Ik ben een katholiek. Dat mag je tegenwoordig bijna niet meer zeggen, toch is het zo. Ik ben zelfs een mega-katholiek. Gedoopt, communie, gevormd, ik ken het Weesgegroet Maria en het Onze Vader, de hele mikmak. Mijn hele leven is doordrenkt met katholicisme, van hoe ik mijn zondag doorbracht tot aan mijn politieke overtuiging aan toe. Ja, het is een hippie-katholicisme waar ik mee ben opgegroeid, waarin God niet de Heer maar “die Ene, Onnoembare” heet. Waarin non-stop gedweept wordt met het jodendom als een theologisch babyboomsorry voor de Holocaust en waarin de Paus een combinatie is tussen Hitler, Stalin en Pontius Pilatus. Ik ben zelfs vernoemd naar de opper-hippiekatholiek. Toch, of juist door dat verleden, weet ik als geen ander dat er nu, door het hele misbruikschandaal, een heleboel goede katholieken onterecht in een kwaad daglicht worden gesteld.
Mijn vader is theoloog en was jarenlang RK-voorganger in een kerk. Wij gingen vroeger weliswaar niet naar de mis, wel naar vieringen. Die waren, als je door alle in de jaren zeventig verzonnen dingen heen kijkt, gewoon oerkatholiek. In essentie dezelfde liturgie, dezelfde rituelen en natuurlijk dezelfde bijbelboeken. Verder was ik mijn hele leven omringd door priesters, paters, semi-gewijde voorgangers en wat je nog meer kan bedenken. Wij gingen op zondagmiddag spelen in de tuin van de pastorie, waar een stuk of acht paters een soort van minikloostertje hadden. Op de begrafenis van ons moeder waren er denk ik wel twintig katholieke theologen, ex-priesters en voorgangers en een handvol gewijde priesters. Kortom: leer mij katholieken kennen. Al die religieuzen die ik ken, kan ik daar mijn hand voor in het vuur steken? Nee. Ik zou dat graag willen, ik kan het me ook nauwelijks voorstellen, maar ook daar kunnen mensen bijzitten die zich vergrepen hebben. Maar zonder uitzondering zijn het – zoals ik ze ken – fatsoenlijke mensen met een verschrikkelijk groot hart voor anderen.
Seksueel misbruik zit in instellingen
Natuurlijk bestond er veel seksueel misbruik. Dat gebeurde in instellingen. Mijn vader, die als slimste jongetje van een Brabants gezin voorbestemd was om priester te worden, kende de verhalen. Op het gymnasium in Deurne, gerund door paters natuurlijk, was het al snel bekend voor welke paters je uit moest kijken. Want er zaten smeerlappen tussen. Dat wisten leerlingen, dat wisten ouders, dat wist de school. En daar zit wel de crux. Want een snel vergeten conclusie van het rapport Deetman was namelijk dat het vooral de instellingen waren waar misbruik werd gepleegd. Niet de RK-kerk, maar het instellingswezen, dat is de grote boosdoener.
Instellingen waarbij er hiërarchische machtsrelaties een rol spelen. Instellingen waarbij, zoals overal in Nederland (en daarbuiten) tot vrij kort geleden, op een ongezonde manier werd omgegaan met (ontluikende) seksualiteit. Waar de katholieke internaten en dergelijke natuurlijk de kroon spanden, wegens de totaal spastische manier waarop de RK-kerk met seksualiteit omgaat. Het waren ook instellingen die niet open waren en die een reputatie te verliezen hadden. Die, net als alle organisaties, geen vuile was buiten wilden hangen. In die zin is het hetzelfde als de bouwfraude, een telecomkartelafspraak of sommige politieke schandalen. Het enige verschil is wellicht dat door de trouw die een (gewijde) katholiek nu eenmaal heeft aan het instituut van de Moederkerk, er nog minder klokkenluiders waren en zijn dan in andere organisaties.
Goede katholieken
Al dat smerige misbruik is waar. Dat is net zo waar als het institutionele onder de pet houden van misstanden. Of de verderfelijke invloed die Rome heeft op de AIDS/HIV-epidemie in Afrika, om maar wat te noemen. Ik kan echter oprecht kwaad worden als mensen roepen dat de hele RK-kerk een criminele organisatie is. Dat is namelijk niet waar.
Iedereen die ooit heeft meegemaakt hoeveel troost mensen kunnen halen uit de bijstand van een priester. Iedereen die de rust heeft gezien die mensen op hun sterfbed kunnen krijgen na het laatste sacrament, weet gewoon dat daar geen criminele organisatie aan het werk is. Je hoeft helemaal niet gelovig te zijn om dat te kunnen zien. Hetzelfde geldt voor de nog steeds tienduizenden missionarissen, die vaak in onherbergzame gebieden down-to-earth ontwikkelingssamenwerking bieden. Of wat te denken van al mensen die uit katholieke overtuiging de voedselbank bij elkaar houden of vrijwilliger zijn bij De Zonnebloem.
Nee, natuurlijk praat dat allemaal niets goed. Hitler was immers ook lief voor dieren en Kim Jung-Il bedoelde sommige dingen ook vast heel goed. Het betekent wel dat het onterecht is om de hele katholieke kerk als criminele organisatie te brandmerken en dat het unfair is om ongebreidelde religiehaat te kunnen spuien. Daarmee doe je een heleboel goede, liefhebbende, eerlijke mensen tekort. Mensen die anderen hulp bieden en troost. Ik weet van heel dichtbij dat er teveel goede katholieken zijn om zulke dingen te kunnen zeggen.
Huub Bellemakers is, zoals de meesten, 100% atheïstisch katholiek