Mick Jagger en ik

25-07-2018 14:18

Mick Jagger wordt deze week (26 juli) alweer 75! TPO’s Jan-Henk Zandberg (een Diehard-Stones-fan) ontmoette de Man of Wealth & Taste liefst twee keer.

Het blijft natuurlijk de gevaarlijkste tak van sport in de journalistiek: het ontmoeten van je helden, voor je het weet zijn ze nurks, verwend en onbeschoft. En zeker als je zoon ook nog Mick heet (zoals die van mij), dan is de emotionele inzet vrij hoog. Gelukkig hoef ik niet naar de burgerlijke stand voor een naamsverandering, want Mick Jagger himself bleek bij onze eerste onmoeting (ja, dat kan ik zeggen: éérste ontmoeting) in 2003 een man van wealth & taste. Sterker nog: deze grootste superster ever redde mij van een bijna doodervaring, toen bij het begin van ons interview mijn recordertje (nog met bandje) pardoes vastliep. Resoluut pakte Sir Mick het apparaat van tafel, drukte met enige autoriteit op een paar knoppen (hij zal vast duizenden van die dingen in zijn carriere hebben gezien) en prompt waren we weer in de lucht.

Zijn geblokte bodyguard (ex-SAS) ontplofte van woede

“It’s rolling”, waren zijn eerste woorden op die tape. Keith (Richards, red.) bleek al even sportief. Na een tête-à-tête in München wilde ik ongevraagd nog even een selfie avant la lettre (we schrijven nog steeds 2003) met hem maken. Niet voor mijzelf (tuurlijk niet), maar ter publicatie, dat spreekt. Zijn geblokte bodyguard (ex-SAS) ontplofte van woede en wilde mij fluks in een nekklem nemen, toen Keef volstrekt relaxed zijn arm om mij heensloeg en met zijn Jack Nicholson-grijns voor mijn cameraatje ging poseren. Dus ja, pleased to meet you, Glimmer Twins. Dat de entourage – en wat management – toen niet al te blij was met mijn spontane actie, begrijp ik nu, sinds ik bij hun meeste recente No Filter tour, die ze deze maand voorlopig afsloten, alwéér door Jagger was uitgenodigd voor een ongedwongen Meet & Greet backstage.

Dat is namelijk een strikte off the record-gebeurtenis, waarbij je contractueel afspreekt er niets over naar buiten te brengen. Met name de kleedkamer-foto (dit was de opstelling: Ron, Keith, ik, Mick, Charlie) mag niet verder komen dan je eigen nachtkastje en tourmanager Sheryl vroeg vriendelijk om mijn indrukken niet in schrift uit te brengen, maar ze zullen mij vermoedelijk niet sue-en, als ik nu bij TPO stiekem meld dat de Stones weer sympathiek, humoristisch en met name aangenaam bescheiden waren. Dat geldt overigens ook voor hun telgen, die eveneens met de widebody privé-Boeing 767, inclusief vette Stones-tong bestickering, naar de zinderende concertlocatie waren ingevlogen. Elizabeth Jagger (Mick’s twee na oudste dochter & fotomodel) en Theodora Richards (Keith’s één na oudste dochter en fotomodel) mingelden bijvoorbeeld met werkelijk iedereen in de Stones VIP-ruimte.

Het Nederlands Elftal van 1974

Alle statistieken rond de Rolling Stones (anno 1962) zijn inmiddels duizelingwekkend. De talloze schandalen, het hedonistische druggebruik, de vrouwen & minnaressen, het aantal hits, de studio-albums, de scabreuze tournee’s en de opvallend bezielde optredens van nu. En als je dan toch een metafoor zoekt voor de klasse, het continue succes, uithoudingsvermogen, eeuwigheidsduur en brutaliteit van de Greatest Rock’n’Roll-band in the World, kan je ze prima vergelijken met het glorieuze Nederlands Elftal op het WK van 1974. Maar dan dat diezelfde Oranje-equipe in bijna precies dezelfde opstelling om de twee jaar nog steeds uitkomt op een internationaal toernooi en dat ze – jawel – ondanks hun leeftijd (allemaal diep 70+) alle jongere topteams steevast het snot voor de ogen spelen. Niet voor niets vergeleek de legendarische pop-journalist Jip Golsteijn de conditie van Sir Mick in de seventies met die van Johan Neeskens. Full-disclosure: Ik haalde hetzelfde geintje uit in 2003, maar dan met Edgar Davids. De vergelijking is nog  steeds legitiem, met eigenlijk elke hedendaagse sportprof, wat inderdaad iets zegt over het wonder van Jagger’s (Dartford, 26 juli 1943) verbluffende gestel.

Het uitzicht van Mick Jagger

Hetgeen helemaal onderstreept wordt, als ik van Stones-production-manager Dale vanuit de coulissen even het No Filter-podium op mag lopen. Dit is dus een Jagger-eye view (met zwarte guyliner, inderdaad) op het gigantische en bijkans horizonloze plankier, waarbij een catwalk als een soort startbaan door het publiek loopt, om uit te komen op een spin-off-stage, die bijelkaar de fysieke impact hebben van een halve marathon. De exclusieve rondleiding door dit inner sanctum van The Rolling Stones leidt verder langs de backlines van Ronnie (van wie ik ik trouwens nog twee plectrumpjes ontving) en Keith, die bestaan uit hele falanxen van Fender -en Gibson-gitaren in oorlogsopsteling. Ik zie Mick’s aandoenlijk eenvoudige podiumkleedkamertje voor de kostuum-wisselingen tijdens de show en ook de reserve Gretch-drumkit van Charlie Watts (76). Ondertussen wijst Dale de hoogte in, richting de vier gigantische video-torens. “Die alleen al zijn goed voor twintig trucks.”

Wanneer drie kwartier later tijdens de kick off-song Sympahty for the Devil (‘Pleased to meet you’) later de miljoenen LED’s op deze schermen in inferno-rood oplichten, blijkt dat de band (geen grapjes over de combi-leeftijd, maar inderdaad die zit dicht tegen de 300 jaar aan) on fire is. Vooral Keef, die met zijn kromme vingers verscheurend vuile klappen geeft op zijn Telecaster. In zijn open G-tuning steelt de Riffmaster de meer dan twee uur lange show in warhorses als Street Fighting Man, terwijl Jagger ronddartelt alsof we niet in een voetbalstadion in de zomer van 2018 zijn, maar in Madison Square Garden 1969. Om met Richards te spreken: de tigers zijn out. En ja, uit dit concert put ik nu elke dag nog steeds energie. Jagger mag dan 75 geworden zijn, over tien jaar staat ie er nog. Ik heb zijn power en levenslust van dichtbij gezien.

Trouwens, hoeveel mensen & babyboomers zouden er zijn, die zich optrekken aan de eeuwige houdbaarheidsdatum van Mick Jagger en de Rolling Stones: als zij er nog zijn, dan kunnen wij ook nog even blijven.

 
Helaas: deze aanbieding is verlopen, maar probeer deze boeken eens