Een witte man die iets schrijft over aanrandingen en verkrachtingen van vrouwen door niet-witte mannen. Dat is gevaarlijk en verboden, zo hebben sommige mensen besloten. Laat ik hun zorgen wegnemen: ik heb geen schuimvlokjes om de mond, ik schreeuw niet en ik fulmineer ook niet over ‘die vieze buitenlanders’. Maar ik zie wel dat seksueel geweld door asielzoekers – aangenomen dat die berichtgeving klopt – een gamechanger is voor het vluchtelingendebat in Europa. Daar wil ik het over hebben.
Gamechanger, dat hoorden we onlangs ook toen minister Koenders een rechtvaardiging vond in de Parijse aanslagen om Nederlandse F16’s in te zetten in Syrië, tegen ISIS. Het leek er even op dat de aanslagen in Parijs ook een gamechanger waren voor de politieke omgang met de vluchtelingenstroom uit onder andere het Midden-Oosten. Syriëgaande terroristen, zo bleek, konden ongehinderd Europa binnenkomen om uiteindelijk dood en verderf te zaaien. Dit leek het debat over vluchtelingen, asiel- en gelukzoekers te gaan veranderen. Want lieten we niet een paard van Troje binnen? Zetten we de grenzen niet alleen open voor terroristen, maar ook voor een geweldloze massa die weliswaar geen aanslagen zal plegen, maar even barmhartig tegenover onze Westerse waarden staat als die terroristen?
Dat waren en zijn relevante vragen. Misschien zijn het wel retorische vragen en is het antwoord algemeen bekend. De impact van de aanslagen beklijfde niet. Het debat, in ieder geval in de politiek, ging al snel weer over iets anders. Over de mensachtige onderklasse in Geldermalsen en de taxonomie van het Europese racisme.
Dat dit kon gebeuren, heeft in de eerste plaats te maken met het gebrek aan een krachtig tegengeluid. Als de vrije samenleving onder vuur ligt, liggen bepaalde waarden onder vuur. Waarden zijn abstract. Ze kunnen misschien geïncarneerd zijn in het gedrag van mensen, maar hun idee is niet tastbaar. Dat betekent dat hun beschrijving en verdediging in de eerste plaats een taak is voor mensen die vertrouwd zijn met abstract denken. De intelligentsia is nu eenmaal getraind in het doordenking van ideeën, idealiter althans. Ik zou het vrije woord in een debat liever beschermd zien door een jurist of een filosoof dan door een bouwvakker, om het zo te zeggen. Dat mag elitair klinken, maar ik zou mijn huis ook niet laten bouwen door een filosoof. En u zou zich niet laten opereren door iemand anders dan een getrainde chirurg. Als u dat wel doet, brengt u zichzelf nodeloos in gevaar. Het vrije woord wordt ook niet verdedigd door voxpoppen.
Het probleem met een groot deel van de intelligentsia is echter dat zij drukker is met het bevragen en praktisch ondermijnen van westerse waarden (“wie zijn wij om te zeggen dat onze waarden beter zijn en wat is de rol van sociale en economische omstandigheden wat betreft terrorisme?” – ook dit zijn semi-retorische vragen) dan met het verdedigen ervan. Natuurlijk, geweld wijzen ze allemaal af en aanslagen veroordeelt iedereen, maar het antwoord op de vraag naar de dieperliggende oorzaken mag niet cultureel of religieus zijn. Ik denk dat ik zo voldoende bedekt heb opgeschreven wat er gaande is: voor veel leden van de intelligentsia was Parijs helemaal geen gamechanger, want dat strookte niet met de leer.
Voor de rest van het volk veranderden dode tekenaars en hipsters ook weinig. Wie heeft nu dagelijks de volle dekking van de vrijheid van meningsuiting nodig? Wie voelt het belang van Westerse waarden zoals hij of zij zich Nederlander of Leijenaar voelt? Vrijwel niemand. De aanslag op Charlie Hebdo maakte alleen maar reacties los omdat zij vaag voelde als een aanslag op ons, niet omdat de abstractie van een aanval op onze waarden de samenleving nu zo diep raakte. Wij zijn niet onze waarden, voelen er niet die verbondenheid mee. Er kunnen nog zoveel aanslagen volgen, maar voornamelijk de intelligentsia zal daar een aanval op het vrije Westen in zien. En zij die dat doen, zijn ook nog eens in de minderheid.
