Geert Wilders riep onlangs de revolutie uit. De laatste keer dat dat gebeurde in Nederland was het door Troelstra, en dat was nogal onsuccesvol. Maar Wilders legt de wel de vinger op een gevoelige plek: waarom zijn Nederlandse linkse partijen zo van de gevestigde orde? Waarom voeren linkse partijen niet de boventoon in verzet tegen de instituties? Heeft Geert Wilders gelijk dat alles een linkse kliek is?
Neem nu de vluchtelingencrisis. Geert Wilders roept op tot revolutie. Tot verzet. Het is goed dat hij dat doet. Maar het horen linkse partijen te zijn die tot verzet oproepen. Niet tégen opvang voor vluchtelingen , maar vóór! Verzet tegen de luidruchtige minderheid die dreigend met geweld en fantasieverhalen over verkrachtingen verspreidend, het land terroriseert. Waarom roepen Samsom, Roemer en Klaver niet hun achterbannen op om de barricades op te gaan vóór opvang? Maar vooral, roep op tot inspraak. De vluchtelingencrisis laat zien dat een vierjaarlijkse verkiezing van gemeenteraden alléén niet genoeg is voor een goede representatie op lokaal (en ook landelijk) niveau.
Deels komt dat omdat Wilders te laf is een eigen partijorganisatie op te bouwen, waardoor het PVV-electoraat – op enkele steden na – een PVV-vertegenwoordiging mist. Maar links zou de powers that be moeten aanvallen. Nogmaals, niet door de woedende menigte te gaan ondersteunen, maar om de zwijgende meerderheid, die in principe gewoon voor een vorm opvang is (met alle zorgen die erbij horen) een stem te geven. Om de tienduizenden vrijwilligers een stem te geven. Om het volk een stem te geven.
Je ziet veel gouvernementele reacties van links op het eisen van inspraak. ‘er is toch een inspraakavond’ of ‘de gemeenteraad gaat er nou eenmaal over’. Dat is vreemd. Links demonstreert tegen TTIP, megastallen of voor een goed klimaat. Daar zegt links toch ook niet: Nou ja, dit is een zaak van regeringsleiders, laat maar? Links moet weg van het defensief, maar in de aanval.
Bij het aankomende referendum over het associatieverdrag met Oekraïne zie je hetzelfde. Niet links nam het voortouw maar eurokritisch rechts. Bovendien werd de kracht van Geenstijl/Geenpeil schromelijk onderschat. Of je nou voor of tegen Europa bent, maakt niet uit. Elke partij die voor het referendum is, dus sowieso de linkse partijen en niet the powers that be zoals CDA en VVD, had daar snoeihard voor moeten campaignen. Maar ook daar gedroeg links zich teveel als regentenkliek.
Toegegeven, links probeert het wel. De Partij van de Dieren gebruikte lang de hashtag #groeiendverzet, de SP roept ook constant op tot verzet tegen neo-liberaal beleid. Jesse Klaver wil verzet tegen het reduceren van beleid tot cijfertjes zonder te kijken naar mens en natuur. Allemaal terecht en er zijn redenen genoeg om mensen te mobiliseren. Maar écht oproepen tot revolutie is er niet bij. Het blijft allemaal binnen de lijntjes van onze veilige instituties.
Hup links, pak de straat terug. En of dat echt op straat is of elders, dat maakt niet uit. Het initiatief om dingen te veranderen hoort van links te komen. Wees niet bang voor de uitkomsten, Nederland is linkser dan u denkt. Nu is het nota bene zelfbenoemd aartsconservatief intellectueel Thierry Baudet die goede sier wil maken met gekozen burgemeesters. Leer van de textbook-populist Wilders. Ga terug naar je roots: mobiliseer! Roep op tot actie. Roep op tot revolutie. Haal desnoods de woorden van Che Guevara aan (“Wees realistisch, eis het onmogelijke”), of de mislukte van Troelstra.
Maar wees geen onderdeel van het establishment. Want daar behoren CDA, VVD, D66, een deel van de Pvda maar ook het langstzittende Kamerlid Wilders toe. Kom in verzet!