De eigenaren van schoonmaakgiganten ASITO en Facilicom staan in de Quote 500. Familiebedrijf HAGO wordt geleid vanuit een pittoresk kasteeltje in de Limburgse heuvels – de eigenaren hebben een vermogen van vele miljoenen. Nee, het massaal uitbesteden van schoonmaken door bedrijven en overheidsinstellingen heeft de branche geen windeieren gelegd, de afgelopen decennia. Van schoonmaken kun je rijk worden, anno 2014. Stinkend rijk, zou je kunnen zeggen.
Tenzij je zelf de bezem hanteert. Dan is het een ander verhaal. Lonen in de schoonmaakbranche zijn laag tot schandalig laag, arbeidsvoorwaarden zijn karig, de werkdruk wordt steeds hoger, en de sociale status van het beroep is nihil. Mensen leven op of zelfs onder de armoedegrens, en worden door de maatschappij met een dikke nek aangekeken. Meerdere universiteiten verbanden schoonmaakwerk naar de avonduren, want dan lopen de schoonmakers het wetenschappelijk personeel niet zo in de weg – een maatregel die door sommige wetenschappers met instemming werd begroet.
Nog even los van de troep die je dagelijks tegenkomt: schoonmaken is, in Nederland in 2014, geen pretje. Structureel onderbetaald, en structureel ondergewaardeerd. En nu willen de schoonmakers graag een klein beetje meer verdienen. Het overleg zit al maanden muurvast, omdat de bonden vijftig hele centen per uur extra vragen, en dat is de werkgevers te gortig: straks, waarschuwde de branchevereniging al, verdienen schoonmakers nog als Jan Modaal – The Horror! Ook vinden de werkgevers het wat veel gevraagd om de eerste twee dagen van een ziekteverlof uit te betalen aan een schoonmaker. Heeft u griep? Prima, meneer, komt u vooral werken! Of blijf thuis, op eigen kosten. Zoals reeds her en der werd opgemerkt: het is alsof het 1814 is, en niet 2014.
En nu zijn de treinen vies, en ziet de natie wat de schoonmaker vermag, en moppert men wat. Eigenlijk is dat raar. Sterker: eigenlijk is het verbijsterend hoe oorverdovend stil het blijft. De mensen die staken zijn geen verwende luilakken die voor een geringe dienst een enorme vergoeding vragen. Het zijn hardwerkende Nederlanders die voor geringe vergoeding een enorm fundamentele dienst leveren. Een flink deel van ons welbehagen, ons comfort, en onze gezondheid hangt af van wat in de schoonmaaksector gebeurt. En het interesseert ons geen zier dat de mensen die dat belangrijke werk doen feitelijk uitgebuit worden door randfiguren wiens enige doel in het leven is om meer geld te verdienen dan de komende drie generaties nageslacht ooit kunnen opmaken.
Zeker. Er is niets mis met een beetje economische ambitie, en er is al helemaal niets mis met goed ondernemerschap. Maar wat in de schoonmaakbranche al jaren gebeurt is echt een ander verhaal, en het is hoog tijd dat daar voor eens en voor altijd een einde aan komt. De werkgevers zijn daartoe nadrukkelijk aan zet, lijkt me. Misschien dat grote opdrachtgevers – zoals bijvoorbeeld de Nederlandse Spoorwegen – daaraan een bijdrage kunnen leveren door harde eisen te stellen aan de bedrijven die ze inhuren, en er een fatsoenlijk bedrag voor betalen. En anders moeten ze maar gaan inbesteden en het gewoon weer zelf doen, tegen verantwoorde arbeidsvoorwaarden. Dat heeft een prijs, maar die prijs is de moeite van het betalen meer dan waard.
Dit overigens even los van het punt dat u best uw krantje en uw koffiebeker had kunnen opruimen in mijn trein, vanochtend.