Dit jaar is het vijftig jaar geleden dat D66 werd opgericht. Ik was toen 24 en landelijk voorzitter van de JOVD, de vereniging van jonge liberalen.
Een aantal van mijn vrienden daar hoorden tot de mannen van het eerste uur van D’66. Onder wie Hans Gruijters, die gedonder met de toenmalige VVD-top had gehad omdat hij op de vraag (hij was toen gemeenteraadslid in Amsterdam) of hij naar het huwelijk van prinses Beatrix en Claus von Amsberg zou gaan, had geantwoord: “Ik heb die dag wel wat beters te doen”. De rapen waren gaar. Hij werd bij VVD-fractievoorzitter Toxopeus op de mat geroepen en vertrok.
Gruijters werkte toen bij het Algemeen Handelsblad. Daar had hij Hans van Mierlo leren kennen. Zo is het met D66 begonnen.
Het werd een vliegende start. Bij de Kamerverkiezingen in 1967 meteen zeven zetels. Nooit eerder vertoond. Na een knappe campagne.
Ik herinner mij nog een TV-partij- uitzending – gemaakt door de fameuze Leen Timp – met Van Mierlo wandelend door de stad, in fladderende jas en met zijn mooie bronzen stem. En de uitslagenavond. Die foto van een juichende menigte, Hans van Mierlo op de schouders, een bierfles in de hand. Die foto ging de hele wereld over.
In datzelfde jaar 1967 werd ik ook Kamerlid. Voor de VVD. Ik voelde mij daar wèl thuis en zag het – toen al – als mijn opdracht van de VVD een echte volkspartij te helpen maken.
Voor de programmapunten van D’66 voelde ik niets: de gekozen premier, een districten stelsel en (later) het referendum. Mijn gedachte was: je verbetert het functioneren van onze parlementaire democratie niet door de staatkundige structuren te veranderen. Het zit hem in de manier van politiek bedrijven vond en vind ik.
Oude vriendschappen bleven. Zo met Hans Gruijters. We woonden bij elkaar om de hoek in Amsterdam. Een mooie herinnering: een lustrumfeest van de JOVD. Hans liep daar in smoking rond en wij – de jonge en brutale garde – riepen hem toe: “Ober, zes bier!”
D66 heeft een bewogen geschiedenis meegemaakt. Ups en downs. Van 7 zetels bij de start naar 17 in 1981 en terug naar 9. Daarna weer omhoog in 1994 naar 24 en tien jaar later nog maar 3! Zo begon het tijdperk Pechtold.
Vorige week stond er in Trouw een mooi interview (Blendle-link) met één van de mannen van het eerste uur, Edo Spier. Hij, in de krant de ‘éminence grise van D66’ genoemd, deed zijn titel eer aan door heldere taal te spreken. Dat doen dat soort types wel meer.
Spier vindt het huidige D66 te rechts. Hij is ook tegen het referendum. Zegt dat het tijd wordt dat Pechtold opstapt: “Hij is een beetje uitgepraat”, aldus de éminence. Ook andere D66’ers morren.
Ik zou zeggen: eerst het 50-jarig jubileum vieren en dan verder zien. Straks wellicht regeringspartij. Ik zou daar voor zijn. Maar je weet nooit te voren of dat ook gebeurt. Geen enkele partij nu is er zeker van straks in de regering te komen.
Eerst maar feestvieren dus.