Een aanslag op ideeën is heel anders dan een aanval op lichamen. Zeker als het om vrouwenlichamen gaat. En wij ons die lichamen kunnen voorstellen als deel van onze stam.
Dan komt de diepste natuur van de masculiene mens naar boven, dan dringt oude geschiedenis zich op in de vorm van de mythe. De grote Frank Ankersmit schreef over mythen, dat zij “die aspecten van de natuur zijn die we de eer waardig achten om op te nemen in onze geschiedenis“. Geenstijl-denker Spartacus bracht niet voor niets, zij het wat terloops, onmiddellijk de Sabijnse Maagdenroof in herinnering. Hoe dichtgetikt je wereldbeeld ook is, hoe erg je het ook vindt, hoe patriarchaal en misogyn misschien, de mythe – de waardige natuur – is dat Europeanen – zeker de mannen – de lichamen van de vrouwen die in Keulen en Hamburg zijn aangerand als de hunne beschouwen. Niet louter als stuk vlees; doordat deze vrouwenlichamen zijn aangetast, voelt de man een falen in zijn verantwoordelijkheid en verdediging daarvan.
Dat heeft de Europese mythe gemeen met de islamitische. Hoewel de sociale en juridische invulling in Europa anders is dan in bijvoorbeeld de Arabische wereld, is de grondslag dezelfde (misschien hebben we wel wetten om ons tegen mythen te beschermen). Die vrouwenlichamen zijn onze lichamen. Alleen wij mogen doen wat nu een ander deed – ik zou ‘ander’ hier bijna met Foucauldiaanse hoofdletter schrijven. Couperus over wat wij mochten willen: “Mandier, dat schaakt zijn vrouwtje tusschen zwermen / Van vrouwen, vluchtend her en der, erbarmen / Smeekend in vrees voor ‘t driest mandriftig vier…”
De mythe van de ondergang van het Avondland is een intellectueel sprookje. De mythe die wordt aangesproken over massale aanrandingen, is dat niet, raakt niet alleen de intelligentsia. Dit roept een oergevoel bij allen op – en nogmaals, ik ben er op uit om te beschrijven, niet om te vergoeilijken – dat vergelijkbaar is met de voormalige geliefde die een nieuwe vlam heeft. Daarmee kan iedereen zich identificeren. Dat is wel anders dan die hoog verheven idealen van de vrije samenleving. Dit is het verschil tussen de basaal-seksuele Daseinsmensch en complex-intellectuele Wachseinsmensch.
Als dit alles klopt, zijn de aanrandings- en verkrachtingsverhalen – zeker als ze aanhouden, van oneindig veel grotere invloed dan het doden van onschuldige mensen die lijken zijn van het vrije Westen. Dan is een kracht wakker gemaakt die veel sterkere emoties oproept dan we tot nu toe hebben gezien. Onze Sabijnse maagden roven we zelf, van hen moeten anderen met hun poten afblijven. Het is veel gemakkelijker om de intellectueel en zijn idealen te bestrijden, dan een volk op drift. Zeker als mensen erachter komen dat dit soort incidenten (of zijn ze structureel, dat weten we niet) zo lang mogelijk buiten de pers gehouden worden. De verleiding om een meerfronten-aanval op ons te voelen, is dan moeilijk te weerstaan. De eerste politicus die aan dit Urgefühl probeert te appelleren, is al opgestaan.
Daarom zijn de verhalen uit Keulen en Hamburg een gamechanger. Als dit vaker gebeurt, zal blijken dat de Europeaan misschien vergeten is hoe het zat met Oedipus, maar dat hij een enorm reservoir aan mythen in zich draagt.