Het gaat dan toch gebeuren. Brussel zet de aanval in op nepnieuws. De Europese Commissie heeft een groep van 39 experts samengesteld die inlichtingen en bestrijdingsmiddelen gaan aanleveren, opdat Brussel bij machte is iedere hoax onschadelijk te maken.
Wat de invloed en de schade van nepnieuws is weet niemand, maar politici dichten het grote krachten toe. Het verhaal dat nepnieuwsberichten vanuit Rusland de presidentsverkiezingen in Amerika beïnvloed hebben is bij u bekend. Of – en in welk mate – er sprake is geweest van invloed weten we niet. Uitspraken over de impact van nepberichten zijn namelijk een slag in de lucht.
Een groot onderzoek onder Amerikaanse kiezers zou uitkomst kunnen bieden. Ik suggereer de volgende vragen: is tijdens de verkiezingscampagne uw voorkeur voor een kandidaat veranderd? En door welke gebeurtenis(sen) is dat wel of juist niet gebeurd?
Wanneer nepnieuwsberichten dan als aanleiding worden genoemd, krijgen we een beeld van de invloed die nepnieuws op onze meningsvorming kan hebben.
De Amerikaanse Democraten – die hun verlies in belangrijke mate wijten aan Russisch nepnieuws – hebben nog geen opdracht voor zo’n onderzoek gegeven. Ik vermoed dat zij de uitkomst vrezen, dat de verdachten vrijuit gaan en hen zelf een mooi politiek verhaal uit handen wordt geslagen.
Bovendien is de Democratische Partij een patiënt die het eigen aandeel in de verloren verkiezingen nog altijd niet onder ogen wenst te komen. En zo’n onderzoek zou hen in die onaangename richting kunnen duwen.
Hoewel nieuwsgierig naar de uitkomst, kan ik mij niet anders voorstellen dan dat de invloed van nepnieuws op onze samenleving uitermate gering is. De dagelijkse stortvloed aan nieuwsberichten is zo groot – en het aandeel daarin van nepnieuws zo klein – dat een hoax niet veel langer dan de levensduur van een fruitvlieg heeft.
Bovendien – zo schreef historicus Geerten Waling afgelopen zondag in de Volkskrant terecht – zijn er journalisten en burgers genoeg, om onzinberichten binnen no time te ontmaskeren. Dat is de verdienste van een radicaal open debat, waar juist een overheid ontbreekt die zich bemoeit met wat waar en wat niet waar is.
Het onbenul over de impact van nepnieuws weerhoudt Europese politici er echter niet van het belang van nepnieuws naar een hoger plan te tillen. Daarmee worden gesprekken en afspraken gerechtvaardigd, die de Europese Commissie wenst aan te gaan met nieuwsmedia.
Minister Ollongren suggereerde in het tv-programma WNL Op Zondag al een systeem van vergunningen voor sociale media. Vergunningen voor websites en kranten is de volgende stap. Ja, op die trein zitten we.
Het vrije verkeer van nieuws en meningen is er niet alleen voor de verzenders van nieuws en meningen. U heeft ook het recht om te vernemen wat anderen te zeggen hebben. Of dat nieuws nu waar is of niet; of de meningen u bevallen of niet. Het beoordelen van de inhoud is aan u.
De betrouwbaarheid van de verzenders is daarbij geen vanzelfsprekendheid, maar wordt steeds opnieuw verdiend na een kritische blik en een gezonde dosis achterdocht.
Het recht op informatie vindt u in Artikel 10 van het Europees Verdrag van de rechten van de Mens. Volgens het verdrag hebben wij de vrijheid ‘om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of te verstrekken zonder inmenging van enig openbaar gezag.’
Dat lijkt een garantie tegen overheden die broeden op maatregelen tegen onjuiste nieuwsberichten. Maar het wetsartikel biedt ook overheden ruimte om ons recht weer in te perken. Dat kunnen overheden doen ‘in het belang van nationale veiligheid’.
U begrijpt waarom nepnieuws inmiddels een zaak van nationale veiligheid is. En dat voor een fenomeen waarvan de minister ons nieuwe voorbeelden schuldig blijft en de impact een raadsel is.
De vraag is wat een Europese rechter zwaarder zal laten wegen: het individuele recht op informatie zonder tussenkomst van enig openbaar gezag óf de claim van een overheid dat we hier te maken hebben met een zaak van nationale veiligheid?
Ik zou zo’n zaak wel aandurven. Want een overheid met de ambitie om het echte van het onechte nieuws te scheiden is een overheid met plannen om onze nieuwsstroom te reguleren. De stilte hierover in de volksvertegenwoordiging en op nieuwsredacties duurt al veel te lang.
Deze column is eerder gepubliceerd op RTLZ.nl.