De Belgische psychologe Elke Geraerts concludeerde in haar proefschrift in 2006 dat ‘verdrongen’ herinneringen aan seksueel misbruik die dankzij therapeutische sessies boven tafel komen, waarschijnlijk vals zijn (zie hier). Het illustreert nog eens dat het verantwoord is om te twijfelen aan het verhaal van Griet Op de Beeck dat zij zich van vier jaar lang seksueel misbruik niets herinnert omdat zij de herinneringen op Freudiaanse wijze ‘verdrongen’ zou hebben. En er is nog veel meer onderzoek en literatuur, waardoor bijvoorbeeld Asha ten Broeke in 2011 tot vergelijkbare conclusies kwam en een hoogleraar in de geschiedenis van de psychologie – Douwe Draaisma – deze week op Tzum het volgende schreef:
“De huidige opvattingen over wat zich bij traumatische gebeurtenissen in het geheugen afspeelt zijn het tegendeel van die van de psychoanalyse en de hervonden herinneringen. Geen verdringing als beschermingsmechanisme, geen afwezigheid van taal die herinneringen laat verdwijnen, er wórdt niets begraven, weggestopt of geblokkeerd, het probleem van mensen met een posttraumatisch stresssyndroom is juist dat ze de herinnering niet kwijtraken.”
De ‘Liefde voor waarheid’ was in deze zaak dus voldoende reden om in de pen te klimmen en dat is dan ook wat Max Pam met zijn column in de Volkskrant vorige week deed. Maar we kunnen nog wel een reden bedenken. Misbruik is ernstig maar een valse beschuldiging van misbruik is dat natuurlijk ook. Als er een grote kans is dat een beschuldiging onterecht is, mag daar op gewezen worden. We kunnen zelfs stellen dat het afkeuren of verdacht maken van twijfel, als die nu eenmaal terecht is, moreel verwerpelijk is. Mensen die dat doen ontzeggen een verdachte als het ware een eerlijk proces, zelfs als duidelijk is dat er een grote kans is op onschuld.
Tot botte hoofden wil dat allemaal niet doordringen. Het onbegrip was niet van de lucht. Dat geldt ook voor Griet Op de Beeck zelf, die in een radio-interview nog eens herhaalde dat twijfel aan haar verhaal (van een ‘bepaalde type, cynische mensen’) andere slachtoffers doet zwijgen. Terwijl het de dubieuze therapieën en herinneringen zijn die de twijfel oproepen en daarmee een eventueel zwijgen van anderen tot gevolg hebben.
Tamelijk krankzinnig was de reactie van schrijver Jamal Ouariachi, die in Vrij Nederland concludeerde dat het enige juiste perspectief dat van het kind is (dat is het dus niet), dat je Griets vader sowieso haar beroerde jeugd kon verwijten (ook dat staat niet vast), en dat er iets heel erg mis was met het wantrouwen van ‘haar pijnlijkste geheim’ (het tegenovergestelde is eerder het geval). Hoe je na een week vol berichtgeving zo de plank mis kan slaan, het blijft verbazen.
Ook ‘interessant’ was de reactie van enkele feministen. Renate van der Zee spuide haar gal over ‘mannelijke columnisten’ in een artikel in Opzij en Simone van Saarloos koppelde de column van Max Pam aan ‘witte superioriteit en patriarchale onderdrukking’ (op de feministische website Vileine). Toch gek dat de dames niet op zo’n toer gaan wanneer bovengenoemde Elke Geraerts of Asha ten Broeke verdrongen herinneringen in twijfel trekken. Van Saarloos zag Max Pam nu vooral “als iemand die het verminderen van zijn oververtegenwoordiging wil tegengaan.” Ik kan mij vergissen, maar volgens mij zijn zulke verdachtmakingen op basis van geslacht en huidskleur onvervalst seksistisch en racistisch.