In Nederland groeit de boosheid dat alsmaar meer landbouwgrond moet verdwijnen voor natuur. En terecht. In het Twentse Haaksbergen bijvoorbeeld: de vorige herverkaveling is nog amper afgerond, maar de provincie legde al nieuwe claims. Tientallen boeren zouden hier ongeveer 400 hectare vruchtbare grond moeten afstaan voor meer plasjes en woeste gronden. Dat alles onder tijdsdruk, dreiging met onteigening en een vergoeding ver onder de marktprijs. Terecht dat veel boeren onzeker en verontwaardigd raken, zoals ik vorige week merkte bij een bezoek aan het gebied. De overheid biedt 5,50 euro per meter, veel minder dan de 8 euro die het waard is.
Dit is diefstal van grond door de overheid. Je mag eigendomsrechten niet op deze manier aantasten. Als ik dit vertel aan gewone mensen, geloven ze niet dat dit zomaar mag in Nederland. De overheid in België of Duitsland durft dit niet eens voor te stellen, die bibbert uit vrees voor een boerenopstand.
Ik roep de Europese Commissie daarom op om te bekijken of de procedures hier wel juist zijn gevolgd. We leven hier toch niet in het vroegere Oost-Duitsland, waar de Staat zomaar de grond van boeren kon afnemen.
Een schrijnend geval is bijvoorbeeld het moderne melkveebedrijf met 98 koeien van de familie Scholten in Haaksbergen. Het bedrijf is helemaal klaar voor de toekomst. Maar hun weilanden dreigen bestemd te worden tot natuur. De boer vertelde me hoe hij de natuurbeweging van het erf heeft gestuurd. Ze hadden hem gezegd: je komt toch wel aan de beurt, verkoop je grond maar. Zonde als een einde zou komen aan zo’n mooi bedrijf van een jonge boer met een jong kind. Zelfs als slechts een paar hectare wordt afgenomen van een boerenbedrijf, kan dat al de nekslag zijn. Hoe minder grond, hoe minder dieren en dus hoe minder inkomsten.
Situaties zoals in Haaksbergen doen zich nu helaas voor in heel Nederland, van Katwijk tot de Achterhoek. Vaak wijzen de gemeente en de provincie naar Brussel als de schuldige. Nederland en andere EU-landen hebben in de jaren zeventig ‘Natura 2000’ ingevoerd, een Europese richtlijn om zeldzame planten en dieren te beschermen. Dat klopt, maar die richtlijn bepaalt niet dat de boeren moeten verdwijnen voor natuur. De richtlijn vraagt de EU-landen wel degelijk om ruimte te laten voor sociaaleconomische activiteiten, zoals landbouw.
En wat is nu het resultaat van het eenzijdige natuurbeleid in Nederland? In Haaksbergen is dat ook met eigen ogen te zien. Waar vroeger weilanden waren met koeien, hazen en fazanten, zien we nu drassig bruin water, met alleen nog ganzen. Dat is dus minder biodiversiteit, in plaats van meer soortenrijkdom.
Uit Europees onderzoek blijkt dat het ook in andere EU-landen de natuur amper toeneemt door ‘Natura 2000’. Daarom is het goed dat het Europees Parlement juist deze maanden bespreekt hoe ‘Natura 2000’ verder moet. In de inspraakronde stuurde de milieubeweging honderdduizenden mailtjes dat het natuurbeleid moet doorgaan. De Nederlandse landbouw en zelfs de overheid lieten vrijwel niets van zich horen. De eindconclusie van de Europese Commissie is dus zeer eenzijdig. Mijn wijzigingsvoorstellen zijn helaas ook bijna allemaal verworpen.
Vooral de grote haast en de strenge voorwaarden in het Nederlandse natuurbeleid storen mij en veel boeren. Die zijn nergens voor nodig. Andere EU-landen doen dat ook niet, de Europese richtlijn eist dat ook niet. Als de overheid meer tijd zou nemen, gaat dat alles met veel meer harmonie. Sommige boeren stoppen toch wel. De provincies moeten gewoon een makelaar inschakelen voor vrijwillige opkoop. Dat scheelt een hoop ellende, die mening deel is geheel eens met Herman Wichers Schreur, voorzitter van de LTO Noord afdeling Haaksbergen.
Dat sommige boeren zo in de knel komen, begint ook in Brussel te dagen. De knelpunten door Natura 2000 moeten opgelost worden, zei Europees Commissaris voor Landbouw, Phil Hogan mij toen ik hem maandag een rapport vol knelgevallen overhandigde. Maar de bal ligt ook vooral aan de Nederlandse kant.
Er is een weg terug. De gemeenteraden en provinciebesturen moeten hun rug recht houden. Ze moeten zich beperken tot wat echt moet. Ze kunnen zich afvragen of de burgers echt drassig gras met ganzen mooier vindt dan groene weilanden met grazende koeien. Iedereen vindt boerderijen prachtig. Die zijn er nog volop in Nederland. Ook burgers willen die niet kwijt.