Koekenbakkers, hoe kan ik dit boek serieus nemen?

06-01-2014 18:20

Journalisten die een reconstructie maken van dramatische, financiële gebeurtenissen zijn helemaal in mode. De Prooi van Jeroen Smit bijvoorbeeld en De Vastgoedfraude over Jan van V. Ik lees die boeken wel eens en regelmatig zakt mijn broek tot de enkels af. De Val van SNS Reaal, geschreven door vijf (vijf!) journalisten van Het Financieele Dagblad, was zo’n broek-afzakker.

Een Endstra’tje voor mijn voeten

Hoofdstuk 1 gaat over Bouwfonds en ik kom hier in voor. Tenenkrommend! Onvolledig, onjuist en mensen worden verwisseld. Daarbij kreeg ik weer eens een Endstra’tje voor mijn voeten geworpen. Het FD gezelschap schrijft over de Teleport Towers naast Sloterdijk. Volgens de auteurs waren Willem Endstra, Quote 500 lid Klaas Hummel en ik hier aandeelhouders van. Onvolledig en hoe! Maar hoe zat het dan wel?

Het was mijn ontwikkeling, ik was aandeelhouder. Oppenheim (een van de grootste beleggers ter wereld) was een klant van Hummel en hij meldde zich om de Teleport Towers te kopen. Niet alleen had ik een koper, ook kon ik via Hummel een herfinanciering krijgen van Bouwfonds. Goedkoper. Iedereen blij, vooral ik. Voor de verkoop en herfinanciering beloonde ik Museum Vastgoed, eigendom van Hummel en Endstra, met een belang van een derde deel in de winst en in de vennootschap.

Hoe kan ik dit boek serieus nemen?

Het was dus geen gezamenlijk project van ons drieen, beste FD journalisten. Desondanks is deze foute informatie voldoende geweest voor de schrijvers om een Endstra bommetje naar mij te gooien. Lekker makkelijk toch? Het bleef niet bij deze fout. In het boek wordt de aankoop van het World Fashion Centre beschreven. Een zaak van 200 miljoen, aldus de FD’ers. Fout. Het bedroeg 192 miljoen. Ik was leidend in deze zaak, maar word niet eens genoemd.  Was ik blij mee, prima dat jullie mij vergeten, maar daar gaat het hier niet om.

Hoe kan ik het boek serieus nemen als ik in het eerste hoofdstuk al zulke fouten aantref? Ik vind het vreemd dat er van de vijf journalisten niet één is geweest die dacht: ‘Goh, laten we Erik de Vlieger eens bellen. Even checken of alles klopt.’ Dat is toch een basisprincipe van journalistiek? Controleren en verifiëren?

Koekenbakkers

Misschien niet. Misschien kost het schrijven van een boek zelfs zoveel tijd dat je op jezelf en het gedane onderzoek moet kunnen vertrouwen. Een kennis attendeerde mij op het boek ‘Barbarians at the Gate’. Het is geschreven door twee journalisten van de Wall Street Journal en gaat over de overname van RJR Nabisco in 1989. De inhoud is nu niet zo belangrijk, wel de werkwijze. Ze schreven het boek in slechts acht maanden. De auteurs hielden meer dan honderd interviews met vrijwel alle betrokkenen. Uitspraken van de ene hoofdpersoon werden voorgehouden aan de anderen en gebeurtenissen werden geverifieerd bij alle aanwezigen op dat moment. En als de uitspraken of herinneringen dan alsnog verschilden, wordt dit in een voetnoot vermeld.

Vijf FD-journalisten bij elkaar kregen het voor elkaar om fouten te maken. Misschien niet cruciaal, maar alsnog. Het doet twijfelen aan de zorgvuldigheid waarmee dit boek geschreven is en aan de juiste weergave van de feiten is gedacht. Daarmee kom ik tot de kern van mijn verhaal. Natuurlijk is het goed dat er journalisten zijn en dat ze boeken schrijven. Maar de ene journalist is de ander niet.  Dus vertrouw nooit blindelings op de ‘autoriteit’ van een ander. Netjes opgeschreven hè? Ach, eigenlijk zeg ik in diplomatieke woorden dat sommige boeken-schrijvers koekenbakkers zijn.