Column

Kabinet moet niet tornen aan onafhankelijkheid wetenschap

26-11-2014 14:39

Het treurige is dat je van de gisteren door het kabinet gepresenteerde wetenschapsvisie veel kan zeggen, maar eigenlijk niet dat het een visie op echte wetenschap is. Sterker: als het kabinet zijn zin krijgt, zal echte, belangeloze, autonome, fundamentele wetenschap nog verder naar de marges van onze academie verdwijnen dan nu al het geval is. Wetenschap uit pure nieuwsgierigheid naar het onbekende – dat wil zeggen: de wetenschap die de mens in de ruimte en op de maan bracht – krijgt het zwaar te verduren. Onderzoek wordt onderworpen aan een mede door belangengroepen opgestelde ‘nationale wetenschapsagenda’, en wordt straks idealiter in veel sterkere mate medegefinancierd door ons bedrijfsleven. Kort en goed: de onafhankelijkheid van de wetenschap staat op het spel.

Een nachtelijke boswandeling

Goed wetenschappelijk onderzoek is als een nachtelijke boswandeling: je weet waar je het bos in ging, en waar je er ongeveer hoopt uit te komen, maar niet over hoeveel omgevallen bomen je in het donker zal struikelen, en wat je zoal aan vruchten zult kunnen plukken. Het enige dat je weet is dat je als je koersvast doorloopt altijd wel iets zult tegenkomen dat relevant is, en dat je, als je verstandige keuzes maakt, de beoogde bestemming in ieder geval zal benaderen. Wetenschap is een zoektocht, en de enige die echt goed een route met potentie kan uitstippelen, is de wetenschapper zelf – en zeker niet de samenleving, of erger nog: het bedrijfsleven.

Precies dat is wat dreigt te gebeuren met de ‘nationale wetenschapsagenda’. Op zich klinkt het zo gek nog niet – een ‘wetenschapsagenda’. Het woord suggereert dat wetenschappers de koppen bij elkaar hebben gestoken, en hebben bedacht wat belangrijk is, voor de wetenschap. Prima plan.

Maar: het gros van de wetenschappers krijgt over die nationale wetenschapsagenda helemaal niets te zeggen. Aan tafel zitten ‘maatschappelijke organisaties’, waaronder VNO-NCW en MKB-Nederland, die zich nu al verheugen op hun prominente rol in dit proces. Daarnaast zijn er wat universiteitsbestuurders, en een paar wetenschapsprominenten – leden van de KNAW en winnaars van prestigieuze prijzen.

Besloten wordt over de prioriteiten bij de financiering van zo’n beetje al het onderzoek dat van het wetenschappelijke voetvolk – de specialisten met kennis van zaken – en vast staat al dat die prioriteiten in ieder geval moeten bijdragen aan, onder meer, onze economische groei, en maatschappelijke belangen. Wetenschappers mogen nog steeds ’s nachts door het bos lopen, maar alleen als ze beloven een pot met goud te zullen vinden. Dat inspireert niet, dat fnuikt.

Universiteiten verliezen autonomie

De ‘wetenschapsagenda’ is een monstrum van kortetermijnbejag dat aan wetenschappers wordt opgelegd, maar veel verregaander dan de wetenschapsagenda zelf is de manier waarop zij verankerd wordt in het universitaire systeem. De wetenschapsagenda krijgt een directe invloed op de verdeling van de eerste geldstroom, en gaat mede bepalen op welke onderzoeksterreinen universiteiten zich gaan profileren. Dat wil zeggen: VNO-NCW en MKB Nederland krijgen straks indirect een stem in de keuzes die universiteiten maken over hun onderzoek. Ergo: universiteiten verliezen een fundamenteel stuk van hun autonomie.

Nog veel zorgwekkender is de rol die geld uit het bedrijfsleven zal gaan spelen bij de verdeling van onderzoekssubsidies. Het rapport van het kabinet vermeldt vol trots dat het plan is om bij de beoordeling van aanvragen voor onderzoeksprojecten matching en cofinanciering een centrale rol te laten spelen: “voorstellen worden beter beoordeeld als er wordt samengewerkt met bedrijven en instituten voor toegepast en praktijkgericht onderzoek” (p. 28).

Dus: economische partners (en hun belangen) drukken straks een zware stempel op onze onderzoeksfinanciering. Los van het effect op de wetenschap: is dat niet ergens een soort verkapte staatssteun? Wil je als bedrijf investeren in onderzoek met potentie, dan kan dat binnenkort voor de helft van de prijs – uw overheid springt bij, de universiteit voert uit, en uw R&D afdeling kan ingekrompen. Het is tot daar aan toe dat bedrijven zelfstandig universitaire onderzoeksprojecten en leerstoelen kunnen financieren, maar het is te zot voor woorden dat zij straks ook een vinger in de pap krijgen bij de verdeling van overheidsgeld voor onderzoek.

Wat moeten subsidies nou eigenlijk doen?

Het probleem is, denk ik, uiteindelijk dat we in Nederland geen heldere visie meer hebben op wat overheidssubsidies nou eigenlijk moeten doen: in toenemende mate dienen wij met overheidsgeld vooral de markt. Zie ook: de kunstsector. De vraag is hoe wenselijk dat is. Juist bij de verdeling van overheidsgeld over maatschappelijk belangrijke zaken als wetenschappelijk onderzoek, moeten we misschien marktpartijen op een afstandje houden, en met belastinggeld datgene doen wat de markt niet kan, maar de samenleving wel wil.

Wetenschapsvisie 2025 doet precies het tegenovergestelde, en is daarmee vooral een feestje voor het bedrijfsleven. Voor de wetenschap is het nu al een koppijndossier.