Wie zoals ik de nationale politiek een kwart eeuw volgt, is wel wat gewend als het gaat om politici die menen dat ze het beste kunnen functioneren als de volksvertegenwoordiging hen daarbij niet al te zeer voor de voeten loopt. Maar zelfs ik viel van mijn stoel toen ik onlangs de digitale Volkskrant opensloeg en daarin de uitlatingen zag opgetekend van Frank de Grave.
Frank de Grave, een veteraan van de VVD, kreeg landelijke bekendheid toen hij als lid van de Tweede Kamer in 1989 fractievoorzitter Joris Voorhoeve souffleerde in diens debat met premier Ruud Lubbers over het reiskostenforfait. Dat leidde tot de val van het tweede kabinet Lubbers, maar navranter nog was dat De Grave destijds een microfoontje droeg omdat hij werd geportretteerd voor een televisieprogramma. Dat Voorhoeve in dat debat de buikspreekpop bleek te zijn van De Grave heeft Voorhoeves imago geen goed gedaan, evenmin als zijn hulpeloze crisismanagement tijdens de slachting van Srebrenica zes jaar later.
Maar terug naar Frank de Grave. Die ruilde iets later het Kamerlidmaatschap in voor het loco-burgemeesterschap van Amsterdam. Hem komt de eer toe dat hij als wethouder de financiën van de gemeente weer op orde bracht, hetgeen inmiddels door het metrodebacle overigens weer goeddeels ongedaan is gemaakt. Daarna volgden een staatssecretariaat op Sociale Zaken en een ministerschap op Defensie, waarna hij onsterfelijk werd gemaakt in het satirische programma Kopspijkers, dat hem persifleerde als limonade lurkend jongetje met als motto “Nobody fucks with Frank de Grave”.
De Grave liet al eerder blijken weinig ontzag te hebben voor wat kiezers of achterbannen van politieke partijen vinden. In 2010 zei hij in Buitenhof, dat het toen gesloten regeerakkoord er niet toe doet. De kroon spannen echter de verzuchtingen van de senator in de Volkskrant van zaterdag 9 maart jongstleden.
Omdat de oppositiepartijen in de Eerste Kamer niet wensen mee te werken aan de plannetjes van het kabinet ‘dreigt het land onbestuurbaar te worden’. En vanaf 2015 ziet De Grave het al helemaal somber in: “In 2015, na de eerstvolgende Eerste-Kamerverkiezingen, kunnen de verhoudingen weer heel anders liggen, als er 14 Henk Krollen in de Eerste Kamer komen. Moeten we daar dan ook al rekening mee gaan houden?”
Een prominent lid van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie dat zich erover beklaagt, dat het kabinet rekening moet houden met de gevoelens van de gekozen volksvertegenwoordiging. Thorbecke zou zich in zijn graf omdraaien.