Het zal u niet ontgaan zijn dat Anil Ramdas onlangs is aangehouden in de trein van Frankfurt naar Utrecht nadat hij een conducteur lastig viel. Zoals u wellicht weet is schrijver Joost Zwagerman een Ramdas-watcher van de bovenste plank. Hij irriteert zich aan Ramdas’ ‘ruim zittende jasje van de underdog’. “Aan de hufterigheid a la Ramdas gaat dit land ten onder, maar het erge is dat Ramdas de hufter in hem niet eens herkent.” Daar Zwagerman geen Facebook-account meer heeft, stuurde hij een ingezonden brief naar DeJaap.
Ik heb zojuist Ramdas’ stuk in de NRC gelezen over het voorval. Het is vintage Ramdas. Nog even opscheppen dat naar de Buchmesse moest, waarna hij onverveerd een oud vrouwtje te hulp schiet. Ik vrees dat Ramdas zich in die trein gedroeg als de ‘tokkie’ die hij in andere aso’s verafschuwt.
Een conducteur heeft onenigheid met een passagier. Ramdas bemoeit zich ongevraagd met het conflict, niet door te zeggen: “Kan ik misschien van dienst zijn?”, zoals Ramdas van anderen zou willen dat ze zich gedragen, nee, het ging anders: zonder ook maar te vragen aan de mevrouw of de conducteur wat er aan de hand is, heeft Ramdas zijn oordeel klaar: “Wie denk je wel niet dat je bent? Geert Wilders?”
Arme Ramdas trekt hierna meteen het ruim zittend jasje van de underdog en het slachtoffer aan – maar intussen: wat ben je voor een ongelikt, hufterig en opdringerig figuur als je een conducteur toebijt: “Wie denk je wel niet dat je bent?” Aan de hufterigheid a la Ramdas gaat dit land ten onder, maar het erge is dat Ramdas de hufter in hem niet eens herkent. Diep treurig. Is er nou niemand in zijn omgeving die Ramdas ervoor behoedt de sneue figuur in hem althans voor een minimum te onderdrukken?
Joost Zwagerman, Amsterdam