In het laatste deel van zijn baanbrekende, ultra-autobiografische cyclus Mijn strijd, Vrouw, schrijft Karl Ove Knausgard dat hij dat – het openhartig beschouwen en analyseren van zijn persoonlijk leven – zijn vrouw en kinderen nooit meer zal aandoen en dat hij gaat genieten van het idee dat hij geen schrijver meer is. Al snel daarna bleek hij het toch niet te kunnen laten schrijver te zijn. Er kwam een nieuwe serie: De vier seizoenen, met daarin korte beschouwingen over voorwerpen, verschijnselen (en soms mensen) in zijn omgeving.
Toen ik eerder over Knausgard schreef, sprak ik de hoop uit dat hij op een dag de draad van zijn autobiografische reeks weer zou oppakken, omdat ik verslaafd was geraakt aan het meekijken in zijn (gevoels)leven en zijn bezielende blik op de wereld. Welnu ik – en vele Knausgard-junkies met mij wereldwijd – word met het onlangs verschenen derde deel van de serie, Lente, op mijn wenken bediend, want hij schrijft weer zonder terughoudendheid over de strijd om zichzelf te zijn in een gezin met drie kinderen (de vierde is dan op komst) en een vrouw met een bipolaire stoornis.
Het autobiografische schrijversbloed kruipt waar het niet gaan kan. Want hoe mooi Knausgard ook schrijft over alledaagse zaken als stoelen, flessen, wattenstaafjes, kerstmannen en ramen in de eerste twee delen van De vier seizoenen, zijn unieke talent is toch vooral gelegen in het schaamteloos beschrijven van zijn innerlijk leven, de mensen die hem omringen en zijn omgeving. Het is mijns inziens de grootste doorbraak in de literatuur sinds de uitvinding van de moderne roman, omdat Knausgard de scheiding tussen leven en literatuur heeft weten op te heffen. Voor het eerst is het ‘gewone’ leven, hoe banaal dat ook kan zijn soms, omgezet in literatuur van grootse kwaliteit.
In het autobiografische genre gaat het meestal om het terugkijken op een (of een deel van het) leven, denk aan Geheugen, spreek van Vladimir Nabokov of aan Verhaal van een leven van Konstantin Paustovski, een van mijn favoriete schrijvers. Het zijn memoires, met de meeste aandacht voor bijzondere ervaringen, waarbij vaak nog veel verhuld en verzwegen wordt. Knausgard slaagt erin het alledaagse leven terwijl het geleefd wordt, onverhuld en minutieus, inclusief alle pijnlijke zaken waarmee hij in zijn gezin en familie geconfronteerd wordt, weer te geven. Daarnaast is het een genadeloze zelfanalyse, voortdurend onderzoekt hij zijn beweegredenen, daden, gedachten en gevoelens, waarbij een hoofdrol is weggelegd voor de schaamte die hem al zijn hele leven in de weg zit.
Terwijl je leest, leef je als het ware met hem mee. Knausgard dompelt ons onder in de bijna ondraaglijke onbeduidendheid van de dagelijkse bezigheden: boodschappen doen, opruimen, de kinderen naar school brengen, naar de lucht staren, roken, koffie drinken, de slaap proberen te vatten, douchen etcetera. Slaapverwekkend, zou je zeggen, maar het mirakel van Knausgard bestaat eruit dat het gewone leven door zijn literaire benadering meeslepend en magisch wordt. Het is de microkosmos van een individueel bestaan: filosofische observaties over de simpele dingen waaraan we gewoonlijk achteloos voorbij gaan, afgewisseld met passages vol zelfreflectie, resulteren in een geheel nieuw literair genre. Literaleven zou je het kunnen noemen (weer eens wat anders dan literatureluur).
Lente is het verslag van een odyssee, want terwijl zijn vrouw Linda (ook schrijver) in verwachting is van een vierde kind belandt ze (weer) in een zware depressie die haar lange tijd verlamt en waardoor ze – na een overdosis slaapmiddelen – uiteindelijk in het ziekenhuis moet worden opgenomen. Veel van deze problematiek kenden we al uit Mijn strijd, met name Vrouw, maar nu komt het in alle hevigheid terug, vergezeld van treffende bespiegelingen, in de vorm van een brief aan het vierde kind.
Nu twee jaar hier, in het eerste huis dat als een thuis voelde sinds dat waarin ik was opgegroeid, begon je moeder over nog een kind krijgen. Dat was niet serieus bedoeld, denk ik, het was meer alsof ze uitdrukking gaf aan een verlangen, en ik zei nee, nooit van mijn leven, drie is meer dan genoeg. Maar de kiem was gelegd en voor mij stond een kind voor een keerpunt, een nieuwe start, terwijl het tegelijkertijd een verplichting inhield van het soort waar ik waarschijnlijk behoefte aan had, waarvan ik diep in mijn hart wist dat het me tot een beter mens maakte. Ik mocht mezelf wanneer ik met de kinderen was en dat was een deel van de enorme vreugde die ze me schonken en op niemand was ik zo gek als op hen. Een nieuw kind zou meer liefde brengen en dat zou het me onmogelijk maken om ooit voor een ander leven dan dit te kiezen, met mijn gezin.
Tegelijkertijd zegt hij alleen werkelijk te leven als hij schrijft. Dit dilemma – aan de ene kant een goed mens te willen zijn door zich te wijden aan vrouw en kinderen, terwijl hij aan de andere kant de onbedwingbare drang voelt een solitair schrijversbestaan te leiden – tekent Knausgards leven. Elke bladzij die hij schrijft moet hij veroveren op de onzekerheid die zijn dominante vader in hem veroorzaakte, op alles wat hem van het schrijven weerhoudt, en dat is vooral het veeleisende gezinsleven met kinderen.
Shakespeare, om even een literair kanon van stal te halen, schiep een wereld met complexe personages, verstrikt in ‘grote’ gevoelens als jaloezie, wraakzucht, ambitie en zelfbegoocheling. Knausgard legt zijn eigen leven onder het vergrootglas en toont een rijkdom aan betekenis in ‘het kleine’ van een alledaagse wereld en in het innerlijk van één individu. Van de macrokosmos van het leven naar de microkosmos, minstens even fascinerend. In feite leert hij ons te ‘zien’ en bewust te zijn.
Zelf heeft hij het over het ‘redden’ van een verdwijnende wereld en: ‘dat ons leven gevuld wordt met beelden van de wereld en die beelden zich tussen ons en de wereld dringen zodat die steeds luchtiger wordt en steeds minder verplichtend’. Het is opmerkelijk dat in deze digitale tijd van Instagram en YouTube, waar veel mensen contact via sociale media prefereren boven een echte ontmoeting, er een schrijver opstaat die het (zelf) bewustzijn een nieuw leven geeft middels het ouderwetse medium literatuur. Net op tijd.
P.S. Inmiddels is na publicatie van Lente bekend geworden dat de komst van zijn vierde kind het toch niet onmogelijk maakte een ander leven te kiezen, want Knausgard is gescheiden van zijn vrouw Linda Boström. Dat is toch wel verrassend na alles wat ze samen doorstaan hebben, en daar moet een flinke innerlijke worsteling aan vooraf zijn gegaan die hij hopelijk tot literatuur weet te transformeren in de nabije toekomst. Want juist als autobiografisch schrijver raakt hij miljoenen lezers recht in het hart.