het effect dus niet minder desastreus. Hoe subtiel dat gaat blijkt wel uit het volgende:
Na de betoging van Erdoganaanhangers in Keulen hoorde ik de NOS-nieuwslezer als eerste in de opening zeggen: “Geen 40.000 maar 30.000 Erdoganbetogers in Keulen.” De Grote Kwestie (een omstreden demonstratie in een vrij land) zonk weg in bagatelliserende bijzaken (die gebracht werden als hoofdzaken) waardoor je perceptie gaat wankelen: is het wel relevant wat daar gebeurt? Helemaal verwarrend wordt het wanneer je berichten in samenhang met elkaar ziet. Die samenhang is opzettelijk. Zo las ik het bericht dat “de publieke omroep helpt in de strijd tegen fascisme en racisme.”
De eerste indirecte boodschap, dat de lange arm van Erdogan als feit blijkbaar niet belangrijk genoeg is om te benoemen (net zoals overigens de zichtbare intolerantie voor westerse waarden vanuit de islam, de groeiende radicalisering en het religieus gemotiveerde geweld), is al een schande op zich. Maar daar overheen wordt ons dus verteld dat de publieke omroep fascisme, racisme en ander onrecht juist aanpakt en voorkomt.
Zo ontstaat de suggestie dat wij het niet snappen, dat het fascisme, het racisme en de intolerantie die wij met eigen ogen denken te zien blijkbaar niet of ergens anders plaatsvindt, binnen een andere dimensie, dichter bij huis wellicht? De onzekerheid wordt bewust bij de kijker gelegd die ineens naakt voor de spiegel moet vrezen voor zijn eigen racistische inborst.
Nog zo’n gekmakende combinatie van boodschappen is ‘religie van de vrede’ en ‘islamofobie’. Door islam als vredelievende toestand te verkopen aan het publiek kan islamofobie een plek in de realiteit krijgen. Want als een liefhebbende, vredelievende echtgenoot de lichten aan en uit doet en dat tegelijkertijd ontkent, dan moet jij wel gek (lees: islamofobisch) zijn. En kijk maar, de anderen zeggen het ook! Er is bijna geen speld tussen te krijgen, precies de bedoeling.
Onze eigen oren en ogen zijn nutteloze instrumenten geworden. De crux is dat de gaslighters over de rug van gek gemaakte slachtoffers de meest verstandige en redelijke mensen op aarde worden. Nou ja, behalve Trump dan. Hij dimt de lichten waar je bij staat, het maakt zijn aanhangers niet eens meer uit dat er tegen ze gelogen wordt. Openlijk of niet, gaslighters hebben niet voor niets een verborgen agenda. De waarheid verplicht ze tot dingen waar ze geen zin in hebben.
Zonder realiteitszin en eigenaarschap over onze huidige grote maatschappelijke problemen zal niets ten goede keren. En met onzin over dat minder treinen goed zijn voor de reiziger valt nog wel te leven, maar wanneer je van alle kanten zo benaderd wordt dan verdwijn je zelf, stukje bij beetje, in een poel van vergeetachtigheid, onmacht en ondermijning.
Want iedereen wordt langzaamaan steeds gekker en zwakker. Een docent die de flexwerk-plek niet ziet zitten en dat aankaart krijgt te horen dat hij blijkbaar iets tegen een open werksfeer heeft. Heeft hij soms iets te verbergen, krijgt hij dan te horen. Heeft hij soms concentratieproblemen? Wil hij niet doorgroeien in de organisatie, misschien hoofddocent worden? Wat is er mis met die man!
Het is ongelofelijk hoe gaslighting in slechts een paar woorden kan zitten. En ongelofelijk hoeveel meer er nodig zijn om het een klein beetje te ontrafelen.