Eén van de meest onderbelichte zwakheden van de westerse wereld is de vrijwel doodgezwegen opgave om je leven te leven zonder dat er ooit een sprankje gekte, geestdrift, waanzin of aperte onredelijkheid bezit van je neemt. Steeds vaker tachtig of wel negentig jaar lang. Naarmate marketing, smartphones, tijdlijnen, veiligheidsprotocollen en andere aan data verslaafde fenomenen uit naam van de openbare orde, de volksgezondheid, de welvaart en het dagelijks vermaak steeds verder oprukken, alsmede minutieuze voorspellingen over economische groei, je eigen gezondheid en je persoonlijk toekomstperspectief (‘als je niet nú deze opleiding volgt of dit diploma haalt, raak je achterop’), heb je, dunkt me, geen al te grote verbeeldingskracht nodig om in ons zogenaamd nastrevenswaardige en ‘vrijgevochten’ bastion van Vooruitgang en Verlichting een eindeloos subtiele gevangenis te herkennen, die alle ruimte geeft aan je ratio, maar je delirante ‘zelf’ volledig (tot in het absurde) ontkent.
Voor deze ontnuchterende, maar mijns inziens haarscherpe maatschappijvisie bestaat sinds kort zelfs een prachtig woord, dat ik hier met graagte citeer: de ‘post heroïsche samenleving’.
Ik wil maar zeggen: je hebt heus geen godsdienst als de islam nodig om onze samenleving te ontmaskeren als een ondraaglijk steriele wachtruimte, waar de geest uit de fles is geraakt en de bewegingsvrijheid, als puntje bij paaltje komt, uiterst beperkt is en elke dag steeds beperkter wordt. Om vervolgens je koffers te pakken omdat er elders in de wereld wél – hè, hè – een heilige missie, ‘speciaal voor jou’, ligt te wachten en er daar iets op het spel staat dat je bloed verder opstuwt dan een bonuskaart, een weekaanbieding, de nieuwe iPhone, een huis met garage of een doodskist van prachtig gepolitoerd in plaats van matig afgewerkt hout. Ik hoor al een denkbeeldig reactiepanel ontploffen als zou ik me ernstig schuldig maken aan het vermaledijde weg-met-ons-denken. Maar ben ik nou gek? Of zijn we als westerse wereld gewoon iets te hard bezig onze zogenaamde ‘beschaving’ tot een niveau te tillen, waarop het beest in ons gewoon niets anders meer kan dan eruit te breken? En dan nog niet eens massaal uit te breken (onderschatting van de bonuskaart? ik kijk wel uit), maar incidenteel, en ja, in dit tijdsgewricht van technologische versnelling met potentieel steeds angstaanjagender en dodelijker wapentuig (al is het slagersmes voor de ISIS-terrorist, uit oogpunt van huisstijl, een passender instrument).
Ik wil maar zeggen: je hoeft geen uitzichtloze discussies te voeren over multi-interpretabele soera’s en al of niet tot haat en geweld aanzettende passages in de Koran wanneer wij, in al onze ‘beschaving’, het naakte geweld met een bus Ajax tot in de perfectie aan het schoon boenen zijn en onze oorlogsvoering al reeds hebben gesublimeerd tot computergraphics en professionals die aan stuurknuppels zitten en op knopjes drukken. Dan is het hoogst begrijpelijk (toch?) dat strijders die hun hart volgen en met een armoedig hutspotje in hun maag (of een lege maag) – nog los van welke God ze aanhangen en uit welk boek ze hun levenslessen betrekken – een zekere aantrekkingskracht uitoefenen ten opzichte van verwende piloten, navigators en commandanten, die vanuit een prettige stoel, en met een gezellige biefstuk nog fris ademend in hun buikholte, wat bommetjes gooien op vooraf aan gevinkte coördinaten? Ik wil maar zeggen: verzet en terreur hebben niet alleen een religieuze dimensie, maar ook (en wellicht méér nog) een Romantische. Niet voor niets wist Osama Bin Laden al dat je jongens tussen de vijftien en vijfentwintig moest zien te ronselen. Die ‘leven’ tenminste nog! En kunnen ook nog knapperig ‘sneuvelen’! Je moet ze op het juiste moment ‘grijpen’, want na een bepaalde leeftijd liggen ze aan het infuus van gezin, hypotheek en carrière, doet de lamlendigheid zijn intrede en wordt hun bestaan één langgerekt gapen. Arnon Grunberg wees er gisteren bij ‘Buitenhof’ nog even fijntjes op dat aan ISIS niet in de laatste plaats ‘demografische factoren’ ten grondslag liggen, ofwel: een overschot aan werkloze jongeren in de Arabische wereld, die hunkeren naar geld, erkenning en een licentie om veel seks te hebben, ergo, te mogen verkrachten (ISIS voorziet in alle drie).
Er zullen mensen zijn, die het ongepast vinden dat ik aangaande de ‘clash van culturen’ zo luchtig en cabaretesk mijn woorden kies. Maar is het niet veel ongepaster, zou ik willen responderen, om ISIS avond na avond met dodelijke ernst als kersverse duivel annex splinternieuw kijkcijferkanon richting miljoenen huiskamers te lanceren en zo de laatste glimlach van ons gezicht te willen wissen? Onze laatste, nog ontspannen spieren in een kramp pogen te dwingen?
Geloof me: ISIS zal eerder worden gestopt door een zelfverzekerd Westen dat geen concessies doet aan haar resterende (schijn)vrijheden en, voor zo ver mogelijk, post heroïsch verder kabbelt en consumeert, dan door een opgejaagd en paniekerig volk dat losgaat op de zogenaamd giftige islam.
En die chirurgische smartbommen uit onze naam? Laten we er post heroïsch een liftmuziekje onder zetten en het uitzenden op kanaal vijfhonderd acht- of negenentwintig.