De Volkskrant publiceerde op 31 augustus 2004 een groot stuk van Jan Hoedeman over een dreigende breuk van Kamerlid Wilders met de VVD-fractie. Het stuk had als kop: ‘VVD heeft genoeg van rechtse taal van Wilders’ en het beschreef vrij gedetailleerd wat er in de VVD-fractie besproken was. Het ging over het ‘Tien puntenplan’ dat Wilders op verzoek van de Marc Verheijen had opgesteld om een politieke discussie aan te zwengelen in de Limburgse VVD. Tien onversneden rechtse eisen, waarvan een aantal inmiddels gerealiseerd zijn (Maximumsnelheid op de Nederlandse wegen moet omhoog; Ontwikkelingshulp moet worden gehalveerd; terrorismebestrijding gaat boven de bescherming van privacy). Het punt waarover Wilders met de toenmalige fractievoorzitter Jozias van Aartsen overhoop lag was punt 1: ‘Turkije mag nooit lid worden van de EU.’
Geert Wilders had het tienpuntenprogramma gelekt naar de Telegraaf die er op 2 juni mee opende. De avond daarvoor was er een heftige fractievergadering geweest, waarin ook het optreden naar buiten toe besproken was. Van Aartsen had aan Wilders gevraagd met afwijkende standpunten niet zomaar naar de pers te lopen, maar die eerst met hem te bespreken. Van Aartsen had bij die gelegenheid gevraagd of iemand nog iets te melden had. Wilders had gezwegen.
Van Aartsen was laaiend toen hij de Telegraaf zag en belde meteen met Wilders. Maar die nam de telefoon niet op. Via Oplaat, met wie Wilders het Tienpuntenplan geschreven had, kwam er toch telefonisch contact met Wilders, die op wel was naar Kiev. (Toeval bestaat niet).
Wilders zei over dat contact: ‘Ik kreeg van Aartsen aan de telefoon bij de paspoortcontrole, hij huilde bijna van woede. Hij vond het een dolksteek in zijn rug.’ Wilders zegde toe tot september een radiostilte in acht te nemen. Maar hij kon zich niet inhouden. Nog voor september stond hij opnieuw in het middelpunt van de belangstelling door een interview waarin hij zei dat het enige rechtse aan Van Aartsen de krijtstrepen in zijn pak waren.
De fractie vond dat het zo niet langer kon en dat Wilders zich moest conformeren aan de lijnen die door de fractie waren uitgezet, of moest opstappen. De avond voordat het stuk van Jan Hoedeman in de krant stond belde Wilders met zijn vriend Albert van den Bosch. De volgende dag, zei Wilders, zou er een groot artikel in de krant staan waarin anonieme fractiegenoten aan het woord zouden komen die zeiden dat hij moest inbinden en zijn excuses moest aanbieden aan Van Aartsen.
Toen het artikel van Jan Hoedeman in de Volkskrant verscheen was Wilders zeer verontwaardigd. ‘Niets is lafhartiger. Gewoon collega’s die een mes in je rug steken. Mij valt veel te verwijten, maar ik doe het altijd met mijn naam erbij.’ In de fractievergadering zei Wilders: ‘Er zijn collega’s die anoniem de meest erge dingen over me zeggen in de pers. (…) Als die zich niet bekend maken en als er geen afstand van die berichten genomen wordt, ben ik weg.’
Een jaar later verklaarde Jan Hoedeman dat Wilders zelf de bron was van dat artikel…
In 2008 herhaalde Wilders zijn leugenkunsten. Hoewel hij op 7 november 2007 in een gesprek met Ernst Hirsch Ballin (Justitie) en Guusje ter Horst (Binnenlandse Zaken) had laten weten dat zijn film Fitna mogelijk zou eindigen met het verscheuren of verbranden van de Koran, ontkende hij dat in de Tweede Kamer. Toen Hirsch Ballin met zijn toestemming een verslag van het gesprek van 7 november in de Tweede Kamer uitdeelde, riep Wilders dat dat verslag vervalst was. ‘Ik word nu belazerd, belazerd door de minister van Justitie, met dit vod van een verklaring die leugens bevat.’
Op 17 maart 2016 verklaarde Wilders dat een concept van de pletnota van zijn advocaat Geert Jan Knoops was gelekt naar het AD en dat hij de onderste steen boven wil hebben voordat het proces tegen hem zou beginnen. Volgens zijn advocaat was dit lekken ‘een aanslag op het proces’. Wilders’ verontwaardiging was weer even groot als die in 2004 en 2008. Het is zeer waarschijnlijk dat Wilders opnieuw zelf het lek is. In dat geval heeft Arnon Grunberg misschien gelijk en is Wilders niet toerekeningsvatbaar.