Dostojevski leed aan aanvallen van epilepsie die volgens Freud geen neurologische oorzaken hadden, maar een vorm van hysterie waren, veroorzaakt door schuldgevoel. Dat zat zo. In 1839 kreeg Dostojevski het bericht dat zijn vader door zijn eigen lijfeigenen vermoord was. Waarom leidde dat tot schuldgevoel? Volgens Freud omdat de schrijver die moord beschouwde als de uitvoering van de oedipale wens tot vadermoord. Vanaf dat moment begonnen bij Dostojevski de epileptische aanvallen.
Tien jaar later werd hij gearresteerd omdat hij een aanhanger zou zijn van de Franse socialist Fourier. Hij werd ter dood veroordeeld, maar die straf werd niet uitgevoerd. In plaats daarvan werd hij naar Siberië verbannen, waar zijn epileptische aanvallen verdwenen. Althans, Freud hechtte geloof aan de schaarse berichten dat de epileptische aanvallen in het kamp verdwenen waren. Deze berichten vormden de ondersteuning voor Freuds theorie: het kampregime van ‘Vadertje Tsaar’ voorzag in de strafbehoefte van Dostojevski.
Volgens Dostojevski zelf begonnen de epileptische aanvallen juist in het kamp, maar Freud herleidde deze mededeling tot een zijns inziens voor neurotici kenmerkende geheugenvervalsing.
Hoe weet ik dit allemaal? Niet omdat ik Freud gelezen heb, maar omdat Karel van het Reve over de studie van Freud naar de epilepsie van Dostojevski een essay geschreven heeft. Van het Reve had zowel aan Dostojevski als aan Freud een uitgesproken hekel.
Hij vergelijkt in zijn Freud over Dostojevski (1980) de psychoanalytische beweringen van Freud over Dostojevski met de biografische werkelijkheid. Zo’n vergelijking is van groot belang om inzicht te krijgen in Freuds wetenschappelijke accuratesse, omdat we volgens Karel van het Reve doorgaans ‘niet kunnen controleren of de biografische gegevens die Freud ons over zijn patiënten meedeelt juist zijn, noch welke keuze hij uit de hem ter beschikking staande gegevens maakte: over de meeste patiënten hebben wij geen andere gegevens dan die Freud ons verschaft.’
Het feit dat de epileptische aanvallen van Dostojevski pas na 1839 beginnen is gebaseerd op een mededeling van zijn dochter Dloebov, die volgens Van het Reve een notoir onbetrouwbare bron was. Van Dostojevski zelf is geen enkele uitspraak bekend waaruit zou blijken dat zijn gezondheid na de dood van zijn vader verslechterde. Als gezegd, de schrijver zelf beweerde dat de epileptische aanvallen juist in het kamp begonnen waren. Van Freuds bewijs voor zijn stelling dat Dostojevski’s epilepsie een uiting was van hysterie blijft dus niet veel over.
Hetzelfde kan gezegd worden voor Freuds stelling dat Dostojewski latent homoseksueel was, waarvoor hij aanwijzingen zag in de hartstochtelijke toon van een aantal brieven. Van het Reve echter verklaart die toon uit ‘de gewoonte van die tijd dat mannen elkaar in brieven uitvoerig hun sympathie betuigend’.
Nu heb ik Freud nooit gelezen en het essay Freud over Dostojevski ook niet. Maar een goede vriend van mij, Flip Treffers, schreef* vlak voor zijn dood – op 11 april jongstleden – een essay over Karel van het Reve, waarin hij overtuigend laat zien dat dit essay van Karel van het Reve gestolen is van de Amerikaanse Dostojevski-kenner Joseph Frank die vijf jaar eerder een essay geschreven had over hetzelfde onderwerp.
Treffers schrijft:
“Franks essay bevat voor een belangrijk deel dezelfde informatie als dat van Van het Reve. En is grotendeels gebaseerd op dezelfde bronnen. Het is buitengewoon onwaarschijnlijk dat Van het Reve in 1980 de beschouwingen van Frank die vijf, respectievelijk vier jaar daarvoor waren verschenen, niet kende.”
Van het Reve verwees in zijn essay echter niet naar Frank. De hooggeleerde broer van Gerard was, op het moment dat hij in 1981 de P.C. Hooftprijs ontving, een plagiaris.
* = Flip Treffers, Vladimir Vladimirovitch en ik. Karel van het Reve en Nabokov. Amsterdam 2015, p.118-119.