Bij bomaanslagen afgelopen vrijdag op soennitische moskeeën in Bagdad en Kirkoek zijn minimaal dertien onschuldige Irakezen vermoord. Het was in de Westerse pers goed voor een berichtje hier en daar. Want ja, Irak, daar vallen maandelijks enkele honderden onschuldige slachtoffers door stompzinnig geweld van vele kanten. Dus ach, wat is dan dertig dooien, zonder naam, zonder filmpje? En trouwens, wat is nou een paar honderd? In Syrië vallen momenteel maandelijks een paar duizend onschuldige slachtoffers. Burgers die in hun kelder schuilen, en weggebombardeerd worden. Vluchtende burgers die onder vuur worden genomen. Ook zonder naam, zonder filmpje. En o ja, er stierf deze week ook nog een Amerikaan. Ik heb de executie van James Foley niet gezien. Niet gezocht. Ik mis de hiervoor noodzakelijke fascinatie voor geweld, vrees ik.
De moord op Foley toont ons ‘het ware gezicht van IS(IS)’, zo wordt ons van vele kanten verzekerd. Met dat soort retoriek worden we geestelijk klaargestoomd voor de komende oorlog. Net als met dat extra zakcentje voor Defensie. Ze komen eraan! Koop een tank! Maar die executie was voor regionale begrippen natuurlijk niks bijzonders. Alle partijen rekenen op deze wijze dagelijks af met tientallen gevangengenomen tegenstanders. Foley heeft geluk dat-ie niet de volledige behandeling kreeg en niet eerst tot op het bot gemarteld werd. Maar ja, hij moest nog netjes een filmpje inspreken. Dat ‘ware gezicht’ van IS is simpelweg het ware gezicht van de oorlog reikend van Gaza tot aan Iran. Hamas gebruikte deze week simpele kogels om zogenaamde verraders af te maken. En uiteraard ook met de cameraploegen erbij. Let op mijn woorden, dat wordt de nieuwe trend.
De moord op Foley was een provocatie, hoor je ook. Maar dan is dat wél een provocatie waar het Westen maar al te graag op ingaat. Amerika, verklaar ons alsjeblieft de oorlog! Dat is de boodschap van het filmpje. Verklaar ons de oorlog, en de vrijwilligers en de wapens stromen ons toe! Zelfs de stomste puber weet dat je je niet moet laten provoceren. Het westen blijkt nog stommer dan dat. Het laat zich maar al te graag provoceren. En niet alleen het Amerikaanse leger en IS willen dolgraag dat de VS ingrijpt, ook de Koerden hopen vurig op Amerikaanse interventie. Een interview in NRC Handelsblad (23 augustus) met Fuad Hussein, de chef-staf van president Barzani van de Koerdische autonome regio, opent met:
‘Dagelijks krijgt hij de noodkreten op zijn telefoon. Berichten van vrouwen die gevangen zitten in door de Islamitische Staat (IS) bezet gebied. “Wij zijn bereid dood te gaan,” schrijven ze, “Laat die vliegtuigen maar bombarderen. Zodat zij dood gaan en wij ook.”’
Vrouwen die effe een Koerdisch kopstuk sms-je sturen dat ze best gebombardeerd willen worden. Geeft niks hoor! Blaas ons maar op voor de goede zaak! En de NRC schrijft het keurig op. Daar geloven ze zoiets blijkbaar. Die Hussein denkt zeker dat wij allemaal dat soort onzin geloven. Ach, als het de Amerikaanse bommenwerpers weer wat dichterbij brengt… Even verderop zegt hij:
‘De info die wij krijgen is dat in een van de IS-gebieden een zaal is vol vrouwen, kinderen, meisjes. Iedere zoveel uur komen IS-mannen binnen. Iedereen begint dan angstig te schreeuwen. Ze kiezen, meisjes, vrouwen, kinderen. Sommigen worden meegenomen om seksuele relaties mee te hebben. Anderen worden verkocht.’
U mag het van mij allemaal geloven. Wie weet is zo’n gerucht nog een beetje waar ook. Maar ik mis die fascinatie voor geweld, en geloof hier dus geen moer van. Maar ach, wat zijn ze toch heerlijk die afschuwelijke, ongelofelijk wrede en toch zo licht prikkelende Arabische sprookjes. Ooit werden westerlingen ervan beschuldigd dat ze dat soort verhalen over supergeile Arabieren en hun harems verzonnen – nu worden ze dus gratis aangeleverd. En het werkt ongetwijfeld. Want zeg nou zelf: wie na een dergelijk vreselijk verhaal nog op defensie wil bezuinigen, die moet toch een beest zijn?
Verder klaagt Hussein wat over Bagdad, bedankt bij de Amerikanen voor hun eerste wapenzendingen, beweert dat de IS over scherpschutters beschikt met een bereik van 2,5 kilometer (zo’n beetje het uiterste dat de best getrainde westerse scherpschutter onder ideale omstandigheden met het meest geavanceerde scherpschuttergeweer kan halen – laat ze maar komen, is zijn boodschap) en waarschuwt hij dat de Koerden écht niet van plan zijn IS ook uit Syrië te verdrijven. Dat moet het Westen maar doen. Dan moeten ze Assad maar steunen. En wie weet gaat dat nog gebeuren ook. We zijn er hier gek genoeg voor.
Wapens willen ze hebben. Hoe meer hoe beter. Daar knapt de regio echt helemaal van op. In feite doen de Peshmerga’s momenteel weinig anders dan enige symbolische rek- en strekoefeningen. Al die wapenzendingen moeten uiteraard goed bewaard worden voor als het échte gevecht gaat beginnen – voor de Koerdische onafhankelijkheid. Die zaal vol vrouwen, kinderen, meisjes, die zal nog effe moeten wachten.