Bekeerlingen slaan vaak door als ze een nieuwe filosofie omarmen, conservatieve bekeerlingen worden ronduit obsessief. Louis van Gaal is een conservatieve bekeerling, een man die tot inzicht is gekomen dat progressieve denkbeelden niet altijd tot vooruitgang leiden. De coach van Oranje begint vrijdag met de meest behoudende opstelling uit zijn trainersloopbaan, omdat zijn ploeg vreest te worden opgerold door de tikka-takka armada uit Spanje.
Van Gaal, zelf altijd een propagandist van de Hollandsche School, heeft zich bekend tot de leer van het catenaccio: een Italiaanse voetbalfilosofie die is gebaseerd op een Machiavellistische bunkermentaliteit. Vooropgesteld: het is te prijzen dat onze bondscoach voor een calculerend winstmodel durft te kiezen.
In 2010 werd Bert van Marwijk nog verketterd omdat hij met twee controlerende middenvelders speelde die als Scylla en Charybdis de poort naar het doel van Stekelenburg moesten afsluiten. Met deze berekende tactiek haalden we wél de finale.
Toch is er een groot verschil tussen Van Marwijk en Van Gaal. Bert van Marwijk is een conservatief by heart, een overtuigde scepticus die niet gelooft in een aanvalsspel waarbij de sluizen achterin worden opengedraaid. Louis van Gaal gedraagt zich daarentegen als een geslagen man die teleurgesteld is in de vooruitgang en daarom mokkend kiest voor plan B, daarbij hopend op een gelukstreffer.
Neo-conservatieven hebben vaak een verleden als blije eikel. Van Gaal verklaarde in zijn in 2009 verschenen trainersbijbel dat er tijdens het WK van 1974 veel mooier werd gevoetbald dan in 1988, het jaar dat Nederland zijn enige prijs uit de historie pakte. Van Gaal kon geen enkele waardering opbrengen voor het afzichtelijke betonvoetbal tijdens het gewonnen EK in Duitsland.
’Ik wil dat mijn teams herinnerd zullen worden. Dat de mensen zeggen: die teams speelden goed, dat waren mooie elftallen. Ik behoor tot de mensen die iets willen creëren, iets laten gebeuren, iets willen overbrengen, dat geeft voldoening’, sprak hij in 2009 nog vol bravoure. Maar Van Gaal zag in dat hij te idealistisch was en koos daarom aan de vooravond van het WK met veel misbaar voor een tactische koerswijziging.
In zijn gedrag doet hij denken aan de Amerikaanse neocons. Dat zijn types die het ene wereldbeeld inruilen voor een andere walhalla-visie om de grip op de werkelijkheid niet te verliezen. In Nederland heb je ze ook: voormalige progressieven die alleen nog autistisch anti-linkse retoriek kunnen uitbraken om hun eigen frustraties te maskeren. U kent ze wel: Martin Bosma-achtige zeloten die meer vechten tegen de demonen uit hun verleden dan knokken voor de vooruitgang.
Ook Van Gaal is van zwart ineens wit geworden. Dat mensen van mening veranderen is een teken van kracht. Als mensen echter radicaal van oordeel switchen moet je goed oppassen. Bert van Marwijk was een verlichte pragmatische geest die het ideologische 4-3-3 systeem afschudde en zijn opstelling aanpaste aan zijn spelersmateriaal. Van Gaal denkt niet in menselijke mogelijkheden maar in systemen die falen, of niet falen. Doodeng eigenlijk.
Johan Cruijff sprak afgelopen zaterdag wijze woorden toen hij op het WK hockey constateerde dat voetbal een sport is waarbij het draait om het uitsluiten van menselijke fouten. Dat zou uitgangspunt moeten zijn bij het bouwen van een team. Meer kun je eigenlijk niet doen. Ja, op de bank zitten en bidden op een goede afloop, of zoals Edmund Burke, de aartsvader van het conservatisme, al eens monter opmerkte: “The only thing necessary for the triumph of evil is for good men to do nothing”.