We worden geboren met een onvoorwaardelijke loyaliteit naar onze ouders. Dit is nodig voor de overleving van de mens als soort. Het werkt echter ongezond en belemmerend als je niet een opvoeding hebt gehad waar je behoefte aan had en waar je als kind recht op had. Een emotioneel gezonde en normale opvoeding zorgt ervoor dat je je emotioneel onafhankelijk kunt opstellen ten opzichte van je ouders. Je kunt je gaan losweken. Een emotioneel niet gezonde opvoeding zorgt ervoor dat er een ongezonde loyaliteit tussen ouders en kinderen ontstaat. Over deze loyaliteit gaat de column van deze week.
Het is elf juni 2013.
Djerrel (23 jaar) hoort van zijn zusje dat ze tweede hands kleding heeft aangeboden aan een vriend van Djerrel. Hij komt woensdag betalen. Veertig euro. Moeder vindt dat ter stond betalen beter is. Via de mobiele laat Djerrel aan zijn vriend weten dat hij het geld nu wel even komt halen. De kledingvriend maakt duidelijk dat woensdag de afspraak was maar Djerrel laat hem weten dat hij dan nu de kleding gewoon weer komt ophalen. Klare zaak. Zijn moeder gaat mee.
Djerrel legt uit: “Hij kwam direct naar buiten. Schreeuwde ‘je moeder is een hoer’, ja en dat moet je bij mij niet doen. Als je mijn moeder bedreigt of lastig valt of loopt te dreigen naar mijn moeder, dan ben ik er.” Het woord ‘moeder’ valt in één enkele zin wel vijftien keer. “Ik zeg nog: ‘ga naar binnen mama’, maar ze luisterde niet. Ik moet haar beschermen. Mijn moeder bleef staan en hij liep op haar af. Met twee messen in zijn hand. Ik pakte mijn pistool en schoot twee keer in de lucht. Om hem af te schrikken, weet u. Ik wilde hem niets aandoen.”
De buurt hoort ruzie op straat. Geschreeuw over en weer. Getuigen verklaren dat Djerrel niet de lucht in schoot maar gericht op de woning van de kledingman. Hij zou geknield naast de auto hebben gezeten op goed te kunnen richten. Er wordt een huls gevonden op straat en één in de broekzak van Djerrel. Later blijkt dat hij voor het pakken van zijn pistool handschoenen heeft aangetrokken. Hij had al kleding aan met lange mouwen. Hij zegt dit zonder reden te hebben gedaan. “Omdat het hartje zomer was draag je natuurlijk zomaar handschoenen.” zegt de officier van justitie.
Ongeveer een maand voor het voorval speelt zich ook iets af met Djerrel en zijn moeder. Bij de V&D. Djerrel staat buiten een sigaret te roken. De man die een maand later de kleding zou kopen, komt ineens op hem af en bedreigt hem, zo verklaart Djerrel. “Ik had goed contact met zijn vriendin en dat vond hij niet goed. Het is namelijk mijn ex.” Bij de politie verklaart hij over dat voorval dat hij wel een pistool bij zich had maar toen niet heeft geschoten, ter zitting verklaart hij juist dat hij geen pistool bij zich had. “Als u goed heeft gelezen, dan heeft u kunnen zien dat ik dat niet hebt verklaard.” , zegt hij tegen de officier van justitie.
Zij begint haar requisitoir met de woorden: Dit is een poging tot moord. Het lijkt wel een actiefilm wat daar is gebeurd. Compleet onwerkelijk. Roepen: ‘Ik ga je schieten, ik schiet je neer!’ en dan in de lucht schieten? Ik geloof er niets van. De verdachte liegt van het begin af aan. Hij heeft zeker andere mogelijkheden gehad om te reageren. Hij had kleding aan met lange mouwen en trok handschoenen aan voor hij begon te schieten. Die kogels waren dodelijk. Dat wist hij. Alle factoren die ik hier heb laten weloverwogendheid zien. De kans op herhaling acht ik aanzienlijk hoog.
Djerrel is schizofreen, psychotisch en krijgt daarvoor medicatie in het Pieter Baan Centrum waar hij nu verblijft. In rapporten over zijn persoon staan woorden als ‘verminderd toerekeningsvatbaar’ en ‘verhoogd associatief’. Hij is razendsnel van het spoor af. Hij kan niet met conflicten omgaan. Hij heeft geen noemenswaardig strafblad maar er is genoeg met hem gebeurd in zijn vroege jaren. Als het aan de officier van justitie ligt krijgt Djerrel vier jaar cel waarvan een jaar voorwaardelijk met een proeftijd van vier jaar. Met daarbij een stapel bijzondere voorwaarden. Djerrel zucht, gooit zijn hoofd achterover. Hij zou zo graag een opleiding doen, een diploma halen. Zijn HAVO echt afmaken.
Een van de laatste zinnen van de officier schieten me te binnen bij het beginnen aan deze column. “Dat je iemand wil beschermen is heel normaal. Het lijkt in dit geval alsof de verdachte zich niet op een gezonde en normale manier heeft losgemaakt van zijn moeder. Hij springt en kruipt voor haar. En dat vind ik ook erg zorgelijk.”
Dat is het ook. Als jong ventje heeft Djerrel niet kunnen ingrijpen toen zijn vader zijn moeder met een mes in haar buik stak. Dat kan hij nu wel.
Karin Smalbil is rechtbankverslaggever in de rechtbank van Groningen en tevens columnist voor De Telegraaf Media Groep, Groningen Dichtbij. Op haar site: www.karinsmalbil.com kunt u haar artikelarchief lezen.