Nederland heeft het duurste vorstenhuis van Europa, zei D66-leider Alexander Pechtold afgelopen week in de Tweede Kamer. NRC Handelsblad heeft het voor de zekerheid nog even gecheckt en ja hoor: het klopt. Maar liefst 39,9 miljoen euro kosten Willem-Alexander en zijn entourage ons dit jaar, een bedrag dat in 2016 oploopt naar 40,6 miljoen. Nederland staat daarmee boven België, dat jaarlijks 38,7 miljoen aan zijn koningshuis spendeert en Noorwegen, met een totaalbedrag van 34,4 miljoen. In het Verenigd Koninkrijk is de monarchie nog goedkoper, want daar moet royal family grotendeels haar eigen broek ophouden. Ook de Spanjaarden zijn voordelig uit met een vorstenhuis dat er jaarlijks slechts een schamele 7,7 miljoen doorheen jaagt, al plaatst NRC Handelsblad enige vraagtekens bij dat cijfer.
De kosten van het Oranjehuis vormen al vele jaren een hoofdpijndossier in de Tweede Kamer. Telkens opnieuw worden er vragen gesteld over de vakantievilla’s, privéjachten, verbouwing van paleizen en andere almaar stijgende koninklijke kostenposten. En steeds weer moet onze veelgeplaagde premier zich bij de beantwoording van die vragen in allerlei bochten wringen om de Kamerleden rustig te houden en tegelijk de lieve vrede met Paleis Noordeinde te bewaren. Want denk niet te licht over de positie van de minister-president. Die moet elke maandag bij de vorst op de thee om hem bij te praten over het wel en wee van het regeringsbeleid. En reken maar dat het humeur van het staatshoofd dan niet al te zonnig is als onze volksvertegenwoordigers hem weer eens een optrekje in Mozambique door de neus hebben geboord of hebben zitten mekkeren over zijn stulpje in Griekenland.
Maar afgelopen week had Rutte toch eindelijk goed nieuws voor de Kamer. Zijne Majesteit heeft namelijk besloten af te zien van een flink deel van de loonsverhoging die hem was toegezegd. Een bedrag van maar liefst 30.000 euro – bijna een modaal jaarsalaris dus – hoeft hij niet hebben. Dat mogen we zomaar van hem houden. “Hier jongens, pak aan, ik heb het niet nodig.” “Echt niet, sire?” “Nee, echt niet. Stop het maar weer gauw in je zak.”
Als je eenmaal bekomen bent van de positieve emoties die dit tafereeltje bij je oproept, vallen er wel wat piepkleine kanttekeningetjes te plaatsen bij de koninklijke vrijgevigheid. Het gaat namelijk om geld dat bestemd was voor de vorstelijke pensioenopbouw. En bij nader inzien heeft onze monarch die centen niet nodig omdat er voor zijn pensioen al een speciale uitkering is geregeld. Met wat kwade wil zou je kunnen spreken van een publiciteitsstunt.
Maar laten we nu niet meteen de kniesoor gaan uithangen die op alle slakken zout legt. Laten we gewoon eens een keertje blij zijn met onze royale vorst. Want na het fiasco van het nationale voetbalelftal en het gesleep met asielzoekers in dat Drentse dorpje hebben we toch verder weinig reden meer om trots te zijn op Oranje?