Vogels die door jagers worden doodgeschoten hebben weinig met elkaar gemeen. Elk vogeltje dat tot een sappig maaltje kan worden bereidt is een doelwit voor de jagende mens.
Een ding hebben ze echter wel gemeen: ze zijn buitengewoon dom! Tot die conclusie kwamen Deense onderzoekers nadat ze neergeschoten vogels onderzochten over een periode van maar liefst 55 jaar. Neergeschoten vogels hadden aanzienlijk kleinere hersenen dan hun soortgenoten. Slimme papa en mama vogels leren hun kinderen niet alleen om te vliegen, wormen te eten en op eieren te broeden, nee ze leren ze ook hoe je besnorde mannen in malle hoge regenlaarzen moet ontwijken. En zo wordt de vogel als soort steeds intelligenter. Wat overigens wel kwalijke gevolgen heeft voor alle adhd en down vogeltjes die vrolijk rondvliegen boven mannen met oranje hesjes, de favoriete kleding van vogeljagers.
Men mag aannemen dat ook in de rest van de dierenwereld alleen de typetjes die ‘traag van begrip’ zijn worden neergeknald. Leeuwen met een concentratieprobleempje blijven lekker lanterfanten terwijl in de verte het geluid van een range-rover te horen is, bruine beren die te lui zijn om de zalm uit rivieren te scheppen en denken dat ze met een brul alle kampeerders kunnen wegjagen en vervolgens alle lekkernijen uit de tenten kunnen roven. Of de harige Nederlandse spin die zich een tarantula waant en dwars over het karpet van eengezinswoning wandelt. Pang, splats, boem! Dood door zwakzinnigheid.
En zo is elke jager mede verantwoordelijk voor het intelligenter maken van de dieren. Darwins Survival of the Fittest in zijn zuiverste vorm. De jagende mens zorgt superbeschaving onder de overgebleven soorten.
Iedereen die de feiten uit dit Deense onderzoek goed tot zich laat inwerken kan dan ook maar tot een conclusie komen: een echte dierenliefhebber jaagt!
