Column

Kromme wijntaal

06-08-2012 14:59

Wie wil meetellen als leraar moet op z’n minst zijn moerstaal beheersen. En daarmee is het droevig gesteld. Daarom heeft ‘hogerhand‘ voor onderwijzers een speciaal proefwerk ingevoerd. Wie het niet haalt, mag niet voor de klas. Werd dat ook in de wijnwereld maar eens waar. Dan zouden we eindelijk verlost zijn van al die krantenwijnclubs, wijnsite-avonturiers en narcistische bloggers die in vaak tenenkrommend Nederlands niets te zeggen hebben. Ze draaien maar door, ook al roepen ze in de woestijn. De afgelopen maanden heeft het wijnwezen weer een paar van die volhouders verwekt. Ze hadden maar een paar afleveringen nodig om door te dringen tot de eredivisie van taalbarbaren. Voltooide deelwoorden? Nooit van gehoord. Eindigen die op een d dan voor de zekerheid nog maar een t erachter, als een soort bonus. Namen van wijnen? Worden verhaspeld tot iets dat de smaak van ongenietbaar vocht oproept. Zinnen die niet gesmeerd lopen? Komt omdat er een sms -je tussendoor kwam. Zeg er maar niks over, is vaak de reactie. Want dan gaan ze jou vangen op een slagfoutje of een komma. Verder reikt de zelfkritiek zelden. Of ze snappen hun eigen uitglijers niet. Als we mekaar maar begrijpen, is de meest gehoorde dooddoener. Want taalkneuzen mogen voor kritiek altijd schuilen in de solidariteit van soortgenoten.

Gangbaar
Hebben woordenboeken in dit tijdperk dan nog wel zin? Wis en waarachtig. Voor mij zit die zin niet uitdrukkelijk in de werkwijze van de Dikke van Dale. Die ‘registreert’ wat het volk uitkraamt en noemt dat op de duur dan ‘gangbaar’ taalgebruik. De meute zorgt voor de ‘dynamiek’. Taal leeft, heet dat bij de progressieven als ze bedoelen dat zij juist ernstig wordt aangetast door allerlei besmettelijke vormen van verloedering. En dan heb ik het niet over die eeuwige ‘regels’, waarmee vergrijsde hoog geleerden hun taalgezag proberen te handhaven. Maar over modieus woekerende infecties. Nog even en “hem is sterker als jouw, zeg maar” wordt als ‘gangbaar‘ Nederlands aangemerkt.

Web-sprokkelaars weten intussen dat er tientallen Belgische en Nederlandse sites zijn, die het Nederlandse van vreemde smetten vrij willen houden. Ze tonen karrenvrachten kromtaal of anglomanie en gaan daartegen tekeer om de vervuiling een halt toe te roepen. Maar beginnen bij de bron lijkt zinniger. Proefwerk dus voor aankomende en praktiserende onderwijzers, van wie er teveel door de mand vallen. En meer uitleg in woordenboeken waarin verloedering niet ‘gangbaar’ wordt verklaard.

Een voorbeeld kreeg ik onlangs ter recensie. Het nieuwe Prisma-handwoordenboek, verschenen bij uitgeverij Het Spectrum. Voor het eerst wordt daarin onderscheid gemaakt tussen Nederlands-Nederlands en Belgisch-Nederlands. Want er zijn uitdrukkingen en woorden die uitsluitend of vooral bij ons worden gebruikt. En er is het Vlaams-Nederlands, met een typisch Belgisch vocabulaire, die overigens voor wijn geen afwijkingen blootlegt. Wie het Nederlands in al zijn nuances wil kunnen begrijpen en ook schrijven, moet dit naslagwerk zeker aanschaffen. Het geeft antwoord op alle mogelijke vragen. Over herkomst, betekenis, spelling, vervoeging en zinsverband.

Lijkt me een ideaal kerstcadeau voor website-cowboys, wijnimporteurs en wijnprikborders, van wie ik enige tijd terug in een uur tijd de volgende slippers noteerde:

    *Dick Schinkel, Wijnprikbord: “Het beste wijnaanbod dat je afsloeg en nu spijt van hebt”. Een variant op de tante Betjestijl.

*Importeur Jean Arnaud: “Alleen wijnen die deze proeve van bekwaamheid doorstaan verdienen een plaats in ons assortiment”. Wijn moet hier dus    bekwaamheid bewijzen?

    *Hendrik de Vierde, Wijnprikbord: “Voor ieder staan een paar laarzen klaar alsmede een hoofddeksel”. Naast de ligfiets nu ook de sta-chapeau.

*Vinno Tim, Wijnprikbord: “Hun leveren alle wijnen”. Gangbaar taalgebruik voor duizenden polderlanders.

*Importeur Zwiers (Neerlandicus): “Op het etiket van wijn die na 1-11-2005 gebotteld is, moet op het etiket vermeld worden dat er sulfiet in zit”. Anders oxideert zo’n label misschien.

De taal gans een volk? Danhebikzoietsvannou, zakmarzegge….

PS. De wijnclub van een groot ochtendblad zonder ik van mijn opmerkingen uit. Die is bij gebrek aan belangstelling voor het noeste werk van ‘onze experts’ al even ter ziele. Om het eens in een paar nationale stoplappen uit te drukken: OP EEN GEGEVEN MOMENT kwam de omzet ZO ONDER DRUK TE STAAN dat ze DE STEKKER ERUIT hebben getrokken…

John Bindels, auteur van het satirische boek Wijn met prik, werd in 2010 winnaar van de oeuvreprijs wijnjournalistiek, toegekend door de Wine and Food Association. Hij staat bekend om zijn kruistocht tegen reclamevervuiling in de journalistiek, tegen verhuftering van het taalgebruik en tegen wijntjespluggers die zich voor ’columnist’ uitgeven. Zijn collega Cuno van ’t Hoff noemde hem eerder: ‘Verreweg de scherpste wijncolumnist van ons land’. Wijnauteur Christian Callec kwalificeerde Johns columns als volgt: ‘Prachtige taal. Literatuur’.