Als we partijen als de PVV, het CDA, de SP en GroenLinks moeten geloven gaat het steeds slechter met Nederland. Immigratie, individualisering, het grootkapitaal, globalisering en ongelijkheid zouden allemaal redenen zijn om onze toekomst te vrezen. Zeker, dit zijn kwesties die serieuze aandacht verdienen, maar het doorlopende doemdenken is nergens op gebaseerd. Volgens allerlei onderzoeken gaat het steeds beter met ons land. We zijn vrijer, veiliger, rijker en gezonder dan ooit tevoren. Vrouwen- en homorechten zijn beter gewaarborgd en onze kinderen zijn de gelukkigste in de hele wereld. Ook wereldwijd gaat het beter. We leven in een tijd die de mens meer te bieden heeft dan ooit tevoren. Laten we daarom stoppen met somberen. Laten we kiezen voor optimisme en de blik richten op de toekomst. En laten we dus na zeven slechte jaren een miljard euro extra investeren in onderzoek en innovatie.
Wie zijn ogen sluit voor de uitdagingen van nu wordt ziende blind. Ook D66 ziet de hoge werkloosheid in Nederland, vooral onder jongeren en vijftigplussers. We zien ziekten als kanker en dementie te vaak en te vroeg toeslaan. En we zien de gevolgen van geleidelijke klimaatverandering: extreem weer en droogte. Als we geconfronteerd worden met dit soort uitdagingen kunnen we natuurlijk kwaad worden en naar iemand anders wijzen. Zo beschimpt de PVV de islam en de Europese Unie. Zo beschouwt het CDA de ‘individualisering’ als het moderne kwaad. Zo legt de SP alle schuld bij de markt en zo doet GroenLinks alsof de wereld ten onder gaat aan vrijhandel. Electoraal een handige strategie. Maar maatschappelijk levert het niets op. Echte oplossingen vragen een andere aanpak.
D66 kijkt naar de toekomst en kiest naast optimisme voor innovatie. Innovatie is goed voor onze economie, zorgt voor nieuwe banen en leidt tot oplossingen voor de grote vragen van onze tijd. Daarom moet het volgende kabinet minimaal een miljard euro extra investeren in onderzoek en innovatie. Voor meer fundamenteel onderzoek dat kan leiden tot wetenschappelijke doorbraken. Voor nieuw doelgericht onderzoek om mondiale uitdagingen het hoofd te bieden: de opslag van duurzame energie, het verslaan van kanker en dementie of het produceren van voldoende veilig voedsel. En voor broodnodige investeringen in nieuwe technologieën zoals nanotechnologie, 3D-printen en quantum computing. Op deze manier kan Nederland weer voorop lopen en creëren we nieuwe banen op alle niveaus.
Naast meer investeren moeten we het innovatiebeleid hervormen, zodat het meer baanbrekende innovaties oplevert en meer ruimte geeft aan de radicale innovaties van startups. We moeten ons onderzoek en geld niet langer richten op de gevestigde orde van het topsectorenbeleid. Het is veel doeltreffender als we meer geld en ruimte geven aan de echte vernieuwers: onafhankelijke wetenschappers en innovatieve starters en mkb-bedrijven. Het is daarom tijd het innovatiebeleid te richten op vier maatschappelijke uitdagingen; klimaat en energie, gezondheid, digitalisering en voedsel en grondstoffenschaarste. Met de juiste aanpak kan Nederland op deze gebieden een mondiale probleemoplosser worden.
Temidden van alle somberheid is het tijd voor een positieve blik op de wereld. Om het gevoel terug te krijgen dat we weer vooruit gaan; om te zorgen dat onze kinderen het beter hebben dan wij. Wetenschappers als Nobelprijswinnaar Ben Feringa laten zien dat er grenzen zijn die we moeten zoeken en overgaan. Telkens als we hoge doelen voor onszelf stellen blijkt dat we in staat zijn ze te halen. Of het nou het Deltaplan is, een robot op een komeet laten landen of een moleculaire fourwheeldrive. Het is tijd voor nieuwe doelen. Het is tijd voor optimisme. Het is tijd om het ongelijk van de doemdenkers aan te tonen.
Op de foto Nobelprijswinnaar Ben Feringa en zijn studenten van de Rijksuniversiteit Groningen