Israël gaat komende dinsdag naar de stembus, en Natanyahu gaat winnen. Dat kan niet anders. Het enige waar hij last van heeft, zijn politici die nóg rechtser zijn, en nóg beter in loze stoere praatjes. Het wordt een overwinning met een zwart randje, dat wel. Zijn partij (Likud-Beitenu, een verbond met Israël Beitenu) zal minder stemmen vergaren, maar blijft de grootste en Netanyahu mag straks weer een regering formeren.
Niemand die daar enthousiast over is. Israël is zijn sterke man eigenlijk spuugzat, maar Israël gelooft heilig in de noodzaak van een sterke leider, en er is geen ander. Netanyahu cultiveert dat imago uiteraard.
De afgelopen maanden wist hij voortdurend de aandacht te trekken met waarschuwingen voor de Iraanse nucleaire dreiging, en stoere praatjes over een mogelijke Israëlische ‘verrassingsaanval’ (waar de verrassing allang af was).
Maar hij had het eigenlijk niet nodig. Dankzij zijn verbond met Israël Beitenu (van de voor corruptie terechtstaande ex-minister Avigdor Lieberman) had hij zich allang van de toppositie verzekerd, en de linkervleugel is al jaren hopeloos verdeeld.
De Arbeiderspartij heeft geprobeerd om campagne te voeren op sociale thema’s, zoals de groeiende armoede, maar dat was aan dovemansoren gericht. De Israëlische bevolking is er in overgrote meerderheid van overtuigd dat dat soort problemen veroorzaakt worden door de internationale situatie; doordat Israël het zo zwaar heeft; doordat Israël ingesloten wordt door boeven en schurken.
Zodra dát probleem is opgelost, zal het ongetwijfeld ook economisch beter gaan. En daar is een sterke leider voor nodig. Een die het Palestijnse probleem hard aanpakt. Of beter: belooft dat te doen.
De enige echte bedreiging voor Netanyahu is een Naftali Bennett, een internetondernemer die zeven jaar geleden zijn bedrijf verkocht en zich sindsdien à la Mitt Romney presenteert als de succesvolle zakenman die ‘dus’ van aanpakken weet. Hij diende even onder Netanyahu maar kreeg ruzie met diens tang van een wijf, (Sara), en was tot voor kort leider van Yesha, de kolonistenbeweging. Onlangs heeft hij de resten van de ineengestorte Nationale Religieuze Partij bij elkaar geveegd en omgedoopt tot Habayit Hayehudi (‘Het joodse thuis’). En nu trekt hij volle zalen, door zich nóg stoerder voor te doen dan Netanyahu.
Diens partij is radicaal tegen een Palestijnse staat, maar aangezien Netanyahu, uiteraard uitsluitend voor het bezorgde buitenland, ooit eens gezegd dat hij wel wilde nadenken over een tweestatenoplossing, vindt Bennett Netanyahu een levensgevaarlijke slapjanus.
De Volkskrant van vrijdag 18 januari bevat een interessant sfeerverslag van een campagnebijeenkomst. Bennett pleit ervoor om het grootste deel van de Westelijke Jordaanoever gewoon te bezetten, en de Palestijnen aldaar tot Israëlisch staatsburger te maken, als ze dat willen. Zo niet, dan worden het (net als de bewoners van de resterende deel) tweederangsburgers onder Israëlisch gezag.
Geen probleem. Bennett: “Geloof me: het Amerikaanse Congres, in welke samenstelling dan ook, zal hulp aan Israël nooit staken. In Europa zullen ze anderhalve dag protesteren.”
En de Palestijnen? Daar stuurt hij het leger op af. De verwachting is dat de gladde ‘succesvolle’ zakenman een redelijk deel van Netanyahu’s aanhang naar zich toe zal weten te trekken. De volgende ‘sterke man’, wellicht.
“Zodra we vrede met de buren sluiten, zullen we elkaar opeten,” zo vat een Israëli de situatie waarin zijn land zich bevindt, kernachtig samen (NRC Handelsblad, 14 januari). Vrede zou betekenen dat het land oog in oog komt te staan met de immense sociale problemen en spanningen binnen de landsgrenzen. Dat kan het niet langer denken dat alle ellende veroorzaakt wordt doordat iedereen tegen Israël is. Dat het de Israëli’s zélf zijn die het land hebben gemaakt tot wat het nu is: verarmd, hard, onleefbaar. 37 procent van de bevolking denkt series na over emigratie.
Maar het land écht ontvluchten, daarin slagen er maar weinig. En dus gelooft men liever in de sterke man, die de problemen oplost door ‘de vijand’ keihard aan te pakken. Geen probleem, want Amerika zal haar 52e staat nooit in de steek laten.
En de Palestijnen? Die zullen zich er uiteindelijk ongetwijfeld bij neerleggen dat ze hun land en hun waardigheid verliezen. Het is immers een volk zonder verleden. Eigenlijk is het helemaal geen volk, zoals de Israëli’s dat wel zijn. Denkt men. Hoopt men. Maar eigenlijk willen de Israëli’s men daar niet over nadenken. Dan liever wegdromen.
Hoe lang blijft een vernedering leven? Sjiieten herdenken jaarlijks een verloren veldslag van dertienhonderd jaar geleden. De Amerikanen zullen nog lang de portemonnee moeten trekken.