De eurosceptici die altijd volhielden dat het met de Euro niets zou worden, dat de verschillen in ontwikkeling tussen noord en zuid zó groot zijn dat een muntunie niet duurzaam kan zijn, dat het ook voor Nederland veel beter zou zijn om weer terug te gaan naar de gulden, tappen sinds enkel weken uit een ander vaatje. Nu blijkt dat de Euro wél stand houdt zijn ze opeen bang dat ons ‘het Duitse model’ opgelegd zal worden. (zie bv. René Cuperus in de Volkskrant op 27 juli). Wat dat Duitse model precies inhoudt zeggen ze niet, maar je moet dat niet willen. In ieder geval omvat het een verzorgingsstaat die misschien niet zo uitbundig is voor haar ambtenaren als de Griekse, maar wel redelijk functioneert en bovendien voor veel meer burgers beter zorgt dan die van de Zuid-Europese landen. Op de lijst van minst corrupte landen staat Duitsland op de 12e plaats, even onder Nederland, maar ver boven Italië en Griekenland, die met Brazilië, Bulgarije, Roemenië, Senegal en Swaziland de 69e plaats delen. OK, het gaat hier om het beeld wat de burgers van hun overheid hebben, maar toch…
Als je naar de ongelijkheid in de verschillende landen kijkt dan doet Duitsland het helemaal niet slecht. Tot aan de val van de muur lag de Gini-index van Duitsland ongeveer op hetzelfde niveau als die van Nederland (rond de 25), na de hereniging van Oost- en West-Duitsland steeg die ongelijkheidsindex tot 29.7. Dat is niet vreemd als je beseft dat West-Duitsland er een mislukt Oost-Duitsland bij kreeg met een volstrekt verouderd industrieel apparaat en een door het communisme murw gebeukte en verarmde bevolking. West-Duitsland heeft haar model aan Oost-Duitsland opgelegd: dat moet voor de Oost-Duitsers een pijnlijk proces geweest zijn. Maar slechts weinig Ossies wil weer terug naar het oude Oost-Duitsland. Bovendien doet Duitsland het als het gaat om inkomensgelijkheid nog steeds beter dan Frankrijk (30.1), Italië (32.5), Spanje (33.7), Portugal (34.2) of Griekenland (34.4). En dan mogen we er rustig van uitgaan dat de werkelijkheid in landen als Italië, Spanje, Portugal en Griekenland nog aanzienlijk grimmiger is dan ze cijfers, door kapitaalvlucht en een grote informele sector, waar de ongelijkheid nog veel groter is.
Toch mag Duitsland haar ‘model’ niet aan Griekenland opleggen. Dat is dwingelandij vinden de eurosceptici. Laat de Grieken het vooral op zijn Grieks doen, laat de Spanjaarden het vooral op zijn Spaans doen, laten wij het vooral op zijn Nederlands doen. Het is een vorm van sociaaleconomisch multiculturalisme, verpakt in een ouderwets aandoend nationalisme. In de Volkskrant van 25 juli schrijven David Hollanders en Merijn Oudenampsen dat Jeroen Dijsselbloem onze nationale zelfstandigheid uitholt. “Ons wordt verteld dat de benoeming van Dijsselbloem ons meer invloed geeft over Brussel. Het omgekeerde lijkt het geval te zijn: het is Brussel dat aan invloed wint.”
Ik zou zeggen gelukkig maar, want een Europese eenwording betekent per definitie dat Brussel aan invloed wint. Maar bovendien: als Dijsselbloem veel invloed heeft in Brussel betekent dat op zijn beurt dat Nederland ook aan invloed wint. Alleen mensen die in zero-sum games denken snappen dat niet. Het omgekeerde is niet het omgekeerde.
Helemaal bizar dat Merijn Oudenampsen in de Groene Amsterdammer van 23 juli schrijft dat degenen die de verschillen tussen GroenLinks en SP benadrukken bezig zijn met ‘narcisme van het kleine verschil.’ Alsof het verschil tussen een partij die voor de Euro is en de partij die de gulden terug wil klein is.
Nee, ik woon liever in een land dat mede geleid wordt door Dijsselbloem en Merkel dan in een land dat drijft op anti-Duitse sentimenten.