“Ik ben makelaar in gelul en houd kantoor op de Lauriersgracht 37”. Dat zou de eerste zin van Max Havelaar zijn als Multatuli het meesterwerk anno 2012 had geschreven. Niet alleen de grachtengordel, maar heel Nederland is vergeven van adviseurs die je kunnen helpen aan inspiratiesessies, procesevaluaties, handvatten, kernwaardes, coworkers, business coaches en zelfontdekkingsreizen. In deze categorie hebben we ook Durftevragen.com. Het moet gezegd worden, naast gewauwel over verbinden en slow management, toch (naar eigen zeggen) maar mooi de grondleggers van Neerlands populairste hashtag, #durftevragen. Inmiddels vaak afgekort tot het populairdere #dtv. (Mocht u het willen weten, in de afgelopen week werd #dtv circa 3600 keer per dag gebruikt tegenover 1500 keer #durftevragen)
Merkwaardige hashtag
Het is een merkwaardige hashtag. Hoezo “durf” te vragen? Durf betekent “moed”. Weinigen zouden het stellen van een vraag als een moedige daad bestempelen. Natuurlijk zou je een sociologisch betoog kunnen houden over de toenemende individualisering van de maatschappij en de in zichzelf gekeerdheid van moderne burgers. Volgens zo’n analyse zouden we geen vragen meer aan andere (onbekende) mensen ‘durven’ te stellen en is vragen een ‘uiting van moed’ geworden. Dat lijkt mij onwaarschijnlijk. In het dagelijkse leven wordt mij op straat, ondanks de opmars van de smartphone, nog regelmatig de weg gevraagd. Het aantal vergeefse vragen naar vuur is vooralsnog niet afgenomen. Vraagstellers beginnen dan vaak met “Meneer, mag ik u wat vragen?”. Waarop ik dan “natuurlijk” antwoord. Nooit ontdek ik angstzweet bij degene die het korte gesprek aanknoopte. Zelf haal ik niet opgelucht adem als ik op een vraag antwoord krijg in de vorm van woorden, in plaats van klappen. Voor het stellen van vragen heb je in de regel geen lef nodig.
Pim Fortuyn
Toch wordt ook in de ‘echte wereld’ soms een link gelegd tussen “moed” of “lef” en vragen. Als iemand iets onbehoorlijks vraagt, dan kan de ondervraagde partij de wedervraag stellen “waar je het gore lef vandaan haalt om dit te vragen”. Mocht Pim Fortuyn in 2001 al de beschikking hebben gehad over Twitter dan zag een retweet er zo uit. Moedige vraag: @PimFortuyn Moeten we ons integratiebeleid niet aanscherpen om toestroom kansarme moslims te beperken? #atyourservice #dweilenmetdekraanopen. We kunnen dus moedige vragen stellen over onderwerpen die niemand durft aan te raken. Je kunt het ‘gore lef’ hebben om aan een kersverse moeder te vragen of het kind gewenst is.
#Zelfbevestiging
Een zoektocht op Twitter leert dat er weinig moedige of onbehoorlijke vragen worden gesteld. Ze vragen om verloren spullen, woonruimte, gezelschap bij een activiteit of professionele bloggers voor gastcolleges. Doodgewone vragen waar weinig ‘ballen’ voor nodig zijn. Dat verklaart natuurlijk nog niet waarom de durftevragen-hashtags zo populair zijn geworden. Voorlopig houd ik het op het “first-mover advantage” van durftevragen.com. Zij waren er vroeg bij. De hashtags lijken overigens vooral populair onder een hoger opgeleid publiek. Mensen die communicatieprofessionals en managementgoeroes in hun netwerk hebben. Onder een breed publiek is #vraag nog veruit het populairst (gemiddeld 16.000 keer per dag). Al kan deze hashtag bij veel pubers worden vervangen door #bevestigmij. Dus wie helpt dit lieve meisje? #dtv.
Tim Jansen schrijft iedere donderdag een column over social media. Voor schrijfopdrachten of levensvragen kun je Tim gerust benaderenvia Twitter.