De Volkskrant (vrijdag 11 december) vraagt zich af waarom op de klimaatconferentie in Parijs twee grote ‘olifanten in de kamer’ schitteren door afwezigheid. Ten eerste de lucht- en scheepvaart (antwoord: die regelen altijd hun eigen zaakjes) en ten tweede: de kernenergie-industrie. Ook dat is verklaarbaar: kerncentralebouwers hoeven niks te verkopen, die dingen verkopen zich de komende jaren vanzelf. (Een woordvoerder van Greenpeace zegt dat de kernenergielobby in Parijs nauwelijks te zien is omdat de industrie ‘al dood is’. De club leeft, zoals u weet, in haar eigen romantische werkelijkheid gevuld met boeven en helden, maar lijkt vergeten te zijn dat nét op het moment dat je denkt dat je tegenstander dood is….)
Er is nog een andere grote afwezige. En dat is het Economisch Gezond Verstand. Een van de grootste hete hangijzers in Parijs is de vergoeding die het rijke westen moet gaan betalen voor ‘klimaatschade’ aan armere, economisch minder ontwikkelde landen, die strak met extra regen, tegenwind en een stijgende zeespiegel te maken zouden krijgen. In totaal, zo hebben deskundigen uit de natte duim gezogen (veel meer kunnen ze niet) zou het voor de komende eeuw gaan om een bedrag van 200 miljard dollar. Let wel, het principe dat het westen betaalt, staat niet meer ter discussie. De vraag is hoe een en ander geregeld moet worden. Kort gezegd: het westen probeert allerlei manieren te bedenken om zo laat mogelijk daadwerkelijk te betalen; de arme landen eisen op hoge toon snelle en contante betaling voor de schade die ze naar eigen zeggen nu al lijden. Die rekenen zich alvast rijk. Een gruwelijke ontwikkeling, met name voor die arme landen. Het westen kan zo’n bedrag op termijn wel ophoesten, maar dat gratis geld zal de economieën van die arme landen juist ontwrichten.
Het zijn regeringen die daar onderhandelen. Geen burgers. En het zijn straks regeringen die het geld aanpakken. Voor hen is dat geld uiteraard heel welkom. Ze zijn qua inkomsten vaak afhankelijk van de sterk fluctuerende prijzen op de grondstoffenmarkten. En wanneer de prijzen voor ertsen of landbouwproducten kelderen, leidt dat gemakkelijk tot honger, ellende en politieke instabiliteit. Een stabiele inkomstenbron is dus heel welkom. Maar daar zit ‘m de crux: die regeringen zullen er van uitgaan dat het ‘hun’ geld is en dat zij mogen bepalen welke ‘klimaatschade’ daarmee vergoed zal worden. Geen bemoeienis, geen kolonialisme alsjeblieft! Eenmaal overgemaakt, verliest het Westen straks elke grip op de besteding van dat geld. Eventuele afspraken stellen natuurlijk niets voor. Dat geld verdampt. De ministers, ambtenaren en (aan het eind van de teken) gewone burgers in die landen zijn geen filantropen, en ze zijn ook niet gek: gratis geld komt niet dagelijks voorbij. Het overgrote deel verdwijnt in hun zakken. Dergelijke giften versterken met andere woorden wat met een mooi woord ‘de informele economie’ wordt genoemd. En dat moeten we in die landen nu net niet hebben. Die sector is al groot genoeg.
Gratis geld betekent ook de opbloei van het cliëntelisme. Niet kennis of kunde, maar de juiste contacten bepalen of je rijk bent of niet. We zien dat al in landen die door het westen overgoten worden met ontwikkelingshulp, zoals Ethiopië: de regerende partij gebruikt ontwikkelingsgelden om zijn eigen aanhangers te belonen. Wie tegen de regering is (een burgemeester daar, een minderheid verderop) kan fluiten naar enige financiële steun. Dat gratis geld ondermijnt met andere woorden de democratie (indien al aanwezig) en versterkt dictatoriale tendensen. Ook dat moeten we niet hebben. Ook daar gaat men al voldoende onder gebukt.
Tot slot, en als conclusie: gratis geld verlengt en verdiept de al bestaande economische achterstand van deze landen. Het ondermijnt de formele economie, waar verstandige regeringen het juist van moeten hebben, en het ondergraaft privé-initiatief. Want waarom zou je ploeteren, of een bedrijf opzetten, als je met de juiste contacten geld kunt krijgen? De klimaatschadevergoeding is met andere woorden buitengewoon schadelijk voor de landen die dat geld straks over zich heen krijgen. Het stimuleert corruptie en machtsmisbruik; het ondermijnt de toch al moeizame weg naar een gezonde, stabiele economie, en slechts bij uitzondering zal er sprake zijn van een daadwerkelijk herstellen van schade.
De komende decennia zal er ongetwijfeld schade optreden door extreem weer (de zeespiegelstijging blijft voorlopig te klein om een concrete oorzaak te zijn), en het ligt voor de hand dat het Westen in bepaalde gevallen bijspringt. Maar doe dat dan in godsnaam niet door een zak met geld te geven aan de regerende elite. Think global, act local. Kijk wat er concreet aan de grond moet gebeuren, en hou greep op dat soort projecten. En als de regering daar geen zin in heeft omdat ze vindt dat zij recht heeft op geld, dan is het wel duidelijk waar voor haar de prioriteiten liggen.