Column

Corstiusgate (en Job Gosschalk) #Metoo

07-11-2017 16:57

Nogmaals, voor de hardhorenden: Jelle Brandt Corstius is zelf publiek gegaan met zijn vreemde verkrachtingsverhaal en Gijs van Dam ontkent stellig. Genoeg reden om hier publiekelijk iets van te mogen vinden. Hoe waarschijnlijk is het dat Gijs van Dam op zijn werk de zoon van een beroemd en machtig columnist drogeert om hem te kunnen verkrachten? Hoe waarschijnlijk is het dat de machtige zoon van Hugo Brandt Corstius daar de volgende dag niet bij de baas en de politie melding van doet? Hoe waarschijnlijk is het dat de psychopaat die zoiets doet niet in de vijftien jaar daarna een keer tegen de lamp loopt? Hoe waarschijnlijk is het drogeren waarbij je als hetero gedwongen kan worden tot orale seks maar anale verkrachting kan voorkomen? We kunnen niets uitsluiten maar er is geen weldenkend mens meer die het gelooft.

Smaad, laster, aanklagen!

Je mag dus vermoeden dat JBC een waanidee in zijn hoofd heeft. Geen normaal, gewetensvol mens verzint een verkrachting. En JBC deinst er niet voor terug om het leven van een medemens te verwoesten. Vandaar de theorie over een stoornis, in mijn vorige column. Wat nu eenmaal erfelijk kan zijn. Men erft de intelligentie van de moeder en het karakter van de vader, Schopenhauer zei het al, ik kan er ook niets aan doen. Maar wat waren de deugmensen woest! Jelle mocht alles schrijven maar dit was schandalig! Ook de beroemde filmmaker Martin Koolhoven wenste zijn zegje te doen, op Twitter: “Het meest schandalige en domste stuk over de kwestie.” En NRC-columnist Jan Kuitenbrouwer: “Mooi om te zien hoe TPO zich blijft ontwikkelen en het niveau telkens weer een beetje lager wordt.” Iemand anders twitterde het stuk naar de advocaat van JBC. Smaad, laster, aanklagen! We wachten het in spanning af.

De affaire JBC is een fascinerende wending in de MeToo-beweging. Het laat zien hoe een debat kan ontsporen, hoe mannen vogelvrij worden, mikpunt van een volksgericht, de schandpaal, een heksenjacht. En hoe de mannenhaters los gaan. Schrijfster Alma Mathijsen mocht tweemaal bij DWDD verkondigen dat zij misbruikt was. Omdat ze in een dronken bui één keer zachtjes ‘nee’ zei tegen een vriend en het daarbij liet (zo blijkt uit een oud NRC-artikel). Asha ten Broeke schreef afgelopen vrijdag een krankzinnig stuk over slachtoffers die per definitie geloofd dienen te worden. Het werd – tekenend voor zijn geestestoestand – op Twitter meteen gedeeld door JBC. Een regelrechte ondermijning van de rechtstaat. Maar met de affaire JBC kwamen velen gelukkig weer bij zinnen. Opeens zagen we hoe het leven van een medemens geruïneerd werd, hoe een misschien wel onschuldige man voor de rest van zijn leven beschadigd werd, en hoe Asha ten Broeke en haar soort erbij staan te juichen. Dat inzicht hebben we te danken aan het optreden van Gijs van Dam en Peter Plasman bij Pauw.

Van goede bedoelingen naar een massa-hysterische ‘trial by media’

De dag na dat optreden kregen we helaas NRC-vrouw Joyce Roodnat weer aan tafel, voor de zoveelste keer. Als iets duidelijk was, zei ze, dan was het toch wel een pets op de billen. Kijk, daar kon geen misverstand over bestaan! Het punt was echter dat iedereen wel kan beweren dat hij of zij een pets op de bil heeft gekregen. Het ontging Roodnat, terwijl ze het er ‘op de redactie’ toch zoveel over hadden gehad. De ombudsman aldaar geeft nu trouwens openlijk toe dat ze hun columnisten niet aantrekken op basis van kwaliteit maar op basis van kleur en geslacht, maar dat terzijde.

De bedoelingen van velen in de MeToo-actie zijn goed maar het ontaardt in een massa-hysterische ‘trial by media’. De toorn van sommige dames doet de heren sidderen en maakt overigens ook bijzonder onaantrekkelijk. En maar zwelgen in het slachtofferschap. In Engeland is afgelopen zomer een vrouw veroordeeld die vijftien mannen onterecht van verkrachting beschuldigde (zie hier). Ten Broeke, Koolhoven en Kuitenbrouwer zullen het wel een schande vinden.

Laatste nieuws: Job Gosschalk trekt zich terug, de machtigste casting director van Nederland. Toevallig deed ik bij hem ook een casting, in 2004. Ik heb zijn e-mails en mobiele nummer nog. Helaas hoefde ik bij Job niet uit de kleren (zoals bij die Hollywoodproducent), anders had ik misschien een mooie hoofdrol gekregen. Om Theodor Holman te citeren: “Als ik toen had moeten toekijken terwijl hij zich in de douche aan het aftrekken was, had ik dat onmiddellijk gedaan.”