Ooit was Koninginnedag een vrij feest. Op alle hoeken van de straat klonk muziek, overal vond je vrolijke mensen. Soms waren mensen wel eens te vrolijk, maar zulke uitwassen horen bij een feestje. Nu is het gedaan met die pret. Bier drinken raakt taboe, of beter gezegd: je eigen bier drinken. Overal in het land nemen gemeentes maatregelen om te zorgen dat horecaondernemers aan uw feestzin verdienen. Deze ontwikkeling is kwalijk, maar met een beetje wilskracht leidt hij tot het einde van de parlementaire monarchie.
In Groningen gold een eigen bier-verbod voor de gehele binnenstad, al vanaf Koningsnacht. Het centrum was met hekken gemarkeerd. Feesters mochten te allen tijde niet meer dan één consumptie bij zich hebben. Groningen legitimeert dit onder het mom van veiligheid: geen glas zodat niemand zich kan verwonden. Waarom blik daar ook onder valt, blijft in het ongewisse. Dat komt natuurlijk omdat veiligheid een smoesje is. In werkelijkheid is de regelgeving primair bedoeld om lokale ondernemers te spekken.
In Amsterdam is er duidelijk sprake van festivalisering van K-dag. Waar je vroeger vanzelf tegen een DJ aan liep, mag dat nu niet meer – elektronische muziek heeft de gemeente liever niet in het centrum. Dus moet je naar de NDSM Werf of naar het Westerpark. Aan de randen van de stad zijn met hekken gemarkeerde zones waarbinnen gratis gefeest mag worden. Beveiligers controleren niet op wapens of drugs, maar op blikjes. Gratis naar binnen, zonder eigen drank, consumpties vanaf €2,50.
Festivalisering is regulering. Bij een festival is er sprake van een programmering, er is een terrein met afgebakende bestemmingen, er wordt regie gevoerd. Een festival is zo het tegenovergestelde van een spontane viering. Nu was Koninginnedag natuurlijk ook niet geheel spontaan: we wisten wanneer het was en we wisten dat het gezellig ging worden. De spontaniteit zat in de onverwachte, onopzettelijke en onvoorziene avonturen die mogelijk waren op deze dag. Plots stond je achter een kerk te dirty dancen, dan liep je ineens hand in hand met een vreemdeling.
Koninginnedag was – in Amsterdam in ieder geval – dus een vorm van carnaval. De filosoof Mikhail Bakhtin definieert carnaval als een kortstondige periode waarin de gangbare sociale hiërarchie op zijn kop wordt gezet. Het gaat om elementen als vrije interactie tussen mensen die normaal gesproken gescheiden zijn; excentriek gedrag dat normaal gesproken inacceptabel is; vreemde verbintenissen (het heilige met het wereldse, het hoge met het lage); en parodie van alles wat heilig is.
Op een festival zijn avonturen nauwelijks mogelijk. Kenmerkend aan de festivalisering is bovendien de toenemende scheiding tussen groepen. Vroeger ging iedere dancefanaat naar Dance Valley, nu heeft ieder subgenre zijn eigen festival verbonden aan sociale en culturele klassen. Dat draagt bij aan risicobeperking: de bezoeker weet wat hij kan verwachten. Voor gemeentes is risicobeperking bovendien dé reden om zo van festivals te houden. Festivals doen het goed in de citymarketing maar hebben duidelijk aanspreekbare en aansprakelijke partijen. Spontaniteit is weggereguleerd.
De nieuwe koning Willem wil af van dat carnaval. Onder het mom van veiligheid verbood hij zijn onderdanen bier te drinken in zijn nabijheid. Wim-Lex is een handelskoning, of liever gezegd een knecht van het ministerie van Economische Zaken. Op handelsmissies moet hij ons beste beentje voorzetten. Koningsdag nieuwe stijl draait dan ook om marketing: de bezochte regio moet zich vooral lekker kunnen profileren.
Commercialiteit wint het dus van spontaniteit; de religie van kapitalisme mag deze dag niet ontweken worden. De koning ontneemt zijn volk daarmee een belangrijke uitlaatklep. De economische overweging getuigt van gebrek aan historisch inzicht – nogal kwalijk voor een koning die geschiedenis heeft gestudeerd. Dat hij toen Prins Pils werd genoemd voegt daaraan een venijnig vleugje ironie toe. Spontaniteit en authenticiteit raken aan elkaar. Daarom is het misschien niet gek dat we in deze tijd van regulering en risicobeperking zo op jacht zijn naar authenticiteit. Willem-Alexander en de bestuurders die hem bespelen maken dus een kapitale inschattingsfout. Ontneem ons ons vrije bier, en wij ontnemen u uw troon.