Liu Yang heet ze. De eerste Chinese vrouw in de ruimte. Vrijdagmorgen kwam ze terug op aarde. Ze lachte voor de foto. En alle Chinese leiders waren ook al zo blij. De reis was immers hét bewijs voor China’s grootheid. Nu nog een Chinees ruimtestations, en ze hebben de Amerikanen in alles geïmiteerd. Dit weekend kwam ‘onze’ André ook al terug op aarde. En opnieuw blijde gezichten alom. Wat een prestatie, dat rondjes om de aarde draaien! Wat had hij toch een mooie foto’s gemaakt van Nederland! En vaak met schoolkinderen gepraat! En tweehonderd dagen de instrumenten gepoetst! Verder viel er niks te melden – want kort en goed: die reis stelt helemaal niks voor.
De experimenten die Kuipers daar in de ruimte heeft uitgevoerd, zijn van nul en generlei waarde. De reis van André heeft niets met wetenschap te maken; wetenschapsjournalisten die hier aandacht aan besteden zijn ofwel hopeloos in de war, ofwel het tragische slachtoffer van een kunstmatig, door politieke krachten opgeblazen heldenverering. Want de reden waarom André naar boven is geschoten, is puur politiek. Net als in China. Omdat Europa in het algemeen, en Nederland in het bijzonder, ook zo graag iets wil doen in de ruimte. Want dat staat zo stoer. Bemande ruimtevaart is een speeltje van politici met een minderwaardigheidscomplex.
Veertig jaar geleden waren het de Russen en de Amerikanen die elkaar met bemande ruimtevaart probeerden af te troeven; nu is het een hobby voor tweederangs politieke leiders die supermachtje willen spelen. De Russen en Amerikanen zijn er allang op uitgekeken. De Russen verkopen hun ruimtetuig aan iedereen die zo nodig nog naar boven wil; de Amerikanen zijn helemaal uitgekeken op bemande ruimtevaart en hebben NASA-plannen in die richting getorpedeerd. En terecht. Er valt daar in de ruimte voor astronauten immers niks meer te doen. Ze hebben hun rondjes om de aarde gedraaid; een paar Amerikanen zijn naar de maan geweest, er is nog een peperduur Space Station waar je in kunt zitten – en wat nou nog? Nóg meer rondjes? Slaat nergens op. Naar de maan? Been there, stenen zat in huis. Naar mars of zo? Onbeschrijfelijk duur, en astronauten kunnen daar niks toevoegen aan wat onbemande ruimteverkenners al hebben gedaan. Nee, de serieuze bemande ruimtevaart is allang zo dood als een pier. De enige die daar nog van dromen zijn tweederangs politici met overspannen ambities. Die zo dolgraag met een echte astronauten op de foto willen. De ruimte is dus voor de Chineezen, en een stelletje zielige Europeanen.
In de NRC van vrijdag houdt ‘adviseur’ Henk Boes een warm pleidooi tegen de bezuinigingen op het ruimtevaartbudget. Henk twittert onder de naam @aSpaceboy, dus waarschijnlijk pleit hij voor behoud van zijn eigen salaris, maar dat is hem vergeven. Want Boes heeft deels gelijk. Nederland moet actief blijven deelnemen aan het onbemande ruimtevaartprogramma van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA. Onbemande ruimtevaart is goedkoop, en wetenschappelijk en economisch van groot belang. Maar dezelfde ESA stuurde ook Kuipers omhoog (en al die andere nationale ruimterondjesdraaiers). En daar moet dus per onmiddellijk een eind aan komen. We hoeven geen Amerikaantje te spelen, we hebben geen heldenverering nodig en als politici zo nodig aandacht willen trekken, doen ze dat maar op gepaste wijze: door goed op de centen te letten.
André is terug. Hij zal nooit meer de ruimte in gaan. Laten we hopen dat er verder nooit niemand nog het slachtoffer wordt van deze peperdure politieke hobby.